Hier kun je zien welke berichten Slowgaze als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.
Fiona Apple - Extraordinary Machine (2005)

4,5
0
geplaatst: 1 augustus 2013, 20:09 uur
Wat mij betreft is dit toch Fiona's minste, maar 't is alsnog een heel behoorlijk album. Soit, het klinkt soms best gelikt, maar vaak nog wel fantasievol en vol mooie geluidjes. De arrangementen voor 'Extraordinary Machine' (bijna een vrolijke, vrouwelijke Tom Waits), 'Waltz (Better than Fine)' en albumhoogtepunt 'Tymps (The Sick in the Head Song)' zijn stuk voor stuk erg mooi. Het excentrieke 'Tymps' laat wel horen dat veel andere nummers op dit album soms wel erg 'normaal' klinken, niet onverwacht zoals Fiona op haar eerste twee (en haar vierde) album wel geregeld verrast door buiten de gebaande paden te treden.
Nummers als 'Get Him Back', 'Better Version of Me' en 'Not About Love' zijn vrij ganbare pianorocknummers, waarbij ik soms het gevoel krijg dat ik naar Fiona Apple luister die de toegankelijkere kant van Regina Spektor na probeert te doen. Vooral een nummer als 'The Window' doet me sterk aan Regina denken.
Desondanks zijn er ook enige progressies: Fiona's teksten beginnen steeds beter te worden; ze waren al niet misselijk, maar nu komt ze soms met echt heel mooie vondsten aanzetten. 'Red Red Red' met zijn eenvoudige, het nummer lang doorgetrokken metafoor gewoon tergend mooi: 'I don't understand about complementary colors' spreekt al zo direct en en dat dan nog opvolgen met zo'n couplet, dan heb je m'n hart veroverd:
'But he's been pretty much yellow
And I've been kinda blue
But all I can see is
Red, red, red, red, red now'
Al met al is het dus weer een heel behoorlijke Fiona Apple-plaat, die wel wat onevenwichtig is. Als het waar is dat de platenmaatschappij geen single hoorde op de Jon Brion-versie, lijkt Fiona dat te hebben gecompenseerd met die pianorockers als heel toegankelijke nummers. Die laten heel wat minder spul achter zich natuurlijk, maar het is mij vooral te doen om de wat minder gangbare kant van Fiona en die laat ze iets te weinig horen. Daarom wordt dit een krappe acht, terwijl ik Fiona's albums natuurlijk het liefst allemaal een flinke negen zou geven.
Nummers als 'Get Him Back', 'Better Version of Me' en 'Not About Love' zijn vrij ganbare pianorocknummers, waarbij ik soms het gevoel krijg dat ik naar Fiona Apple luister die de toegankelijkere kant van Regina Spektor na probeert te doen. Vooral een nummer als 'The Window' doet me sterk aan Regina denken.
Desondanks zijn er ook enige progressies: Fiona's teksten beginnen steeds beter te worden; ze waren al niet misselijk, maar nu komt ze soms met echt heel mooie vondsten aanzetten. 'Red Red Red' met zijn eenvoudige, het nummer lang doorgetrokken metafoor gewoon tergend mooi: 'I don't understand about complementary colors' spreekt al zo direct en en dat dan nog opvolgen met zo'n couplet, dan heb je m'n hart veroverd:
'But he's been pretty much yellow
And I've been kinda blue
But all I can see is
Red, red, red, red, red now'
Al met al is het dus weer een heel behoorlijke Fiona Apple-plaat, die wel wat onevenwichtig is. Als het waar is dat de platenmaatschappij geen single hoorde op de Jon Brion-versie, lijkt Fiona dat te hebben gecompenseerd met die pianorockers als heel toegankelijke nummers. Die laten heel wat minder spul achter zich natuurlijk, maar het is mij vooral te doen om de wat minder gangbare kant van Fiona en die laat ze iets te weinig horen. Daarom wordt dit een krappe acht, terwijl ik Fiona's albums natuurlijk het liefst allemaal een flinke negen zou geven.
Fiona Apple - The Idler Wheel Is Wiser Than the Driver of the Screw, and Whipping Cords Will Serve You More Than Ropes Will Ever Do (2012)

5,0
1
geplaatst: 21 juli 2012, 20:55 uur
Het is altijd prettig en overzichtelijk als een album een mooi middenstuk of drieluik heeft van liedjes die boven de rest uitsteken. Gevaarlijk is het ook: een cd zou maar ijzersterk beginnen, vijfsterrenmateriaal, terwijl de tweede helft erbij verbleekt. Fiona Apple maakt het niet zo bont op haar nieuwe album dat ik maar The Idler Wheel zal noemen hier, maar enige onevenwichtigheid heb ik helaas wel aangetroffen.
‘Every Single Night’ opent het album nog vrij ingetogen, maar vanaf tweede nummer ‘Daredevil’ is het daar: het fabuleuze middenstuk. Vanaf ‘Daredevil’ tot en met ‘Werewolf’ is Fiona rauw, meeslepend en eerder expressief dan theatraal. Er zit een enorme spanning in, zoals in ‘Daredevil’ waarin Fiona geëxalteerd ‘I may need a chaperon’ zingt, of het zinderende ‘Left Alone’. Dit nummer staat bol van de bindingsangst en levert het prachtige ‘I can love the same man in the same bed in the same city, but not in the same room’ op. De liedjes zijn kronieken van relatieperikelen, maar wel op een vrij ongemakkelijke manier. ‘Werewolf’ is hier tekstueel misschien nog wel het beste voorbeeld van: ‘I could liken you to a werewolf the way you left me for dead/But I admit that I provided a full moon’. Het zijn teksten vol details en momenten die intiem en pijnlijk zijn, maar ondertussen heeft Fiona een scherp oog voor metaforiek. De teksten blijven ondanks het intieme en soms zelfs opbiechtende karakter (zie wederom ‘Werewolf’, waarin ze zichzelf zeker niet spaart) toch erg invoelbaar, een knappe prestatie.
In zulke van harte- en zielspijn doortrokken liedjes toont Fiona zich een moderne Billie Holiday of Nina Simone, ondersteund door alleen haar pianospel en roffelende, dan wel tinkelende percussie. Zo af en toe duiken er samples of andere instrumenten op, maar nooit lang. De muziek is geworteld in de jazz, maar af en toe schemert er ook een voorzichtige, subtiele hiphopinvloed door. Deze spaarzaamheid werkt in de meeste gevallen goed omdat ze bijdragen aan de spanningsopbouw, maar in de rustigere nummers weet Fiona net iets minder te boeien. Door het muzikale en vocale geweld (hoewel geweld een veel te bombastische bewoording is voor de liedjes) valt ‘Regret’ wat weg, al gaat het refrein op een goede manier door merg en been. ‘Periphery’ klinkt wat onnozel door het brallerig gezongen ‘Oh oh oh the periphery’.
De schijnbaar art informel-achtige hoes maakt het eigenlijk wel duidelijk: net zoals het gezicht op de voorkant vrij grof en onaf lijkt, maar minutieuze lijntjes laten zien dat er veel zorg aan besteed is en dat het niet zomaar een probeersel is, zo lukt het Fiona Apple om via zelfexpressie succesvol tot kunst te komen. Ondanks de intieme teksten heb ik nooit het gevoel dat ze achter de piano haar dagboek voorleest, juist omdat het liedje voorop staat. Dit is uitermate geschikte muziek voor degenen die de laatste Regina Spektor te braaf vonden, of een mooie kruising tussen the Great American Songbook en confessionalist poetry willen horen. Anne Sexton zingt ‘I Just Don’t Know What To Do With Myself’. Laat ik het maar op prachtplaat houden.
‘Every Single Night’ opent het album nog vrij ingetogen, maar vanaf tweede nummer ‘Daredevil’ is het daar: het fabuleuze middenstuk. Vanaf ‘Daredevil’ tot en met ‘Werewolf’ is Fiona rauw, meeslepend en eerder expressief dan theatraal. Er zit een enorme spanning in, zoals in ‘Daredevil’ waarin Fiona geëxalteerd ‘I may need a chaperon’ zingt, of het zinderende ‘Left Alone’. Dit nummer staat bol van de bindingsangst en levert het prachtige ‘I can love the same man in the same bed in the same city, but not in the same room’ op. De liedjes zijn kronieken van relatieperikelen, maar wel op een vrij ongemakkelijke manier. ‘Werewolf’ is hier tekstueel misschien nog wel het beste voorbeeld van: ‘I could liken you to a werewolf the way you left me for dead/But I admit that I provided a full moon’. Het zijn teksten vol details en momenten die intiem en pijnlijk zijn, maar ondertussen heeft Fiona een scherp oog voor metaforiek. De teksten blijven ondanks het intieme en soms zelfs opbiechtende karakter (zie wederom ‘Werewolf’, waarin ze zichzelf zeker niet spaart) toch erg invoelbaar, een knappe prestatie.
In zulke van harte- en zielspijn doortrokken liedjes toont Fiona zich een moderne Billie Holiday of Nina Simone, ondersteund door alleen haar pianospel en roffelende, dan wel tinkelende percussie. Zo af en toe duiken er samples of andere instrumenten op, maar nooit lang. De muziek is geworteld in de jazz, maar af en toe schemert er ook een voorzichtige, subtiele hiphopinvloed door. Deze spaarzaamheid werkt in de meeste gevallen goed omdat ze bijdragen aan de spanningsopbouw, maar in de rustigere nummers weet Fiona net iets minder te boeien. Door het muzikale en vocale geweld (hoewel geweld een veel te bombastische bewoording is voor de liedjes) valt ‘Regret’ wat weg, al gaat het refrein op een goede manier door merg en been. ‘Periphery’ klinkt wat onnozel door het brallerig gezongen ‘Oh oh oh the periphery’.
De schijnbaar art informel-achtige hoes maakt het eigenlijk wel duidelijk: net zoals het gezicht op de voorkant vrij grof en onaf lijkt, maar minutieuze lijntjes laten zien dat er veel zorg aan besteed is en dat het niet zomaar een probeersel is, zo lukt het Fiona Apple om via zelfexpressie succesvol tot kunst te komen. Ondanks de intieme teksten heb ik nooit het gevoel dat ze achter de piano haar dagboek voorleest, juist omdat het liedje voorop staat. Dit is uitermate geschikte muziek voor degenen die de laatste Regina Spektor te braaf vonden, of een mooie kruising tussen the Great American Songbook en confessionalist poetry willen horen. Anne Sexton zingt ‘I Just Don’t Know What To Do With Myself’. Laat ik het maar op prachtplaat houden.
Flairck - Variaties op een Dame (1978)

3,0
0
geplaatst: 17 juni 2011, 22:26 uur
Ooit door iemand aangeraden met de woorden "De meest virtuoze band die ik ken, echt" heb ik om de een of andere reden toch deze plaat gekocht, terwijl ik een hekel heb aan virtuositeit om het virtuositeit. Gelukkig valt dat wel weer mee, maar echt heel boeiend mag Flairck niet heten. Naast erg intense, door een jazz-gevoel aangestuurde passages die me goed smaken, zijn er veel te veel stukken die beelden van woestijnen oproepen, saaie woestijnen zonder indianen of wie er dan ook in de woestijn moge wonen. En prairies zonder pedals steels en cowboys, zulke dingen. Daar word ik niet blij van hoor. Van die intense passages wel, zelfs als er een fluit wordt gebruikt. Ik heb het niet op die fluiten, ik vind ze vervelend en veel te verantwoord. Dat geldt ook eigenlijk een beetje voor dit album: het is zo ontzettend verantwoord. En dan vind ik ongeveer de helft wel redelijk boeiend, maar teveel niet en dan moet ik toch echt een *3 geven. Gelukkig maar dat er niet zo virtuoos gedaan wordt van het type "kijk, mama, klaarkomen zonder handen!".
Frank Ocean - nostalgia, ULTRA. (2011)

4,0
0
geplaatst: 11 juli 2012, 01:06 uur
Ene Ben vatte Goblin van Tyler, the Creator vrij goed samen als "Wat zeg je Hodgy, zin om wat te rappen? Ok, doe maar dan, gooi jezelf ertussen." "Hé, is dat een stemvervormer? Even mee rommelen." "Coole sample, nog maar eens gebruiken." "Laten we Radicals beëindigen met nog wat random veel te lang gedoe. En dat live dan gewoon overslaan. Haha." Een dergelijke benadering van een r&b-plaat leek me wel interessant toen ik over Frank Ocean hoorde. Afijn, naar z'n mixtape ben ik dus vergeten te luisteren, zo gaat dat.
Nu heb ik nostaliga, Ultra eindelijk eens binnengehaald en de gekte en lo-fiïgheid die ik had verwacht vallen wel mee. Speels is het allemaal wel; de biets komen o.a. bij Coldplay, MGMT en die godvergeten Eagles vandaan. Daarnaast moet meneer even interessant doen met z'n Radiohead, maar dit stukje is verdomd amusant: bitches willen geen Radiohead horen, bitches willen gewoon Jodeci horen. Referenties aan mainstreampop en indie dus, maar ondertussen nog altijd urbanverantwoord.
Nu hebben James Blake en Kanye West mijn vooroordelen over r&b vorig jaar deels weggenomen, want als je zoiets maar combineert met toffe, originele en 'experimentele' (kutwoord in deze context) invalshoeken, dan kan ik daar best enthousiast van worden. Franks mixtape bevalt me dan ook op momenten zeker: 'Swim Good' had zo op 808's & Heartbreak gekund, maar ook 'Novacane' is een indringend liedje. Daar tegenover kan ik wel 'Strawberry Swing' wegstrepen; flauwe, sentimentele Coldplayonzin. Ik wil niet dat Frank het heeft over z'n jeugd die blijkbaar gelukkig was, maar dat hij het heeft over drugs, neuken en gevoelloosheid onder de drugs en het neuken.
Maar Frank levert voorts nog best een prestatie: hij laat Nicole Kidman geil klinken en maakt 'Hotel California' tolereerbaar door het over z'n teenage bride te hebben. Het is soms best glad, maar tegelijkertijd zo speels dat ik soms een glimlach niet kan onderdrukken. Dit geeft moed om me nog wat verder in channel ORANGE te verdiepen; als een echte hipster zijnde heb ik die ook al even gereblogged via m'n tumblr.
Nu heb ik nostaliga, Ultra eindelijk eens binnengehaald en de gekte en lo-fiïgheid die ik had verwacht vallen wel mee. Speels is het allemaal wel; de biets komen o.a. bij Coldplay, MGMT en die godvergeten Eagles vandaan. Daarnaast moet meneer even interessant doen met z'n Radiohead, maar dit stukje is verdomd amusant: bitches willen geen Radiohead horen, bitches willen gewoon Jodeci horen. Referenties aan mainstreampop en indie dus, maar ondertussen nog altijd urbanverantwoord.
Nu hebben James Blake en Kanye West mijn vooroordelen over r&b vorig jaar deels weggenomen, want als je zoiets maar combineert met toffe, originele en 'experimentele' (kutwoord in deze context) invalshoeken, dan kan ik daar best enthousiast van worden. Franks mixtape bevalt me dan ook op momenten zeker: 'Swim Good' had zo op 808's & Heartbreak gekund, maar ook 'Novacane' is een indringend liedje. Daar tegenover kan ik wel 'Strawberry Swing' wegstrepen; flauwe, sentimentele Coldplayonzin. Ik wil niet dat Frank het heeft over z'n jeugd die blijkbaar gelukkig was, maar dat hij het heeft over drugs, neuken en gevoelloosheid onder de drugs en het neuken.
Maar Frank levert voorts nog best een prestatie: hij laat Nicole Kidman geil klinken en maakt 'Hotel California' tolereerbaar door het over z'n teenage bride te hebben. Het is soms best glad, maar tegelijkertijd zo speels dat ik soms een glimlach niet kan onderdrukken. Dit geeft moed om me nog wat verder in channel ORANGE te verdiepen; als een echte hipster zijnde heb ik die ook al even gereblogged via m'n tumblr.
Freez & A.R.T. - Les Demoiselles (2014)

4,0
0
geplaatst: 28 juni 2014, 16:29 uur
Na heel wat voorstudies en schetsen schilderde Picasso het doek Les Demoiselles d’Avignon (1907). De kunstwereld reageerde geschokt op het gewaagde, hoekige schilderij. In retrospectief is dit het begin van het kubisme geweest. Na tien jaar samen muziek maken brengen Freez en A.R.T. hun eerste album samen uit: Les Demoiselles. De titel verwijst naar de lange aanlooptijd, maar die aanloop werpt zijn vruchten af.
A.R.T. heeft al heel wat productiewerk gedaan voor de top van de Nederlandse hiphop. Rapper Freez is een minder bekende naam. Daar zal na Les Demoiselles hopelijk snel verandering inkomen. Een baanbrekend meesterwerk als Picasso’s schilderij is het album niet geworden, maar de plaat maakt zeker indruk.
En lees hier de rest van m'n recensie.
A.R.T. heeft al heel wat productiewerk gedaan voor de top van de Nederlandse hiphop. Rapper Freez is een minder bekende naam. Daar zal na Les Demoiselles hopelijk snel verandering inkomen. Een baanbrekend meesterwerk als Picasso’s schilderij is het album niet geworden, maar de plaat maakt zeker indruk.
En lees hier de rest van m'n recensie.
Fresku - Fresku (2010)

4,0
1
geplaatst: 21 april 2012, 23:40 uur
Fresku is emo. Ik ben ook emo. De godganselijke dag hebben we het over onze onzekerheid: Fresku is bang dat z’n vriendin bij hem weggaat. De mijne en ik zijn al uit elkaar, dus ik hoef alleen nog maar onzeker te zijn over mijn dikke buik. Als ik onstage m’n shirt uit zou trekken zou niemand me meer aan willen kijken, maar gelukkig maar dat ik niet op een podium sta. Fresku wel en alleen daarom is hij al een baas, hoe hij over zijn eigen twijfels en donkere kanten rapt is namelijk, althans mijns inziens, bewonderenswaardig.
Atmosphere is emo, Fresku ook. Slug zou trots zijn als hij A) Nederlands kon verstaan en B) nummers als ‘Nos Baranka’ en ‘Alleen’ zou beluisteren. Vooral het eerste nummer is een kunststukje vol intens en meeslepend gerapte storytelling. ‘Alleen’ is wat conventioneler, maar snijdt nog altijd belangrijke onderwerpen als eenzaamheid, huiselijk geweld en kindermisbruik aan. Fresku’s boodschap aan het einde is goedbedoeld, maar klinkt nogal kitscherig, maar toch. Deze man heeft het hart op de juiste plek zitten en dan moet je af en toe tegen kitsch aanzitten. Ook in ‘Is Dit Alles?’ wordt die grens opgezocht: ene Michael Bryan zingt het clichématige, flauwe r&b-refreintje, maar toch, het is wel ‘Is Dit Alles?’ en dat is een meeslepend nummer met een intelligente tekst over raciale verschillen. Zo makkelijk is het.
Want in plaats van in een hoekje blijven huilen denkt Fresku na en als hij nadenkt gaat dat ook over de zwaardere onderwerpen in het leven. Dat de beste man bij vlagen erg krom Nederlands of flinke taalfouten gebruikt (mijn favoriet is ‘Ik kan niet tegen dit’) is het duidelijk dat hij vrij intelligent is, of althans een onderbouwde mening over allerlei zaken heeft. Nog voordat Günter Grass heel Duitsland over zich heen kreeg leverde Fresku in ‘Het Beloofde Land’ kritiek aan het adres van Israel. Over het hoe en waarom en of dat terecht is ga ik hier niet uitweiden, want die materie is al complex genoeg. Maar toch, Fresku snijdt een aantal sterke punten aan.
Maar eerlijk is eerlijk, het is niet allemaal briljant op dit titelloze debuut. ‘Maken van Muziek’ is ridicuul en ondermaats en de boodschap van ‘We Hebben Je Nodig’, een ode aan het gezin, is eerder schattig dan echt sterk. Daarnaast weten we het na een tijdje al wel: Fresku kreeg klappen met de riem, hij kon niet goed meekomen met de rest van de klas en hij voelde zich ook heel onzeker en hij heeft nog altijd een gebrek aan zelfvertrouwen. ‘Ik Ben Hier’ is ook vrij overbodig eigenlijk, omdat de strekking van de tekst ook beter, compacter en minder huilerig in ‘Twijfel’ wordt verwerkt, en bovendien zie je de ‘twist’ al vanaf het begin aankomen: ‘Je vraagt je af wie deze jongen is/Het antwoord is: de jonge ik’.
Desondanks zijn deze relatieve minpuntjes (alleen ‘Maken van Muziek’ is echt een uitglijder van jewelste) makkelijk weg te strepen tegenover echt sterk materiaal als elk al eerder aangehaalde nummer wat ik positief aanhaalde in deze bespreking, aangevuld met het ijzersterke ‘Nieuwe Dag’ (met sterke gastrol van Winne), of wat lichter materiaal als ‘Kutkop’ en ‘Lamballen’. Deze laatste is toch wel erg melig, maar biedt ook ruimte voor zelfspot. ‘Kutkop’ is eigenlijk net wat serieuzer dan je zou verwachten: naast kritiek op het materialisme, hedonisme en gebrek aan vernieuwing in de hiphopscene, het succes als Gino Pieternaai die bijna zijn eigen leven is gaan leiden en de verwachtingen die mensen van hem hebben, neemt Fresku ook hier weer zijn imago als emo op de hak: ‘Ik haat het om van mezelf te houden’. Het vat misschien de gedachte achter Fresku het best samen, als dat al mogelijk is. Dit debuut is stukken complexer dan je zou denken, omdat Fresku alles zo schijnbaar simpel lijkt te verwoorden. Zoiets is een teken van onmiskenbaar talent.
Atmosphere is emo, Fresku ook. Slug zou trots zijn als hij A) Nederlands kon verstaan en B) nummers als ‘Nos Baranka’ en ‘Alleen’ zou beluisteren. Vooral het eerste nummer is een kunststukje vol intens en meeslepend gerapte storytelling. ‘Alleen’ is wat conventioneler, maar snijdt nog altijd belangrijke onderwerpen als eenzaamheid, huiselijk geweld en kindermisbruik aan. Fresku’s boodschap aan het einde is goedbedoeld, maar klinkt nogal kitscherig, maar toch. Deze man heeft het hart op de juiste plek zitten en dan moet je af en toe tegen kitsch aanzitten. Ook in ‘Is Dit Alles?’ wordt die grens opgezocht: ene Michael Bryan zingt het clichématige, flauwe r&b-refreintje, maar toch, het is wel ‘Is Dit Alles?’ en dat is een meeslepend nummer met een intelligente tekst over raciale verschillen. Zo makkelijk is het.
Want in plaats van in een hoekje blijven huilen denkt Fresku na en als hij nadenkt gaat dat ook over de zwaardere onderwerpen in het leven. Dat de beste man bij vlagen erg krom Nederlands of flinke taalfouten gebruikt (mijn favoriet is ‘Ik kan niet tegen dit’) is het duidelijk dat hij vrij intelligent is, of althans een onderbouwde mening over allerlei zaken heeft. Nog voordat Günter Grass heel Duitsland over zich heen kreeg leverde Fresku in ‘Het Beloofde Land’ kritiek aan het adres van Israel. Over het hoe en waarom en of dat terecht is ga ik hier niet uitweiden, want die materie is al complex genoeg. Maar toch, Fresku snijdt een aantal sterke punten aan.
Maar eerlijk is eerlijk, het is niet allemaal briljant op dit titelloze debuut. ‘Maken van Muziek’ is ridicuul en ondermaats en de boodschap van ‘We Hebben Je Nodig’, een ode aan het gezin, is eerder schattig dan echt sterk. Daarnaast weten we het na een tijdje al wel: Fresku kreeg klappen met de riem, hij kon niet goed meekomen met de rest van de klas en hij voelde zich ook heel onzeker en hij heeft nog altijd een gebrek aan zelfvertrouwen. ‘Ik Ben Hier’ is ook vrij overbodig eigenlijk, omdat de strekking van de tekst ook beter, compacter en minder huilerig in ‘Twijfel’ wordt verwerkt, en bovendien zie je de ‘twist’ al vanaf het begin aankomen: ‘Je vraagt je af wie deze jongen is/Het antwoord is: de jonge ik’.
Desondanks zijn deze relatieve minpuntjes (alleen ‘Maken van Muziek’ is echt een uitglijder van jewelste) makkelijk weg te strepen tegenover echt sterk materiaal als elk al eerder aangehaalde nummer wat ik positief aanhaalde in deze bespreking, aangevuld met het ijzersterke ‘Nieuwe Dag’ (met sterke gastrol van Winne), of wat lichter materiaal als ‘Kutkop’ en ‘Lamballen’. Deze laatste is toch wel erg melig, maar biedt ook ruimte voor zelfspot. ‘Kutkop’ is eigenlijk net wat serieuzer dan je zou verwachten: naast kritiek op het materialisme, hedonisme en gebrek aan vernieuwing in de hiphopscene, het succes als Gino Pieternaai die bijna zijn eigen leven is gaan leiden en de verwachtingen die mensen van hem hebben, neemt Fresku ook hier weer zijn imago als emo op de hak: ‘Ik haat het om van mezelf te houden’. Het vat misschien de gedachte achter Fresku het best samen, als dat al mogelijk is. Dit debuut is stukken complexer dan je zou denken, omdat Fresku alles zo schijnbaar simpel lijkt te verwoorden. Zoiets is een teken van onmiskenbaar talent.
Fresku - Maskerade (2012)

4,0
0
geplaatst: 29 juni 2012, 22:36 uur
Wat ik na flink aantal luisterbeurten nu precies van Maskerade moet denken, ik weet het nog steeds niet. Enerzijds zijn de r&b-refreintjes gebleven, zelfs Brace komt opdraven, maar anderzijds komt Fresku vaak nog minder toegankelijk uit de hoek dan op zijn debuut. Opener ‘Maskerade’ belooft een diepe afdaling in Fresku’s psyche, maar dat valt uiteindelijk nog wel mee. Een nummer als ‘Twijfel’ ontbreekt, al komt ‘Keuzes’ in de buurt.
Maar was Fresku ten tijde van zijn debuut een prima alternatief voor de soms iets te artyfarty Typhoon, op zijn tweede album zijn er een stuk meer wat meligere nummers te vinden. Fresku gaat niet meer op zijn eigen naïeve manier aan de slag met thema’s als de wereldpolitiek, bolletjesslikkers of slavernij, maar biedt ongeveer drie smaken teksten: die vol zelfhaat en -spot, serieuze nummers en een hoop kritiek op de Nederlandse hiphopscene.
Vooral dit laatste is wat aan de flauwe kant, al krijgt Giel Beelen nog een briljante pets mee in de vorm van ‘Blanke pubers vinden mij de beste/Geen money en geen bitches, wat een wijze teksten’. ‘#EchteTories’ is veel minder spitsvondig en bovendien is de sneer aan het adres van Diggy Dex wel erg flauw en onnodig. Laatstgenoemde is misschien geen hoogvlieger en wat aan de studentikoze kant, maar wel een sympathieke en integere jongen. Fresku komt met zulke wat flauwe commentaar op andere rappers veel minder integer en sympathiek over, vooral als hij wel gaat beweren dat iedereen over geld en vrouwen rapt en dan man en paard níét noemt, maar wel Diggy Dex en Skiggy Rapz specifiek noemt. De parodie op Sef en Faberyayo is wel vrij briljant; een typisch gevalletje van ‘de humor redt de bedoelingen’.
En daar zit ergens het vreemde van Maskerade: deels een hoop gekat over een gebrek aan integriteit in de hiphopscene, deels het aan de eigen integriteit knagen. Want laten we wel zijn: waarom die r&b-refreintjes, waarom veel meer melige nummers terwijl Fresku klaagt over dat iedereen hem alleen leuk vindt als hij grappig doet? Het zijn van die dingen waar ik gewoon niet meer uitkom als ik er over na gaan denken; een beetje net zoals de Bijbel, maar dat is een ander verhaal.
De draaikonterij wordt echter wel goedgepraat door de kwaliteit van de cd. Het debuut bevatte zowel een flink aantal gewoon aardige tracks als een aantal flinke uitschieters, maar hier steekt eigenlijk niks er echt bovenuit. Het is vrij consistent in kwaliteit, maar tegelijkertijd wel een grabbelton aan stijlen en ideeën. Fresku lijkt zowel naar de ‘blanke pubers’ te kijken als naar de jongens die met hun mobieltjes anderen lastigvallen met hun doorgaans matige smaak in hiphop. ‘Cirkels’, met Izaline Calister nota bene, moet de eerste groep tevreden houden; de tweede groep kan overal ‘Sukkels’ door de telefoonspeakertjes jagen.
Maar vooruit, dat is toch gewoon luisterplezier voor het hele gezin? Het is verdomme geen concept, zonder vooraf vastgestelde doelgroep, etcetera etcetera. Het is allemaal zo zichzelf tegensprekend als iemands geest, in dit geval die van een rapper die laat zien dat heel wat mensen gaan rappen in plaats van dat ze naar de psychiater gaan. Welkom in de grote Fresku-egoshow, iedereen opgeflikkerd.
Maar was Fresku ten tijde van zijn debuut een prima alternatief voor de soms iets te artyfarty Typhoon, op zijn tweede album zijn er een stuk meer wat meligere nummers te vinden. Fresku gaat niet meer op zijn eigen naïeve manier aan de slag met thema’s als de wereldpolitiek, bolletjesslikkers of slavernij, maar biedt ongeveer drie smaken teksten: die vol zelfhaat en -spot, serieuze nummers en een hoop kritiek op de Nederlandse hiphopscene.
Vooral dit laatste is wat aan de flauwe kant, al krijgt Giel Beelen nog een briljante pets mee in de vorm van ‘Blanke pubers vinden mij de beste/Geen money en geen bitches, wat een wijze teksten’. ‘#EchteTories’ is veel minder spitsvondig en bovendien is de sneer aan het adres van Diggy Dex wel erg flauw en onnodig. Laatstgenoemde is misschien geen hoogvlieger en wat aan de studentikoze kant, maar wel een sympathieke en integere jongen. Fresku komt met zulke wat flauwe commentaar op andere rappers veel minder integer en sympathiek over, vooral als hij wel gaat beweren dat iedereen over geld en vrouwen rapt en dan man en paard níét noemt, maar wel Diggy Dex en Skiggy Rapz specifiek noemt. De parodie op Sef en Faberyayo is wel vrij briljant; een typisch gevalletje van ‘de humor redt de bedoelingen’.
En daar zit ergens het vreemde van Maskerade: deels een hoop gekat over een gebrek aan integriteit in de hiphopscene, deels het aan de eigen integriteit knagen. Want laten we wel zijn: waarom die r&b-refreintjes, waarom veel meer melige nummers terwijl Fresku klaagt over dat iedereen hem alleen leuk vindt als hij grappig doet? Het zijn van die dingen waar ik gewoon niet meer uitkom als ik er over na gaan denken; een beetje net zoals de Bijbel, maar dat is een ander verhaal.
De draaikonterij wordt echter wel goedgepraat door de kwaliteit van de cd. Het debuut bevatte zowel een flink aantal gewoon aardige tracks als een aantal flinke uitschieters, maar hier steekt eigenlijk niks er echt bovenuit. Het is vrij consistent in kwaliteit, maar tegelijkertijd wel een grabbelton aan stijlen en ideeën. Fresku lijkt zowel naar de ‘blanke pubers’ te kijken als naar de jongens die met hun mobieltjes anderen lastigvallen met hun doorgaans matige smaak in hiphop. ‘Cirkels’, met Izaline Calister nota bene, moet de eerste groep tevreden houden; de tweede groep kan overal ‘Sukkels’ door de telefoonspeakertjes jagen.
Maar vooruit, dat is toch gewoon luisterplezier voor het hele gezin? Het is verdomme geen concept, zonder vooraf vastgestelde doelgroep, etcetera etcetera. Het is allemaal zo zichzelf tegensprekend als iemands geest, in dit geval die van een rapper die laat zien dat heel wat mensen gaan rappen in plaats van dat ze naar de psychiater gaan. Welkom in de grote Fresku-egoshow, iedereen opgeflikkerd.