Hier kun je zien welke berichten CorvisChristi als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.
AirSculpture - Burn (2008)
Alternatieve titel: Live at the Second Hampshire Jam

4,0
0
CorvisChristi (crew)
geplaatst: 9 mei 2015, 12:47 uur
Burn van het Britse trio AirSculpture is een live-album, opgenomen tijdens de Second Hampshire Jam Festival in november 2002 in Liphook, Hampshire en uiteindelijk uitgebracht in 2008.
AirSculpure staat bekend om hun vele live-albums, die vaak in één take opgenomen zijn en eigenlijk altijd bestaan uit 100% geïmproviseerd materiaal. Het is deze vorm van muziek maken die voor de band het beste werkt en die, naar ze zelf zeggen, het beste in hun naar boven haalt. AirSculpture is dan ook een echte live-band en ze worden beschouwd als één van de bekendere acts uit het Verenigd Koninkrijk die de retro-sound van de Berlijnse School als geen ander weten vast te leggen.
Zo ook dus op dit album, die vooral een soort van herboren Tangerine Dream laat horen. Het had zomaar een vervolg op hun legendarische Ricochet-album kunnen wezen!!
Mooie, gedragen en ingetogen synth-akkoorden openen "Stage 1". Een opening die zich minutenlang rustig ontvouwt. Tegen de achtste minuut verdwijnen de synth-akkoorden en doet een vreemde sequencer zijn intrede in combinatie met bubbelende en galmende geluidseffecten. Deze combinatie houdt een aantal minuten aan om vervolgens redelijk ongemerkt over te gaan in "Stage 2".
"Stage 2" kent wederom een mooie, rustige opening. Een fluitklank zweeft op de achtergrond, terwijl er op de voorgrond zoemende en dromerige klanken te horen zijn. Langzamerhand worden deze klanken ijler, totdat er wederom de ene na de andere synth-laag langzaam op elkaar worden gelegd terwijl er constant broeierige geluidseffecten op de achtergrond te horen zijn.
Op een gegeven moment zorgen staccato-klanken voor wat meer leven in de brouwerij, totdat een langzame sequencer tot ontwikkeling komt. Zodra zich dan ook nog eens die prachtige, warme en lang aangezette synth-akkoorden met zo nu en dan heerlijk solo-werk de sequencer vergezellen, is het feest compleet en domineert deze combinatie de tweede helft van deze levendige compositie.
Ongemerkt gaat de muziek over in "Stage 3". De sequencer is ondertussen een stuk nadrukkelijker gaan klinken en voert op een gegeven moment zelfs het tempo op, terwijl op de achtergrond de rest van de synthesizers gedragen en majestueus blijven klinken.
Rond de vierde minuut slaat het roer om, verdwijnt de sequencer en zorgen ritmische klanken voor een hoop dynamiek. Vanuit het ritme ontstaat een nieuwe sequencer, terwijl die kenmerkende retro-klanken uit de synths ook van zich laten horen. Op de achtergrond lijken ondertussen geluiden afkomstig uit een fabriek te horen te zijn. De muziek is qua dynamiek tegen die tijd al weer aan flink wat proportie toegenomen en naarmate het nummer vordert, wordt het alleen maar heftiger en heftiger, totdat de remmen rond de tiende minuut volledig losgaan. Snerpende solo's die klinken alsof overal de bliksem inslaat, worden uit de synths geknald, terwijl de sequencer als een denderende machine zijn nadrukkelijke werk blijft doen.
Naarmate "Stage 3" zijn einde nadert en de muziek ondertussen alweer is overgegaan in de laatste sectie van het album, namelijk "Stage 4", wordt het muzikale vuurwerk langzamerhand wat minder heftig, ondanks het feit dat de sequencer, die weer een andere muzikale gestalte heeft aangenomen, zijn werk blijft doen. Echter is er maar even tijd om naar adem te happen, gezien de muziek alweer naar een volgend heftig plan wordt getild. Uit de sequencer ontstaat namelijk op een gegeven moment weer een nieuwe, die het tempo andermaal verhoogd. Een flinke dosis ritmiek wordt eraan toegevoegd en de muziek zit op dat moment dan zo'n beetje in z'n hoogste versnelling. Knallend solowerk zorgt voor nog eens die extra 'touch' wat al met al voor een knallend slot zorgt van een album die z'n titel zeker nakomt!
Wie maar geen genoeg kan krijgen van de muziek van Tangerine Dream en Klaus Schulze uit, voor velen, hun beste periode, kan rustig in zee gaan met AirSculpture.
Waar ik nog wat minder enthousiast was over hun oude werk, is deze registratie toch wel andere koek en laat een zeer gedreven band horen die hun vak goed verstaat.
Origineel is het allemaal niet, maar het zit erg goed en degelijk in elkaar.
Concreet kan dus gewoon gezegd worden dat Burn een album is waarmee liefhebbers van een goed portie retro synthesizermuziek, goed mee uit de voeten zouden moeten kunnen.
AirSculpure staat bekend om hun vele live-albums, die vaak in één take opgenomen zijn en eigenlijk altijd bestaan uit 100% geïmproviseerd materiaal. Het is deze vorm van muziek maken die voor de band het beste werkt en die, naar ze zelf zeggen, het beste in hun naar boven haalt. AirSculpture is dan ook een echte live-band en ze worden beschouwd als één van de bekendere acts uit het Verenigd Koninkrijk die de retro-sound van de Berlijnse School als geen ander weten vast te leggen.
Zo ook dus op dit album, die vooral een soort van herboren Tangerine Dream laat horen. Het had zomaar een vervolg op hun legendarische Ricochet-album kunnen wezen!!
Mooie, gedragen en ingetogen synth-akkoorden openen "Stage 1". Een opening die zich minutenlang rustig ontvouwt. Tegen de achtste minuut verdwijnen de synth-akkoorden en doet een vreemde sequencer zijn intrede in combinatie met bubbelende en galmende geluidseffecten. Deze combinatie houdt een aantal minuten aan om vervolgens redelijk ongemerkt over te gaan in "Stage 2".
"Stage 2" kent wederom een mooie, rustige opening. Een fluitklank zweeft op de achtergrond, terwijl er op de voorgrond zoemende en dromerige klanken te horen zijn. Langzamerhand worden deze klanken ijler, totdat er wederom de ene na de andere synth-laag langzaam op elkaar worden gelegd terwijl er constant broeierige geluidseffecten op de achtergrond te horen zijn.
Op een gegeven moment zorgen staccato-klanken voor wat meer leven in de brouwerij, totdat een langzame sequencer tot ontwikkeling komt. Zodra zich dan ook nog eens die prachtige, warme en lang aangezette synth-akkoorden met zo nu en dan heerlijk solo-werk de sequencer vergezellen, is het feest compleet en domineert deze combinatie de tweede helft van deze levendige compositie.
Ongemerkt gaat de muziek over in "Stage 3". De sequencer is ondertussen een stuk nadrukkelijker gaan klinken en voert op een gegeven moment zelfs het tempo op, terwijl op de achtergrond de rest van de synthesizers gedragen en majestueus blijven klinken.
Rond de vierde minuut slaat het roer om, verdwijnt de sequencer en zorgen ritmische klanken voor een hoop dynamiek. Vanuit het ritme ontstaat een nieuwe sequencer, terwijl die kenmerkende retro-klanken uit de synths ook van zich laten horen. Op de achtergrond lijken ondertussen geluiden afkomstig uit een fabriek te horen te zijn. De muziek is qua dynamiek tegen die tijd al weer aan flink wat proportie toegenomen en naarmate het nummer vordert, wordt het alleen maar heftiger en heftiger, totdat de remmen rond de tiende minuut volledig losgaan. Snerpende solo's die klinken alsof overal de bliksem inslaat, worden uit de synths geknald, terwijl de sequencer als een denderende machine zijn nadrukkelijke werk blijft doen.
Naarmate "Stage 3" zijn einde nadert en de muziek ondertussen alweer is overgegaan in de laatste sectie van het album, namelijk "Stage 4", wordt het muzikale vuurwerk langzamerhand wat minder heftig, ondanks het feit dat de sequencer, die weer een andere muzikale gestalte heeft aangenomen, zijn werk blijft doen. Echter is er maar even tijd om naar adem te happen, gezien de muziek alweer naar een volgend heftig plan wordt getild. Uit de sequencer ontstaat namelijk op een gegeven moment weer een nieuwe, die het tempo andermaal verhoogd. Een flinke dosis ritmiek wordt eraan toegevoegd en de muziek zit op dat moment dan zo'n beetje in z'n hoogste versnelling. Knallend solowerk zorgt voor nog eens die extra 'touch' wat al met al voor een knallend slot zorgt van een album die z'n titel zeker nakomt!
Wie maar geen genoeg kan krijgen van de muziek van Tangerine Dream en Klaus Schulze uit, voor velen, hun beste periode, kan rustig in zee gaan met AirSculpture.
Waar ik nog wat minder enthousiast was over hun oude werk, is deze registratie toch wel andere koek en laat een zeer gedreven band horen die hun vak goed verstaat.
Origineel is het allemaal niet, maar het zit erg goed en degelijk in elkaar.
Concreet kan dus gewoon gezegd worden dat Burn een album is waarmee liefhebbers van een goed portie retro synthesizermuziek, goed mee uit de voeten zouden moeten kunnen.
Amberian Dawn - River of Tuoni (2008)

4,0
0
CorvisChristi (crew)
geplaatst: 30 november 2019, 12:11 uur
Het debuut van Amberian Dawn doet me erg denken aan oude Nightwish maar dan wel nog een graadje steviger, wat in het geval van deze band komt door het hardere en meer aanwezige gitaarwerk. Het siert de band dat ze verder pakkende, bij vlagen best wel rauwe, niet al te lange en to-the-point nummers afleveren die al snel een plekje in je hoofd weten te nestelen.
Praktisch elk nummer is goed, de sopraanzangeres Heidi Parviainen zingt mooi en doet niet onder voor Tarja Turunen wat mij betreft.
De band laat op dit debuut al goed horen waar ze toe in staat zijn maar ik heb wel het idee dat ze hier nog wat donkerder, harder en rauwer klinken dan op latere albums.
Op dit album weet Amberian Dawn door hun meer gitaar-gerichte aanpak en de wat rauwe productie zowaar een eigen sound neer te zetten, waarmee ze, ondanks dat ze op Nightwish lijken ten tijde van hun beginperiode, toch op eigen kracht kunnen en mogen staan.
Tot slot vind ik het verbazingwekkend dat hier zo weinig stemmen en berichten staan. Dit soort metal is toch vrij populair volgens mij. Sterker nog, dit is het eerste bericht wat bij dit album komt te staan sinds de laatste van Rinus van ruim 10 jaar geleden!!
Ik geef dit debuut een solide 4 punten en ben benieuwd naar hun overige albums.
Praktisch elk nummer is goed, de sopraanzangeres Heidi Parviainen zingt mooi en doet niet onder voor Tarja Turunen wat mij betreft.
De band laat op dit debuut al goed horen waar ze toe in staat zijn maar ik heb wel het idee dat ze hier nog wat donkerder, harder en rauwer klinken dan op latere albums.
Op dit album weet Amberian Dawn door hun meer gitaar-gerichte aanpak en de wat rauwe productie zowaar een eigen sound neer te zetten, waarmee ze, ondanks dat ze op Nightwish lijken ten tijde van hun beginperiode, toch op eigen kracht kunnen en mogen staan.
Tot slot vind ik het verbazingwekkend dat hier zo weinig stemmen en berichten staan. Dit soort metal is toch vrij populair volgens mij. Sterker nog, dit is het eerste bericht wat bij dit album komt te staan sinds de laatste van Rinus van ruim 10 jaar geleden!!
Ik geef dit debuut een solide 4 punten en ben benieuwd naar hun overige albums.
Analog '82 - Sunsets and Memories (2022)

3,5
1
CorvisChristi (crew)
geplaatst: 16 januari 2023, 21:59 uur
De al jaren in Nederland wonende Noorse DJ Robert Nickson, maakt hier onder zijn synthwave-alias Analog '82, zijn tweede album Sunset and Memories, een prima vervolg op het eerste album Youthtopia.
Net zoals op Youthtopia, is Sunset and Memories een heel fijne, melodieuze synthwave-plaat vol met catchy melodieuze synthwave-nummers die stuk voor stuk zich al snel in het gehoor nestelen.
De plaat straalt een zomerse sfeer uit, vanwege de vrolijke insteek die de nummers bezorgen en ondanks dat ook deze plaat weer vol staat met prima synthwave-muziek, is deze over de gehele linie niet zo sterk als voorganger Youthtopia.
Laten we het erop houden, dat de nummers individueel gezien nét niet zo memorabel zijn als die op de voorganger, ondanks dat er eigenlijk weinig mis is met de plaat.
Hou je dan ook van melodieuze synthwave waar de thema's per nummer duidelijk op de voorgrond staan, dan kan je niet om dit vrolijke plaatje heen.
Er staan stuk voor stuk gewoon heel leuke tracks op dit album, zoals het mooie, energieke en tegelijkertijd charmante "Metropolis", het vlotte, speelse "Bayside", het stoere en bijna episch klinkende "Orion" wat met gemak het beste nummer is van de plaat en ook "Santa Cruz" heeft een memorabele 'feel' over zich met zijn meeslepende en catchy thema.
Conclusie: gewoon een zeer acceptabel en prima vervolg op Youthtopia, is Sunset and Memories een heel erg fijne synthwave-plaat die elke keer weer uitnodigd om afgespeeld te worden. Niet elk nummer is sterk, maar dat mag de pret niet drukken. Een dikke 3,5 is deze Sunset and Memories het dan ook zeker waard.
Net zoals op Youthtopia, is Sunset and Memories een heel fijne, melodieuze synthwave-plaat vol met catchy melodieuze synthwave-nummers die stuk voor stuk zich al snel in het gehoor nestelen.
De plaat straalt een zomerse sfeer uit, vanwege de vrolijke insteek die de nummers bezorgen en ondanks dat ook deze plaat weer vol staat met prima synthwave-muziek, is deze over de gehele linie niet zo sterk als voorganger Youthtopia.
Laten we het erop houden, dat de nummers individueel gezien nét niet zo memorabel zijn als die op de voorganger, ondanks dat er eigenlijk weinig mis is met de plaat.
Hou je dan ook van melodieuze synthwave waar de thema's per nummer duidelijk op de voorgrond staan, dan kan je niet om dit vrolijke plaatje heen.
Er staan stuk voor stuk gewoon heel leuke tracks op dit album, zoals het mooie, energieke en tegelijkertijd charmante "Metropolis", het vlotte, speelse "Bayside", het stoere en bijna episch klinkende "Orion" wat met gemak het beste nummer is van de plaat en ook "Santa Cruz" heeft een memorabele 'feel' over zich met zijn meeslepende en catchy thema.
Conclusie: gewoon een zeer acceptabel en prima vervolg op Youthtopia, is Sunset and Memories een heel erg fijne synthwave-plaat die elke keer weer uitnodigd om afgespeeld te worden. Niet elk nummer is sterk, maar dat mag de pret niet drukken. Een dikke 3,5 is deze Sunset and Memories het dan ook zeker waard.
Analog '82 - Youthtopia (2020)

4,0
0
CorvisChristi (crew)
geplaatst: 21 oktober 2022, 00:03 uur
EDe van oorsprong Noorse Trance DJ en producer Robert Nickson (geboren in het Verenigd Koninkrijk, maar al jaren wonend in Nederland), maakt onder zijn alias Analog '82 met zijn album Youthtopia, zijn synthwave-debuut. En dit doet hij op zeer verdienstelijke wijze.
Geheel in de stijl van andere synthwave-producers zoals Morgan Willis, Marvel83' en Timecop1983, presenteert Analog '82 een zeer catchy en melodieuze synthwave-sound, die van begin tot eind zeer aanstekelijk en lekker klinkt.
Wat Analog '82 tevens goed doet, is de synthwave boeiend en verfrissend houden door elk nummer daadwerkelijk van een eigen smoelwerk te voorzien, waardoor het allesbehalve eenvormig en eentonig gaat klinken, wat bij synthwave nog wel eens kan gebeuren. Het is dan ook typisch een genre binnen de electronische muziek, die, alhoewel goed bedoeld, wat aan de aandacht kan ontsnappen als het niet interessant genoeg klinkt.
Het mooie namelijk van Youthtopia is dat het zelfs redelijk verrassend klinkt.
Zo gaat het album van start met "Lea", wat eigenlijk dienst doet als intro op "Demi". Echter is het niet zomaar een intro. Het gaat groots van start met mooie synth-lagen en weidse melodielijnen die zo van de Blade Runner-soundtrack afkomstig zouden kunnen zijn. Gaaf en sfeervol gedaan!
De overgang naar "Demi" is dan ook al meteen een goede binnenkomer en zet de toon voor de rest van het album, die laat horen dat synthwave er als genre wel degelijk toe doet! Zolang je het maar voor elkaar krijgt om e.e.a. pakkend en aanstekelijk te houden d.m.v. goede en memorabele thema's. En Youthtopia staat er vol mee!
"Tiffani" is zo mogelijk nog beter. Wat een ongelooflijk fijn nummer is dit zeg! Het thema is met afstand het beste van het gehele album. Wat het nummer ook zo goed maakt, is het nuttige gebruik van stem-samples. De samples bestaan uit gesprekken tussen een aantal mensen die het over de techniek en mogelijkheden van moderne opname-studios in de jaren '80 hebben. Het past perfect bij het nummer en tilt het nummer zelfs naar een hoger plan.
Het meer up-tempo "Michelle" is ook zo'n energiek staaltje synthwave met aanstekelijke melodielijnen die verweven in elkaar, ervoor zorgen dat het nummer niet uit je kop te krijgen is.
"Jennifer" heeft een iets dromerige sfeer en lijkt op den duur wat te eentonig te gaan klinken, maar door subtiele invalshoeken en andere kleine accenten die terug te horen zijn, zorgt dit er toch voor dat ook dit nummer prima te behapstukken is.
"Phoebe" schroeft het tempo wat flinker omhoog en is synthwave op zijn energiekst met toffe en stoere melodielijnen die het nummer een punch geeft.
"Whitney" laat de Blade Runner-feel weer een beetje terug komen en is epische synthwave op z'n best. De weids aangezette melodielijnen zijn hier opvallend te noemen en dragen ertoe bij dat het nummer veel kleur krijgt.
"Molly" laat er ook geen gras over groeien en is samen met "Phoebe" de vlotste track vertegenwoordigd op Youthtopia. Dit is synthwave op zijn best. Sprankelend, catchy, boeiend en het blijft in je hoofd genesteld!
"Ally" heeft een beetje een rave-feel over zich. Het nummer ontspruit zich in eerste instantie als wellicht niet de meest opvallende track van het album, maar zodra de beat even verdwijnt en een opvallend thema naar de oppervlakte komt, wordt het opeens een ander verhaal. Ook een heel fijn nummer!
Afsluiter "Kelly" laat de Blade Runner-sfeer weer naar boven komen en is een weliswaar wat minder vlot, maar zeker wel fijne en dromerige afsluiter van een zeer fijn synthwave-album, die ik iedereen die een voorliefde heeft voor de retro synthi-pop van de jaren '80, maar ook artiesten en bands als Jean-Michel Jarre, John Carpenter, Vangelis (hallo Blade Runner) en Tangerine Dream, dan ook van harte kan aanbevelen.
Youthtopia is dan ook een absolute aanrader op synthwave-gebied. Robert Nickson verstaat zijn vak goed en schotelt binnen een slordige 40 minuten tien nummers voor die allemaal hun eigen karakter uitademen. Zou het karakter van de muziek toevallig slaan op de dames waar Robert Nickson de titels van de nummers naar vernoemd heeft? En zo ja, waar zou hij ze van kennen dan
?
Concreet: houd je van goede, memorabele en melodieuze synthwave? Check Analog '82's Youthtopia!
Geheel in de stijl van andere synthwave-producers zoals Morgan Willis, Marvel83' en Timecop1983, presenteert Analog '82 een zeer catchy en melodieuze synthwave-sound, die van begin tot eind zeer aanstekelijk en lekker klinkt.
Wat Analog '82 tevens goed doet, is de synthwave boeiend en verfrissend houden door elk nummer daadwerkelijk van een eigen smoelwerk te voorzien, waardoor het allesbehalve eenvormig en eentonig gaat klinken, wat bij synthwave nog wel eens kan gebeuren. Het is dan ook typisch een genre binnen de electronische muziek, die, alhoewel goed bedoeld, wat aan de aandacht kan ontsnappen als het niet interessant genoeg klinkt.
Het mooie namelijk van Youthtopia is dat het zelfs redelijk verrassend klinkt.
Zo gaat het album van start met "Lea", wat eigenlijk dienst doet als intro op "Demi". Echter is het niet zomaar een intro. Het gaat groots van start met mooie synth-lagen en weidse melodielijnen die zo van de Blade Runner-soundtrack afkomstig zouden kunnen zijn. Gaaf en sfeervol gedaan!
De overgang naar "Demi" is dan ook al meteen een goede binnenkomer en zet de toon voor de rest van het album, die laat horen dat synthwave er als genre wel degelijk toe doet! Zolang je het maar voor elkaar krijgt om e.e.a. pakkend en aanstekelijk te houden d.m.v. goede en memorabele thema's. En Youthtopia staat er vol mee!
"Tiffani" is zo mogelijk nog beter. Wat een ongelooflijk fijn nummer is dit zeg! Het thema is met afstand het beste van het gehele album. Wat het nummer ook zo goed maakt, is het nuttige gebruik van stem-samples. De samples bestaan uit gesprekken tussen een aantal mensen die het over de techniek en mogelijkheden van moderne opname-studios in de jaren '80 hebben. Het past perfect bij het nummer en tilt het nummer zelfs naar een hoger plan.
Het meer up-tempo "Michelle" is ook zo'n energiek staaltje synthwave met aanstekelijke melodielijnen die verweven in elkaar, ervoor zorgen dat het nummer niet uit je kop te krijgen is.
"Jennifer" heeft een iets dromerige sfeer en lijkt op den duur wat te eentonig te gaan klinken, maar door subtiele invalshoeken en andere kleine accenten die terug te horen zijn, zorgt dit er toch voor dat ook dit nummer prima te behapstukken is.
"Phoebe" schroeft het tempo wat flinker omhoog en is synthwave op zijn energiekst met toffe en stoere melodielijnen die het nummer een punch geeft.
"Whitney" laat de Blade Runner-feel weer een beetje terug komen en is epische synthwave op z'n best. De weids aangezette melodielijnen zijn hier opvallend te noemen en dragen ertoe bij dat het nummer veel kleur krijgt.
"Molly" laat er ook geen gras over groeien en is samen met "Phoebe" de vlotste track vertegenwoordigd op Youthtopia. Dit is synthwave op zijn best. Sprankelend, catchy, boeiend en het blijft in je hoofd genesteld!
"Ally" heeft een beetje een rave-feel over zich. Het nummer ontspruit zich in eerste instantie als wellicht niet de meest opvallende track van het album, maar zodra de beat even verdwijnt en een opvallend thema naar de oppervlakte komt, wordt het opeens een ander verhaal. Ook een heel fijn nummer!
Afsluiter "Kelly" laat de Blade Runner-sfeer weer naar boven komen en is een weliswaar wat minder vlot, maar zeker wel fijne en dromerige afsluiter van een zeer fijn synthwave-album, die ik iedereen die een voorliefde heeft voor de retro synthi-pop van de jaren '80, maar ook artiesten en bands als Jean-Michel Jarre, John Carpenter, Vangelis (hallo Blade Runner) en Tangerine Dream, dan ook van harte kan aanbevelen.
Youthtopia is dan ook een absolute aanrader op synthwave-gebied. Robert Nickson verstaat zijn vak goed en schotelt binnen een slordige 40 minuten tien nummers voor die allemaal hun eigen karakter uitademen. Zou het karakter van de muziek toevallig slaan op de dames waar Robert Nickson de titels van de nummers naar vernoemd heeft? En zo ja, waar zou hij ze van kennen dan

Concreet: houd je van goede, memorabele en melodieuze synthwave? Check Analog '82's Youthtopia!
Anathema - Alternative 4 (1998)

4,0
0
CorvisChristi (crew)
geplaatst: 20 juni 2010, 00:13 uur
Dit is eigenlijk het album waarmee het voor Anathema allemaal écht begon. Het typische underground-geluid van de vorige platen wordt hier ingeruild voor een kristalheldere productie en over het algemeen toegankelijkere nummers. Voor een groot gedeelte valt dit te danken aan de zang van Vincent, die vanaf deze plaat qua stemgeluid z'n draai definitief gevonden heeft. Dan zou je denken dat het het album automatisch beter maakt dan de vorige. Nee...niet zozeer. De bij vlagen wat avontuurlijke, zoekende en mystieke sound van de vorige 2 platen Eternity en The Silent Enigma is hier grotendeels afwezig. Daar krijgen we in de plaats compacte en doordachte, erg op de zang gerichte songs voor terug. En die zijn zeker niet slecht. Integendeel: Alternative 4 is gewoon een goede plaat! Maar persoonlijk één van de wat mindere. Relatief gezien dan, want deze plaat verdient nog altijd 4 dikverdiende punten.
Waar Eternity langzamerhand de overgang zou inzetten, is dit album de basis voor de definitieve koerswijziging, waarmee opvolger Judgement de perfectionering van dit album genoemd mag worden. En ondanks de veranderingen, krijgt Anathema het toch voor elkaar, om iets onmiskenbaars in hun sound te bewaren, iets wat vanaf de eerste plaat aanwezig zou zijn in hun muziek. En dit vertaald zich in uitstekende, erg op het gevoel inspelende songs. En nadat ik dit album wist te waarderen, kon het w.m.b. niet meer stuk. Judgement zou dit voor mij helemaal bewijzen, aangezien ik dat één van hun beste platen vind.
Alternative 4 is een bijzonder album van een bijzondere band. Klassiekers als "Fragile Dreams", "Inner Silence" en "Regret" bewijzen dat eens te meer.
Alleen wat moet er door het hoofd van Duncan Patterson zijn geschoten toen hij de tekst schreef voor het titelnummer?:"I'll dance with the angels to celebrate the holocaust". Ik krijg altijd een beetje rillingen zodra Vincent de grillige zanglijn inzet, waarbij dit stukje verontrustende tekst naar voren komt...
Waar Eternity langzamerhand de overgang zou inzetten, is dit album de basis voor de definitieve koerswijziging, waarmee opvolger Judgement de perfectionering van dit album genoemd mag worden. En ondanks de veranderingen, krijgt Anathema het toch voor elkaar, om iets onmiskenbaars in hun sound te bewaren, iets wat vanaf de eerste plaat aanwezig zou zijn in hun muziek. En dit vertaald zich in uitstekende, erg op het gevoel inspelende songs. En nadat ik dit album wist te waarderen, kon het w.m.b. niet meer stuk. Judgement zou dit voor mij helemaal bewijzen, aangezien ik dat één van hun beste platen vind.
Alternative 4 is een bijzonder album van een bijzondere band. Klassiekers als "Fragile Dreams", "Inner Silence" en "Regret" bewijzen dat eens te meer.
Alleen wat moet er door het hoofd van Duncan Patterson zijn geschoten toen hij de tekst schreef voor het titelnummer?:"I'll dance with the angels to celebrate the holocaust". Ik krijg altijd een beetje rillingen zodra Vincent de grillige zanglijn inzet, waarbij dit stukje verontrustende tekst naar voren komt...
Anathema - Distant Satellites (2014)

4,0
0
CorvisChristi (crew)
geplaatst: 22 juni 2014, 23:05 uur
Anathema's We're Here Because We're Here uit 2010, het langverwachte studioalbum 7 jaar na A Natural Disaster, sloeg bij mij in als een bom. Werkelijk een uitstekende plaat die ik dan ook nog steeds beschouw als één van de beste albums van de band.
Na het tussendoortje Falling Deeper uit 2011, verschijnt in 2012 de veelbelovende opvolger Weather Systems. Naast dat het tot dan toe één van de meest succesvolle albums is voor Anathema, is het ook nog eens een dijk van een opvolger op een album die al moeilijk te overtreffen valt. Dat doet WS dan ook niet, maar komt daar wel gevaarlijk dicht bij in de buurt.
En nu, na de prachtige live-registratie van Universal, is er dan Distant Satellites. En na 2 bejubelde studio-albums van hoog niveau op rij, rest de vraag: kan Distant Satellites het waarmaken net zo'n gedenkwaardig en fantastisch album te zijn als We're Here Because We're Here en Weather Systems? Het antwoord daarop is ja en nee.
In ieder geval is het wederom knap dat Anathema met zoveel gevoel en emotie in zowel hun muziek als zang, mij weer op de knieën weet te krijgen. Wat dat betreft kent het album degelijk een aantal WOW-momenten. Echter zijn het er nu wel redelijk wat minder dan de 2 voorgangers, waarmee ik dit album gewoon direct mee vergelijk. Want qua sfeer en thematiek van de teksten is DS gewoon de logische voortzetting van het werk zoals we dat van de afgelopen 4 jaar kennen van de band.
Vooral WS schiet regelmatig door mijn hoofd, als de eerste helft van DS mijn oortjes streelt. Wat zeker niet per se vervelend is; immers zijn de eerste delen van "The Lost Song", alhoewel voorspelbaar en muzikaal en conceptueel gezien wel héél erg leunend op het "Untouchable"-tweeluik van WS, wel érg goed. Vooral Part 2 is prachtig, met een glansrol voor Lee Douglas, die overigens op dit album zich van haar beste kant laat zien tot nu toe (let op: ze doet al héél goed mee op de voorgangers...kun je nagaan...) en verhoudingsgewijs dan ook heel veel aandacht krijgt. En blijkbaar vind 95% hier op MusicMeter dat ook, gezien ik in ieder geval hier bij de posts bij Distant Satellites nog niemand voorbij heb zien komen die klaagt over haar ‘irritant vibrerende’ stemgeluid. En nu maar hopen dat ik geen slapende honden heb wakker gemaakt...
!
Maar laten we uiteraard Vincent ook niet vergeten. Hij zingt over de gehele linie ook weer geweldig en lijkt qua zang voller en krachtiger te klinken dan op vorig werk van de band, wat zeker goed, maar niet per se essentieel is, gezien Vincent al jaren gewoon een goede zanger is.
Verder met het album: "Dusk (Dark is Descending)" bouwt sterk op, maar dut naar het einde in. Wat jammer is, gezien de potentie er zeker is. Het is namelijk andermaal erg mooi, maar valt niet noemenswaardig op t.o.v. de rest van de plaat. Tevens is het WS-gehalte ook tijdens dit nummer erg hoog, maar haalt ie niet het niveau van welk nummer dan ook van dat album.
"Ariel" is wel erg prachtig. Meeslepend en groots naar het einde toe. Wel met het gevoel dat ik het eerder heb gehoord, maar hier kan ik het hebben. Het opvallende thema blijft van begin tot eind hetzelfde, maar verveeld geen moment.
En dan volgt "The Lost Song Part 3", die als voorproefje op de release van DS op YouTube beluisterd kon worden. In eerste instantie was ik redelijk verrast, maar nu ik de rest van de plaat ken, is het helaas toch wel één van de mindere. Dit komt, doordat het eigenlijk niets toe voegt aan de eerdere 2 delen en daarbij komt ie, vrij misplaatst, zo ergens in het midden van de plaat, nog eens voorbij hobbelen. Het nummer gaat ook nergens heen en op het moment dat je denkt dat dat wel gebeurt, is ie plotsklaps afgelopen. Erg jammer, want het ontsiert de plaat een beetje.
Gelukkig zorgt "Anathema" dat het toch weer voor het grootste deel goed komt met het album. Na al die jaren is er weer iets van die druilerige somberheid in de muziek van Anathema te horen. Het nummer mag tevens als relatief 'heavy' bestempeld worden, getuige de indrukwekkende laatste minuten van de plaat met een weergaloze gitaarsolo van Danny. Wellicht ietwat gedurfd en pretentieus om zowaar een nummer op te nemen en die te vernoemen naar de bandnaam, maar het moet gezegd dat de kern van het muzikale deel van Anathema, wel voorbij komt tijdens dit nummer. En dan nemen we de cliché-matige tekst maar voor lief.
Zo nu en dan vind de band het leuk om opeens uit de bocht te vliegen met een nummer die eerder misplaatst klinkt dan dat het daadwerkelijk past op het album. "Get Off, Get Out" deed dit al op WHBWH en was de mindere van de plaat en "You're Not Alone" doet dit dus op DS. Tja, het heeft ergens wel wat, maar toch kan ik mezelf niet de indruk geven, dat ik het echt geslaagd vind.
“Firelight” dient als intro voor het titelnummer en is minimaal, maar erg ingetogen en sfeervol. Het gaat ook erg mooi over in het mooie, lang uitgesponnen titelnummer. En die moest groeien bij mij, mede door de elektronische beats die eronder zijn geknald. Had niet per se gehoeven voor mij, maar ondanks dat komt het niet geforceerd over en sluit het naadloos aan op de rest van het materiaal, ondanks de omslag die vooral met dit nummer en afsluiter “Take Shelter” er voor zorgt dat we hier niet helemaal met een Weather Systems Part 2 te maken hebben. Wellicht dat ze met de laatste 2 nummers van Distant Satellites voorzichtig een hint laten horen met wat Anathema van plan is op toekomstige releases. Wie weet…
“Take Shelter” sluit het album op euforische wijze af. Wederom rustig begin (zoals ze eigenlijk continu doen) en uiteindelijk barst het nummer open tot grootse proporties en sluit hiermee een zeer degelijk Anathema-album af.
Zeer degelijk, jazeker. Maar eerlijk is eerlijk: de verwachtingen waren hoog, heel hoog. Dat is bij mij nu eenmaal het geval bij Anathema. Ik vind ze érg goed. Als je al die jaren zulke goede albums aflevert, dan ligt het verwachtingspatroon gewoon hoog. En dat is flauw, want dan zou het wel eens tegen kunnen vallen. En dat is nu dus wel een beetje gebeurd. Het imponerende, emotionele karakter van de songs op Weather Systems hebben op Distant Satellites grotendeels plaats gemaakt voor meer van hetzelfde. Zeker niet slecht, maar toch een graadje minder. En WAAR is Danny op dit album?? En nee, dan heb ik het niet over zijn gitaarpartijen. Zijn mooie, ietwat breekbare stemgeluid biedt een mooi contrast tussen die van Vincent en Lee. Behalve de laatste regeltjes tijdens "Ariel" is ie niet te horen. En de geruchten over dat dit album harder zou worden, zijn ook grotendeels flauwekul. Op een aantal gitaar-uitspattingen na, is dit album allesbehalve heavy. Dat is Anathema ook al jaren niet meer.
En weet je, het is niet eens echt een issue allemaal. Immers verwachtte ik nogal wat van dit album niet? Ik bedoel: 4 punten is niet slecht, toch? Maar voor mijn doen dus relatief gezien laag voor een Anathema-album.
Misschien ben ik gewoon een beetje verwend door de jaren heen met een top-band als Anathema. Man, hou toch es op met zeuren, hoor ik iedereen nu denken! Dat doe ik dan nu ook
!
Na het tussendoortje Falling Deeper uit 2011, verschijnt in 2012 de veelbelovende opvolger Weather Systems. Naast dat het tot dan toe één van de meest succesvolle albums is voor Anathema, is het ook nog eens een dijk van een opvolger op een album die al moeilijk te overtreffen valt. Dat doet WS dan ook niet, maar komt daar wel gevaarlijk dicht bij in de buurt.
En nu, na de prachtige live-registratie van Universal, is er dan Distant Satellites. En na 2 bejubelde studio-albums van hoog niveau op rij, rest de vraag: kan Distant Satellites het waarmaken net zo'n gedenkwaardig en fantastisch album te zijn als We're Here Because We're Here en Weather Systems? Het antwoord daarop is ja en nee.
In ieder geval is het wederom knap dat Anathema met zoveel gevoel en emotie in zowel hun muziek als zang, mij weer op de knieën weet te krijgen. Wat dat betreft kent het album degelijk een aantal WOW-momenten. Echter zijn het er nu wel redelijk wat minder dan de 2 voorgangers, waarmee ik dit album gewoon direct mee vergelijk. Want qua sfeer en thematiek van de teksten is DS gewoon de logische voortzetting van het werk zoals we dat van de afgelopen 4 jaar kennen van de band.
Vooral WS schiet regelmatig door mijn hoofd, als de eerste helft van DS mijn oortjes streelt. Wat zeker niet per se vervelend is; immers zijn de eerste delen van "The Lost Song", alhoewel voorspelbaar en muzikaal en conceptueel gezien wel héél erg leunend op het "Untouchable"-tweeluik van WS, wel érg goed. Vooral Part 2 is prachtig, met een glansrol voor Lee Douglas, die overigens op dit album zich van haar beste kant laat zien tot nu toe (let op: ze doet al héél goed mee op de voorgangers...kun je nagaan...) en verhoudingsgewijs dan ook heel veel aandacht krijgt. En blijkbaar vind 95% hier op MusicMeter dat ook, gezien ik in ieder geval hier bij de posts bij Distant Satellites nog niemand voorbij heb zien komen die klaagt over haar ‘irritant vibrerende’ stemgeluid. En nu maar hopen dat ik geen slapende honden heb wakker gemaakt...

Maar laten we uiteraard Vincent ook niet vergeten. Hij zingt over de gehele linie ook weer geweldig en lijkt qua zang voller en krachtiger te klinken dan op vorig werk van de band, wat zeker goed, maar niet per se essentieel is, gezien Vincent al jaren gewoon een goede zanger is.
Verder met het album: "Dusk (Dark is Descending)" bouwt sterk op, maar dut naar het einde in. Wat jammer is, gezien de potentie er zeker is. Het is namelijk andermaal erg mooi, maar valt niet noemenswaardig op t.o.v. de rest van de plaat. Tevens is het WS-gehalte ook tijdens dit nummer erg hoog, maar haalt ie niet het niveau van welk nummer dan ook van dat album.
"Ariel" is wel erg prachtig. Meeslepend en groots naar het einde toe. Wel met het gevoel dat ik het eerder heb gehoord, maar hier kan ik het hebben. Het opvallende thema blijft van begin tot eind hetzelfde, maar verveeld geen moment.
En dan volgt "The Lost Song Part 3", die als voorproefje op de release van DS op YouTube beluisterd kon worden. In eerste instantie was ik redelijk verrast, maar nu ik de rest van de plaat ken, is het helaas toch wel één van de mindere. Dit komt, doordat het eigenlijk niets toe voegt aan de eerdere 2 delen en daarbij komt ie, vrij misplaatst, zo ergens in het midden van de plaat, nog eens voorbij hobbelen. Het nummer gaat ook nergens heen en op het moment dat je denkt dat dat wel gebeurt, is ie plotsklaps afgelopen. Erg jammer, want het ontsiert de plaat een beetje.
Gelukkig zorgt "Anathema" dat het toch weer voor het grootste deel goed komt met het album. Na al die jaren is er weer iets van die druilerige somberheid in de muziek van Anathema te horen. Het nummer mag tevens als relatief 'heavy' bestempeld worden, getuige de indrukwekkende laatste minuten van de plaat met een weergaloze gitaarsolo van Danny. Wellicht ietwat gedurfd en pretentieus om zowaar een nummer op te nemen en die te vernoemen naar de bandnaam, maar het moet gezegd dat de kern van het muzikale deel van Anathema, wel voorbij komt tijdens dit nummer. En dan nemen we de cliché-matige tekst maar voor lief.
Zo nu en dan vind de band het leuk om opeens uit de bocht te vliegen met een nummer die eerder misplaatst klinkt dan dat het daadwerkelijk past op het album. "Get Off, Get Out" deed dit al op WHBWH en was de mindere van de plaat en "You're Not Alone" doet dit dus op DS. Tja, het heeft ergens wel wat, maar toch kan ik mezelf niet de indruk geven, dat ik het echt geslaagd vind.
“Firelight” dient als intro voor het titelnummer en is minimaal, maar erg ingetogen en sfeervol. Het gaat ook erg mooi over in het mooie, lang uitgesponnen titelnummer. En die moest groeien bij mij, mede door de elektronische beats die eronder zijn geknald. Had niet per se gehoeven voor mij, maar ondanks dat komt het niet geforceerd over en sluit het naadloos aan op de rest van het materiaal, ondanks de omslag die vooral met dit nummer en afsluiter “Take Shelter” er voor zorgt dat we hier niet helemaal met een Weather Systems Part 2 te maken hebben. Wellicht dat ze met de laatste 2 nummers van Distant Satellites voorzichtig een hint laten horen met wat Anathema van plan is op toekomstige releases. Wie weet…
“Take Shelter” sluit het album op euforische wijze af. Wederom rustig begin (zoals ze eigenlijk continu doen) en uiteindelijk barst het nummer open tot grootse proporties en sluit hiermee een zeer degelijk Anathema-album af.
Zeer degelijk, jazeker. Maar eerlijk is eerlijk: de verwachtingen waren hoog, heel hoog. Dat is bij mij nu eenmaal het geval bij Anathema. Ik vind ze érg goed. Als je al die jaren zulke goede albums aflevert, dan ligt het verwachtingspatroon gewoon hoog. En dat is flauw, want dan zou het wel eens tegen kunnen vallen. En dat is nu dus wel een beetje gebeurd. Het imponerende, emotionele karakter van de songs op Weather Systems hebben op Distant Satellites grotendeels plaats gemaakt voor meer van hetzelfde. Zeker niet slecht, maar toch een graadje minder. En WAAR is Danny op dit album?? En nee, dan heb ik het niet over zijn gitaarpartijen. Zijn mooie, ietwat breekbare stemgeluid biedt een mooi contrast tussen die van Vincent en Lee. Behalve de laatste regeltjes tijdens "Ariel" is ie niet te horen. En de geruchten over dat dit album harder zou worden, zijn ook grotendeels flauwekul. Op een aantal gitaar-uitspattingen na, is dit album allesbehalve heavy. Dat is Anathema ook al jaren niet meer.
En weet je, het is niet eens echt een issue allemaal. Immers verwachtte ik nogal wat van dit album niet? Ik bedoel: 4 punten is niet slecht, toch? Maar voor mijn doen dus relatief gezien laag voor een Anathema-album.
Misschien ben ik gewoon een beetje verwend door de jaren heen met een top-band als Anathema. Man, hou toch es op met zeuren, hoor ik iedereen nu denken! Dat doe ik dan nu ook

Anathema - Falling Deeper (2011)

3,5
0
CorvisChristi (crew)
geplaatst: 2 oktober 2011, 11:13 uur
Hoewel de oude tracks absoluut hun eigen waarde behouden, schept Anathema hier een knap en sfeervol tussendoortje waar ik stiekem wat meer van verwacht had. Komt mede door de speelduur, maar ook omdat sommige nummers totaal niet terug te leiden vallen naar het origineel. Tegelijkertijd zorgt dat laatste euvel tevens voor een aantal verrassingen, aangezien er praktisch een nieuwe interpretatie aan een oudere compositie gegeven wordt. Maar tevens zorgt dat er dus voor dat de vergelijking met het oude werk een beetje op los zand komt te staan.
Dat alles wederom weer prachtig uitgevoerd en tot in de puntjes verzorgd is, staat buiten kijf. Daar komt ook bij dat ik toch weer genoten heb van dit veredelde tussendoortje. En alhoewel sommige nummers echt wel beter uitgewerkt of meer mee gedaan had mogen worden, heerst bij mij toch een fijn, positief gevoel. Maar hoe kan het ook anders: Anathema weet gewoon per slot van rekening altijd zo'n enorme brok sfeer in hun muziek te leggen, dat ik het voor lief neem.
Uitschieters zijn verrassend genoeg toch "Alone" en "Sunset of Age". Van mijn favoriete oudere Anathema-album The Silent Enigma, hebben ze toch iets moois van deze klasse-songs gemaakt.
Dipjes zijn "Kingdom" en "We, the Gods" (hoewel het mooi klinkt, verwacht je toch wat meer met zo'n titel, toch...?).
"Everwake" is prachtig gezongen door Anneke van Giersbergen, maar benaderd te dicht het origineel, waardoor er aan variatie weinig overblijft.
Kortom: echt wel leuk voor zo tussendoor en door de prachtige sfeertekeningen blijft er gelukkig toch nog het één en ander overeind staan. Dat er nog meer mee gedaan had kunnen worden, is absoluut een punt van kritiek.
Toch een 3,5 voor alle mooie momenten die deze plaat en de muziek van Anathema in z'n geheel kent.
Dat alles wederom weer prachtig uitgevoerd en tot in de puntjes verzorgd is, staat buiten kijf. Daar komt ook bij dat ik toch weer genoten heb van dit veredelde tussendoortje. En alhoewel sommige nummers echt wel beter uitgewerkt of meer mee gedaan had mogen worden, heerst bij mij toch een fijn, positief gevoel. Maar hoe kan het ook anders: Anathema weet gewoon per slot van rekening altijd zo'n enorme brok sfeer in hun muziek te leggen, dat ik het voor lief neem.
Uitschieters zijn verrassend genoeg toch "Alone" en "Sunset of Age". Van mijn favoriete oudere Anathema-album The Silent Enigma, hebben ze toch iets moois van deze klasse-songs gemaakt.
Dipjes zijn "Kingdom" en "We, the Gods" (hoewel het mooi klinkt, verwacht je toch wat meer met zo'n titel, toch...?).
"Everwake" is prachtig gezongen door Anneke van Giersbergen, maar benaderd te dicht het origineel, waardoor er aan variatie weinig overblijft.
Kortom: echt wel leuk voor zo tussendoor en door de prachtige sfeertekeningen blijft er gelukkig toch nog het één en ander overeind staan. Dat er nog meer mee gedaan had kunnen worden, is absoluut een punt van kritiek.
Toch een 3,5 voor alle mooie momenten die deze plaat en de muziek van Anathema in z'n geheel kent.
Anathema - The Optimist (2017)

3,5
0
CorvisChristi (crew)
geplaatst: 17 juni 2017, 11:07 uur
Waarschijnlijk ben ik één van de weinigen die A Fine Day To Exit één van de mindere platen vind van Anathema. Op dat album mis ik voor een groot deel de desolate, sombere sfeer van bijvoorbeeld voorgangers Judgement en Eternity. Het pakt me, op een aantal nummers na, gewoon niet. Het bekruipt niet, om het zo eens te vermelden. Iets wat opvolger A Natural Disaster weer wél doet. Sterker nog, dat is één van de beste platen van de band.
Ik was dan ook in eerste instantie een beetje huiverig toen ik las dat The Optimist een album zou gaan worden die een link, een brug, zou gaan vormen met AFDTE. Gelukkig is dat voornamelijk conceptueel het geval, want muzikaal borduurt The Optimist vooral voort op de vorige drie studio-platen.
En laat ik die vorige studio-platen vooral heel erg goed vinden. Weg is weliswaar grotendeels de sombere en druilerige muzikale omlijsting die het leeuwendeel van de Anathema-albums uit het verleden kenmerken. Daarvoor in de plaats komt Anathema op die drie platen met ijzersterk songmateriaal op de proppen die ik nog steeds erg hoog heb zitten.
Sterker nog, de wereld stond stil toen We're Here Because We're Here in 2010 uitkwam. Het is nog steeds een zwaar memorabel album die ik erg hoop heb zitten.
In 2012 stond de wereld nagenoeg stil toen Weather Systems verscheen, ook nog steeds een geweldig album.
In 2014, toen Distant Satellites uitkwam, was de verrassing er weliswaar een beetje af, ondanks wat nieuwe, muzikale invalshoeken vooral aan het einde van de plaat. Al met al toch wat teveel voortbordurend op WS neemt het wat niet weg dat ook DS een mooie plaat is.
En dan nu, The Optimist. Drie jaar zat er dit keer tussen (A Sort of Homecoming even niet meegerekend). En ik ben.....niet echt enthousiast. Vooropgesteld dat ik Anathema op The Optimist niet betrap op matige muziek. Absoluut niet. The Optimist is gewoon een mooi album, zoals ik zo'n beetje van Anathema verwacht had. Verrassend is het echter zeker niet. Maar songtechnisch gezien ook niet. Gezien veel van de composities de intensiteit, de emoties en de impact missen van de vorige drie platen. Het grijpt me gewoonweg niet naar m'n strot.
Wat mij betreft is dat al duidelijk te horen betreffende opener "Leaving It Behind" (het intro even niet meegerekend). Het knalt er lekker in, maar beklijft niet zoals een opener i.m.o. zeker zou moeten doen. Of het aan de ongelukkig gekozen gitaar-rif, of de ongelukkig gekozen zanglijn van Vincent ligt, weet ik niet. Waarschijnlijk is het beide.
"Endless Ways" vind ik dan wel weer lekker. Mooie aanzet, fijne gitaarrif, mooi zangwerk van Lee (die beter klinkt dan ooit op dit album en zowaar bijna een grotere aandeel heeft dan Vincent). Niet verrassend wederom, maar wel mooi.
Het titelnummer is ook goed. Mooie opbouw, mooie wisselwerking tussen Lee en Vincent. Niets mis mee, maar ook wederom niet verrassend.
"San Francisco" is een instrumentale variant op het thema uit "Endless Ways" en bevalt me zowaar prima. Door velen beschouwd als een nutteloze opvuller, is er iets in dit nummer waar ik warm voor loop. ik heb er geen problemen mee in ieder geval.
"Springfield" betreed geen nieuwe paden, maar is wederom mooi, sfeervol, vrij minimalistisch van aard en kent een stevige climax.
"Ghosts" kent wederom een glansrol voor Lee, en is ook weer mooi. Ondanks dat er weinig echt noemenswaardig over te melden valt verder.
"Can't Let Go" ligt in het verlengde van "Leaving It Behind" maar klinkt beter en luistert lekker weg.
"Close Your Eyes" zou uitgegroeid zijn tot een zeer bijzonder, voor Anathema-begrippen zelfs afwijkend nummer, ware het niet dat het nummer afgelopen is, voordat je er erg in hebt. De jazzy stijl-switch die plotseling opduikt, zorgt ervoor dat ik mijn oren spits. En alhoewel het niet echt mijn ding is, is het wel bijzonder dat het erin zit. Waarom is het dan plots zo snel weer afgelopen? Dit nummer had echt véél langer door kunnen gaan. Oftewel, hier had zoveel meer mee gedaan kunnen worden. Jammer!!
"Wildfires" is één van de redenen waarom ik Anathema zo goed vind. Op dit nummer doen ze namelijk iets, wat me heel erg doet herinneren aan wat Anathema in een grijs, maar rijk verleden deed. Namelijk zweverige, duistere en dreigende composities schrijven waarin een bepaalde onrust vanuit gaat. In dat opzicht doet het nummer me op de één of andere manier denken aan de stijl die ze beoefenen en de sfeer die Anathema teweeg brengt op het i.m.o. machtige The Silent Enigma.
Het is dan zo jammer dat de band moet eindigen met het wel heel spanningsloze en saaie "Back to the Start" waar ik dus weinig tot niets mee heb. Het klinkt zo braafjes en gelikt dat je je bijna afvraagt of dit Anathema nog wel is! Ja, het heeft een bombastische afsluiting, ja het heeft die typische muzikale omlijsting waar Anathema bekend om staat, maar het klinkt zo godvergeten totaal niet bijzonder. Zet dit nummer maar eens naast afsluiter "Internal Landscapes" van WS en wellicht begrijp je wat ik bedoel. Beide nummers hebben zo'n beetje dezelfde indeling qua opbouw en structuur, maar allemachtig, wat een verschil in kracht en intensiteit.
I.m.o. moet een plaat in ieder geval beginnen met een memorabele opener én een memorabele afsluiter. En dat doet The Optimist in beide gevallen niet. En dat is voor mij een misser van formaat die het album fors naar beneden trekt!
MAAR....gelukkig loopt het voor The Optimist toch nog goed af. Want....ik vind het album niet slecht. Maar het is ook zeker niet het album geworden waar ik op gehoopt had.
The Optimist is Anathema zoals Anathema anno 2017 klinkt. Als een band die een logisch, maar geen opvallend vervolg heeft gemaakt op de stijl die de band al sinds 2010 hanteert. Niet mis mee. Maar oh jongens, pas alsjeblieft op dat het songmateriaal er dan niet onder gaat lijden. Want daar heeft The Optimist her en der toch flink last van. Niet meer doen hoor!!
Als troost toch een 3,5 voor de toch ook wel mooie nummers die het album rijk is. Maar toch.....een 3,5 is veel te laag voor Anathema-begrippen! Volgende keer beter jongens....en meisje
!
Ik was dan ook in eerste instantie een beetje huiverig toen ik las dat The Optimist een album zou gaan worden die een link, een brug, zou gaan vormen met AFDTE. Gelukkig is dat voornamelijk conceptueel het geval, want muzikaal borduurt The Optimist vooral voort op de vorige drie studio-platen.
En laat ik die vorige studio-platen vooral heel erg goed vinden. Weg is weliswaar grotendeels de sombere en druilerige muzikale omlijsting die het leeuwendeel van de Anathema-albums uit het verleden kenmerken. Daarvoor in de plaats komt Anathema op die drie platen met ijzersterk songmateriaal op de proppen die ik nog steeds erg hoog heb zitten.
Sterker nog, de wereld stond stil toen We're Here Because We're Here in 2010 uitkwam. Het is nog steeds een zwaar memorabel album die ik erg hoop heb zitten.
In 2012 stond de wereld nagenoeg stil toen Weather Systems verscheen, ook nog steeds een geweldig album.
In 2014, toen Distant Satellites uitkwam, was de verrassing er weliswaar een beetje af, ondanks wat nieuwe, muzikale invalshoeken vooral aan het einde van de plaat. Al met al toch wat teveel voortbordurend op WS neemt het wat niet weg dat ook DS een mooie plaat is.
En dan nu, The Optimist. Drie jaar zat er dit keer tussen (A Sort of Homecoming even niet meegerekend). En ik ben.....niet echt enthousiast. Vooropgesteld dat ik Anathema op The Optimist niet betrap op matige muziek. Absoluut niet. The Optimist is gewoon een mooi album, zoals ik zo'n beetje van Anathema verwacht had. Verrassend is het echter zeker niet. Maar songtechnisch gezien ook niet. Gezien veel van de composities de intensiteit, de emoties en de impact missen van de vorige drie platen. Het grijpt me gewoonweg niet naar m'n strot.
Wat mij betreft is dat al duidelijk te horen betreffende opener "Leaving It Behind" (het intro even niet meegerekend). Het knalt er lekker in, maar beklijft niet zoals een opener i.m.o. zeker zou moeten doen. Of het aan de ongelukkig gekozen gitaar-rif, of de ongelukkig gekozen zanglijn van Vincent ligt, weet ik niet. Waarschijnlijk is het beide.
"Endless Ways" vind ik dan wel weer lekker. Mooie aanzet, fijne gitaarrif, mooi zangwerk van Lee (die beter klinkt dan ooit op dit album en zowaar bijna een grotere aandeel heeft dan Vincent). Niet verrassend wederom, maar wel mooi.
Het titelnummer is ook goed. Mooie opbouw, mooie wisselwerking tussen Lee en Vincent. Niets mis mee, maar ook wederom niet verrassend.
"San Francisco" is een instrumentale variant op het thema uit "Endless Ways" en bevalt me zowaar prima. Door velen beschouwd als een nutteloze opvuller, is er iets in dit nummer waar ik warm voor loop. ik heb er geen problemen mee in ieder geval.
"Springfield" betreed geen nieuwe paden, maar is wederom mooi, sfeervol, vrij minimalistisch van aard en kent een stevige climax.
"Ghosts" kent wederom een glansrol voor Lee, en is ook weer mooi. Ondanks dat er weinig echt noemenswaardig over te melden valt verder.
"Can't Let Go" ligt in het verlengde van "Leaving It Behind" maar klinkt beter en luistert lekker weg.
"Close Your Eyes" zou uitgegroeid zijn tot een zeer bijzonder, voor Anathema-begrippen zelfs afwijkend nummer, ware het niet dat het nummer afgelopen is, voordat je er erg in hebt. De jazzy stijl-switch die plotseling opduikt, zorgt ervoor dat ik mijn oren spits. En alhoewel het niet echt mijn ding is, is het wel bijzonder dat het erin zit. Waarom is het dan plots zo snel weer afgelopen? Dit nummer had echt véél langer door kunnen gaan. Oftewel, hier had zoveel meer mee gedaan kunnen worden. Jammer!!
"Wildfires" is één van de redenen waarom ik Anathema zo goed vind. Op dit nummer doen ze namelijk iets, wat me heel erg doet herinneren aan wat Anathema in een grijs, maar rijk verleden deed. Namelijk zweverige, duistere en dreigende composities schrijven waarin een bepaalde onrust vanuit gaat. In dat opzicht doet het nummer me op de één of andere manier denken aan de stijl die ze beoefenen en de sfeer die Anathema teweeg brengt op het i.m.o. machtige The Silent Enigma.
Het is dan zo jammer dat de band moet eindigen met het wel heel spanningsloze en saaie "Back to the Start" waar ik dus weinig tot niets mee heb. Het klinkt zo braafjes en gelikt dat je je bijna afvraagt of dit Anathema nog wel is! Ja, het heeft een bombastische afsluiting, ja het heeft die typische muzikale omlijsting waar Anathema bekend om staat, maar het klinkt zo godvergeten totaal niet bijzonder. Zet dit nummer maar eens naast afsluiter "Internal Landscapes" van WS en wellicht begrijp je wat ik bedoel. Beide nummers hebben zo'n beetje dezelfde indeling qua opbouw en structuur, maar allemachtig, wat een verschil in kracht en intensiteit.
I.m.o. moet een plaat in ieder geval beginnen met een memorabele opener én een memorabele afsluiter. En dat doet The Optimist in beide gevallen niet. En dat is voor mij een misser van formaat die het album fors naar beneden trekt!
MAAR....gelukkig loopt het voor The Optimist toch nog goed af. Want....ik vind het album niet slecht. Maar het is ook zeker niet het album geworden waar ik op gehoopt had.
The Optimist is Anathema zoals Anathema anno 2017 klinkt. Als een band die een logisch, maar geen opvallend vervolg heeft gemaakt op de stijl die de band al sinds 2010 hanteert. Niet mis mee. Maar oh jongens, pas alsjeblieft op dat het songmateriaal er dan niet onder gaat lijden. Want daar heeft The Optimist her en der toch flink last van. Niet meer doen hoor!!
Als troost toch een 3,5 voor de toch ook wel mooie nummers die het album rijk is. Maar toch.....een 3,5 is veel te laag voor Anathema-begrippen! Volgende keer beter jongens....en meisje

Angel Nation - Aeon (2017)

4,0
0
CorvisChristi (crew)
geplaatst: 15 april 2022, 16:54 uur
Elina Siirala (fun fact: ze is een achternicht van Tuomas Holopainen van Nightwish), is naast de huidige zangeres van Leaves' Eyes (ze volgde Liv Kristine op), de zangeres en frontvrouw van de band Angel Nation (voorheen EnkElination, wat Fins is voor Angel Nation).
Daar waar Leaves' Eyes meer de folk-kant en de symphonische kant van de metal opzoekt, klinkt Angel Nation toch meer als recht-toe-recht-aan power metal met een licht gothische insteek. Daardoor lijken ze zeker ook veel op Nightwish ten tijden van hun eerste vier albums. Liefhebbers van het oudere Nightwish-werk kunnen dan ook hun hart ophalen bij Angel Nation, want de band lijkt er, in ieder geval v.w.b. dit album Aeon, heel erg op.
Wat dus aan de andere kant inhoudt dat Angel Nation op het gebied van de muziek die ze presenteren, allesbehalve vernieuwend bezig is. Dus moet de kwaliteit van de band gezocht worden in het afleveren van mooie, vlotte nummers die zeker op de manier hoe ze deze presenteren, blijven hangen. Uiteraard mag daarin ook de meeslepende ballad niet ontbreken, in het geval van Aeon in de vorm van het passionele en bloedmooie "Music Plays".
In eerste instantie viel het kwartje bij mij niet echt bij Angel Nation. Ik beschouwde het als het zoveelste female fronted metal-bandje die vanwege hun beperkte onderscheidingskracht binnen de muziek, wellicht nauwelijks het hoofd boven water zou weten te houden.
Vergistte ik me daar toch lelijk in zeg!! Want de kracht van de band zit 'm in z’n geheel toch in de prachtige en bezwerende vocalen van Elina, waardoor de nummers, vanwege haar stem, gaan leven en spetteren. Meerdere keren betrap ik me er ook op, dat haar stem bij vlagen ongelooflijk veel lijkt op die van Jennifer Rush, wat een enorm compliment is. Want je kan veel zeggen over “The Power of Love”, maar iedereen weet dat dit nummer gewoon helemaal af is, vanwege de schitterende vocalen van mevr. Rush. En Elina lijkt gewoon qua stem als twee druppels water op haar. En dat brengt de muziek van Angel Nation naar een hoger niveau.
Luister maar eens naar nummers als de pakkende single “Burn the Witch”, “Wonder Who You Are”, het samen met Jukka Pelkonen van Omnium Gatherum gezongen “Free”, het al eerder genoemde pareltje “Music Plays”, het betoverende “Fireflies” en de epische afsluiter “Destination” en je hoort dat de gouden stem van Elina de juiste stempel drukt op de muziek.
Zodoende zorgt dit album er toch wel voor, dat Angel Nation wel degelijk meetelt en daarom alleen al gewoon de moeite waard is. De band levert kwaliteit af met fijne en pakkende nummers, is wellicht niet per se de opvallendste band binnen het genre, maar als je dan die stem van Elina hebt als geheim wapen, dan heb je gewoon goud in handen.
Een prima album dus en het doet mij benieuwen naar de rest van het werk van Angel Nation.
Daar waar Leaves' Eyes meer de folk-kant en de symphonische kant van de metal opzoekt, klinkt Angel Nation toch meer als recht-toe-recht-aan power metal met een licht gothische insteek. Daardoor lijken ze zeker ook veel op Nightwish ten tijden van hun eerste vier albums. Liefhebbers van het oudere Nightwish-werk kunnen dan ook hun hart ophalen bij Angel Nation, want de band lijkt er, in ieder geval v.w.b. dit album Aeon, heel erg op.
Wat dus aan de andere kant inhoudt dat Angel Nation op het gebied van de muziek die ze presenteren, allesbehalve vernieuwend bezig is. Dus moet de kwaliteit van de band gezocht worden in het afleveren van mooie, vlotte nummers die zeker op de manier hoe ze deze presenteren, blijven hangen. Uiteraard mag daarin ook de meeslepende ballad niet ontbreken, in het geval van Aeon in de vorm van het passionele en bloedmooie "Music Plays".
In eerste instantie viel het kwartje bij mij niet echt bij Angel Nation. Ik beschouwde het als het zoveelste female fronted metal-bandje die vanwege hun beperkte onderscheidingskracht binnen de muziek, wellicht nauwelijks het hoofd boven water zou weten te houden.
Vergistte ik me daar toch lelijk in zeg!! Want de kracht van de band zit 'm in z’n geheel toch in de prachtige en bezwerende vocalen van Elina, waardoor de nummers, vanwege haar stem, gaan leven en spetteren. Meerdere keren betrap ik me er ook op, dat haar stem bij vlagen ongelooflijk veel lijkt op die van Jennifer Rush, wat een enorm compliment is. Want je kan veel zeggen over “The Power of Love”, maar iedereen weet dat dit nummer gewoon helemaal af is, vanwege de schitterende vocalen van mevr. Rush. En Elina lijkt gewoon qua stem als twee druppels water op haar. En dat brengt de muziek van Angel Nation naar een hoger niveau.
Luister maar eens naar nummers als de pakkende single “Burn the Witch”, “Wonder Who You Are”, het samen met Jukka Pelkonen van Omnium Gatherum gezongen “Free”, het al eerder genoemde pareltje “Music Plays”, het betoverende “Fireflies” en de epische afsluiter “Destination” en je hoort dat de gouden stem van Elina de juiste stempel drukt op de muziek.
Zodoende zorgt dit album er toch wel voor, dat Angel Nation wel degelijk meetelt en daarom alleen al gewoon de moeite waard is. De band levert kwaliteit af met fijne en pakkende nummers, is wellicht niet per se de opvallendste band binnen het genre, maar als je dan die stem van Elina hebt als geheim wapen, dan heb je gewoon goud in handen.
Een prima album dus en het doet mij benieuwen naar de rest van het werk van Angel Nation.
Angel Nation - Antares (2022)

4,0
1
CorvisChristi (crew)
geplaatst: 27 oktober 2023, 18:06 uur
Elina Siirala is naast de huidige zangeres van Leaves' Eyes, tevens zangeres én frontvrouw van haar eigen band Angel Nation, een power metal-band die speelt met symfonische en gotische accenten en deze binnen de muziek verweeft.
Ook op deze derde langspeler, Antares, betrap ik me erop dat Angel Nation héél erg lijkt op hoe Nightwish klonk met Tarja Turunen als zangeres aan het roer. De relatief korte en bondige nummers doen in ieder geval heel sterk herinneren aan het werk van de band waar Elina overigens een link mee heeft. Ze is namelijk een achternicht van Tuomas Holopainen.
Antares is een vlot en fijn album met stuk voor stuk oorstrelende pareltjes. En met oorstrelend bedoel ik vooral op Elina die met haar stem een ongelooflijke stempel op de muziek drukt. Want het is Elina die het niveau van Angel Nation behoorlijk omhoog krikt.
De nummers an sich klinken niet per se als iets wat men nog niet eerder heeft gehoord, maar de unieke vocalen van Elina doen iets met je, waardoor je blijft luisteren en je oren gespitst houdt. Althans, dat doet het in ieder geval bij mij! Haar stem heeft iets breekbaars en melancholisch over zich en het is er daadwerkelijk één, die mij in beroering kan brengen en me tegelijkertijd écht kan meeslepen binnen de muziek. En ik overdrijf hier niet! Als je klinkt als een kruising tussen Jennifer Rush en Tarja Turunen, dan ben ik overtuigd en zo klinkt Elina zeker. Ze heeft niet voor niets een cover opgenomen van "The Power of Love"!
Een nummer als de ballad "Way Back Home" bewijst hoe passioneel en bevlogen ze zingt en daardoor gaat het nummer als geheel, een eigen leven leiden. Heel sterk en knap gedaan wat mij betreft!
Maar ook de rest van het album is erg bekoorlijk om naar te luisteren en tegelijkertijd deinst de band er niet voor terug om ook snel en stevig voor de dag te komen. Up-tempo nummers als openings-knaller "Seraph", het razende en tegelijkertijd met troubadour-achtige passages opgefleurde "Life Is a War" en het stuwende en snelle "Out of Sight, Out of Mind" getuigen hiervan.
De band moet alleen wel oppassen dat ze niet teveel leentjebuur gaan spelen, getuige een stukje uit "Out of Sight, Out of Mind" wat zo uit "Deep Silent Complete" van Nightwish weggelopen zou kunnen zijn. En het begin van "Face to Face with the Merciless" lijkt weggelopen te zijn van nota bene "Paradise City" van Guns 'n Roses!
Maar het zijn lichte kanttekeningen, want uiteindelijk leiden de nummers muzikaal hun eigen leventje. En de nummers zijn ook gewoon stuk voor stuk erg aanstekelijk, maar bovenal goed te noemen. Oorwurmen zoals "We Are Fire" en het gave "Crucify Me" (sterk refrein hier...) zijn hier andermaal voorbeelden van.
Dus kom ik tot de conclusie dat Angel Nation naar meer smaakt. Elina kan binnen haar eigen band haar ziel en zaligheid kwijt en dit resulteert in zeer prettig weg-luisterende metal waar duidelijk aandacht is besteedt aan fijne nummers die van begin tot eind boeien. En Elina sleept je vanzelf wel mee met haar prachtige stem, wat hét geheim van deze erg leuke band is, vind ik. Wat mij betreft mag er dan ook snel een volgend album volgen!
Ook op deze derde langspeler, Antares, betrap ik me erop dat Angel Nation héél erg lijkt op hoe Nightwish klonk met Tarja Turunen als zangeres aan het roer. De relatief korte en bondige nummers doen in ieder geval heel sterk herinneren aan het werk van de band waar Elina overigens een link mee heeft. Ze is namelijk een achternicht van Tuomas Holopainen.
Antares is een vlot en fijn album met stuk voor stuk oorstrelende pareltjes. En met oorstrelend bedoel ik vooral op Elina die met haar stem een ongelooflijke stempel op de muziek drukt. Want het is Elina die het niveau van Angel Nation behoorlijk omhoog krikt.
De nummers an sich klinken niet per se als iets wat men nog niet eerder heeft gehoord, maar de unieke vocalen van Elina doen iets met je, waardoor je blijft luisteren en je oren gespitst houdt. Althans, dat doet het in ieder geval bij mij! Haar stem heeft iets breekbaars en melancholisch over zich en het is er daadwerkelijk één, die mij in beroering kan brengen en me tegelijkertijd écht kan meeslepen binnen de muziek. En ik overdrijf hier niet! Als je klinkt als een kruising tussen Jennifer Rush en Tarja Turunen, dan ben ik overtuigd en zo klinkt Elina zeker. Ze heeft niet voor niets een cover opgenomen van "The Power of Love"!
Een nummer als de ballad "Way Back Home" bewijst hoe passioneel en bevlogen ze zingt en daardoor gaat het nummer als geheel, een eigen leven leiden. Heel sterk en knap gedaan wat mij betreft!
Maar ook de rest van het album is erg bekoorlijk om naar te luisteren en tegelijkertijd deinst de band er niet voor terug om ook snel en stevig voor de dag te komen. Up-tempo nummers als openings-knaller "Seraph", het razende en tegelijkertijd met troubadour-achtige passages opgefleurde "Life Is a War" en het stuwende en snelle "Out of Sight, Out of Mind" getuigen hiervan.
De band moet alleen wel oppassen dat ze niet teveel leentjebuur gaan spelen, getuige een stukje uit "Out of Sight, Out of Mind" wat zo uit "Deep Silent Complete" van Nightwish weggelopen zou kunnen zijn. En het begin van "Face to Face with the Merciless" lijkt weggelopen te zijn van nota bene "Paradise City" van Guns 'n Roses!
Maar het zijn lichte kanttekeningen, want uiteindelijk leiden de nummers muzikaal hun eigen leventje. En de nummers zijn ook gewoon stuk voor stuk erg aanstekelijk, maar bovenal goed te noemen. Oorwurmen zoals "We Are Fire" en het gave "Crucify Me" (sterk refrein hier...) zijn hier andermaal voorbeelden van.
Dus kom ik tot de conclusie dat Angel Nation naar meer smaakt. Elina kan binnen haar eigen band haar ziel en zaligheid kwijt en dit resulteert in zeer prettig weg-luisterende metal waar duidelijk aandacht is besteedt aan fijne nummers die van begin tot eind boeien. En Elina sleept je vanzelf wel mee met haar prachtige stem, wat hét geheim van deze erg leuke band is, vind ik. Wat mij betreft mag er dan ook snel een volgend album volgen!
Anthony Miles - Crystal Healing (1992)

3,5
0
CorvisChristi (crew)
geplaatst: 11 mei 2015, 22:48 uur
Crystal Healing is het debuut van de Amerikaanse new age-componist Anthony Miles en is volgens mij een klassieker binnen het genre. Althans, als ik de reviews die ik her en der gelezen heb, mag geloven.
Anthony Miles kende ik al van het album Anthony Miles - Even Wolves Dream (1993) en vind ik een vrij mooi, maar helaas niet zo'n erg opvallend album. En alhoewel dit eerste album eigenlijk precies dezelfde soort muziek laat horen, moet ik toegeven, dat dit album een graadje beter is. En dit komt vooral door het stiekem wel erg mooie "Sublime". De muziek doet in dit geval de titel redelijk wat eer aan.
Welnu, als je houdt van vrij eenvoudige, maar wel erg mooie en rustige elektronische muziek zonder al te veel poespas, dan is dit het album wat je zoekt.
Het moet wel gezegd, dat het album wel degelijk een bepaald effect kan bereiken. Namelijk een gevoel overbrengen van rust, gelukzaligheid, dankbaarheid en vrede. En dit wordt overgebracht d.m.v. serene, delicate en kalme muziek. Precies zoals op de hoes vermeld!
Ook al wordt dit bestempeld als pure 'new age' en zal de muziek ook wel voor een bepaald doel gecomponeerd zijn, bijvoorbeeld om bij te mediteren, de baby mee in slaap te krijgen, op de achtergrond op te hebben staan tijdens de yoga-oefeningen of van mijn part de acupunctuur-behandeling, zie ik dit persoonlijk gewoon als erg mooie muziek om simpelweg heerlijk bij te ontspannen. Dit is erg fijne muziek om heerlijk in op te gaan, terwijl je je gedachten lekker laat gaan, ondertussen naar buiten kijkt, onder het genot van een heerlijk drankje.
Daarnaast is dit ook muziek die erg tot de verbeelding spreekt. Het kan dé soundtrack zijn van je eigen fantasierijke wereld, als je je hiervoor kan openstellen. En het moet gezegd, het werkt echt gewoon bij dit soort muziek.
Ik kan me goed voorstellen dat veel mensen hier helemaal niets mee kunnen. De ene krijgt er jeuk van, de ander ziet het als muzikale kitsch waardoor het glazuur direct van de tanden springt en tot slot zou het ook nog eens prima kunnen fungeren als identiteitsloze muziek voor in de plaatselijke wachtruimte en natuurlijk de onvermijdelijke lift. En weet je: dat is allemaal volkomen te begrijpen, maar tegelijkertijd zal het me ook worst wezen. Ik vind het namelijk gewoon mooi. Punt uit!
Anthony Miles kende ik al van het album Anthony Miles - Even Wolves Dream (1993) en vind ik een vrij mooi, maar helaas niet zo'n erg opvallend album. En alhoewel dit eerste album eigenlijk precies dezelfde soort muziek laat horen, moet ik toegeven, dat dit album een graadje beter is. En dit komt vooral door het stiekem wel erg mooie "Sublime". De muziek doet in dit geval de titel redelijk wat eer aan.
Welnu, als je houdt van vrij eenvoudige, maar wel erg mooie en rustige elektronische muziek zonder al te veel poespas, dan is dit het album wat je zoekt.
Het moet wel gezegd, dat het album wel degelijk een bepaald effect kan bereiken. Namelijk een gevoel overbrengen van rust, gelukzaligheid, dankbaarheid en vrede. En dit wordt overgebracht d.m.v. serene, delicate en kalme muziek. Precies zoals op de hoes vermeld!
Ook al wordt dit bestempeld als pure 'new age' en zal de muziek ook wel voor een bepaald doel gecomponeerd zijn, bijvoorbeeld om bij te mediteren, de baby mee in slaap te krijgen, op de achtergrond op te hebben staan tijdens de yoga-oefeningen of van mijn part de acupunctuur-behandeling, zie ik dit persoonlijk gewoon als erg mooie muziek om simpelweg heerlijk bij te ontspannen. Dit is erg fijne muziek om heerlijk in op te gaan, terwijl je je gedachten lekker laat gaan, ondertussen naar buiten kijkt, onder het genot van een heerlijk drankje.
Daarnaast is dit ook muziek die erg tot de verbeelding spreekt. Het kan dé soundtrack zijn van je eigen fantasierijke wereld, als je je hiervoor kan openstellen. En het moet gezegd, het werkt echt gewoon bij dit soort muziek.
Ik kan me goed voorstellen dat veel mensen hier helemaal niets mee kunnen. De ene krijgt er jeuk van, de ander ziet het als muzikale kitsch waardoor het glazuur direct van de tanden springt en tot slot zou het ook nog eens prima kunnen fungeren als identiteitsloze muziek voor in de plaatselijke wachtruimte en natuurlijk de onvermijdelijke lift. En weet je: dat is allemaal volkomen te begrijpen, maar tegelijkertijd zal het me ook worst wezen. Ik vind het namelijk gewoon mooi. Punt uit!

Anthony Miles - Even Wolves Dream (1993)

3,0
0
CorvisChristi (crew)
geplaatst: 29 oktober 2014, 10:23 uur
De wolf. Wie is er niet door geïnspireerd en beïnvloedt? Op welke manier dan ook…
De wolf is met afstand één van de prachtigste dieren die onze planeet bevolken. Ze zijn mysterieus, indrukwekkend, beeldschoon, ongrijpbaar, maar bovenal….onmisbaar. Over dit schitterende dier is in principe alles al gezegd en geschreven, maar tegelijkertijd ook weer niet.
In boeken, religie en menig verhaal duikt de wolf op. Soms als een kwaadaardig monster, maar vaak ook als een vredelievend en hartverwarmend dier die zeer veel kan betekenen voor de mens. Op een vaak heel bijzondere en emotionele manier.
Uiteraard zijn ook vele muzikanten zwaar geïnspireerd door dit machtige wezen. Grappig genoeg valt het me op dat in specifieke muziekgenres, zoals Heavy Metal en New Age (twee totaal verschillende muziekstijlen), de wolf vaak een centrale plek inneemt. Zo is bijvoorbeeld de mascotte van de Finse metal-band Sonata Arctica….een wolf!
Binnen de New Age-categorie valt de wolf ook op. In bijvoorbeeld vele wereldwinkels (waar meestal ook New Age-muziek te koop is), zijn er allerlei artikelen te koop waarin de wolf centraal staat: dromenvangers, beeldjes, schilderijen, sieraden, kleding etc. etc. etc.
En laten we tot slot natuurlijk de dierentuin niet vergeten. Maar eerlijk is eerlijk: het is leuk om deze majestueuze dieren in zo’n dierentuin van dichterbij te bekijken. Echter weet iedereen stiekem heus wel, dat zo’n edel dier gewoon in de vrije natuur thuis hoort, net zoals ieder ander dier. Hoe cliché deze opmerking ook mag zijn. Want hypocriet als dat ik ben, zal ik ook niet ontkennen dat ik met veel plezier in de dierentuin dit dier heb mogen aanschouwen, tussen die traliehekken door…..
Maar genoeg hierover. Immers zitten we hier op een muziek-forum en staat muziek centraal. En om maar meteen met de deur in huis te vallen, gaat het hier in dit specifieke geval om het album Even Wolves Dream van Anthony Miles.
Anthony Miles is een New Age-artiest die voornamelijk zijn muziek uitbrengt op het populaire New Age-label New World. Een label waar o.a. bekende New Age-muzikanten zoals Medwyn Goodall en Terry Oldfield (broer van…) ook op opereren.
De stijl van Anthony Miles is niet per se erg bijzonder te noemen. Wel mooi, maar nergens uitzonderlijk of karakteristiek. Daar klinkt zijn muziek net wat te doorsnee voor. Ik moet wel toegeven dat ik mijn mening puur en enkel alleen heb na beluistering van Even Wolves Dream, het enige album dat ik tot dusver van hem ken. Het kan dus zijn dat zijn overige werk wellicht meer doordrenkt is met zijn eigen stijl, echter heb ik het idee dat dit niet het geval is.
Even Wolves Dream bevat twee composities van ieder zo’n ruim twintig minuten. Het is rustgevende, zorgeloos kabbelende synthesizermuziek, met zo hier en daar op de achtergrond het gehuil van wolven en wat andere natuurgeluiden. En dat is het album eigenlijk al in een notendop.
Voor New Age-liefhebbers wellicht een must, maar echt boven de massa uitsteken doet dit album zeker niet. In ieder geval niet voor mij. Het wolven-thema is zeker mooi, echter heb ik het idee dat daar meer mee gedaan mocht worden. Zo hier en daar wat wolvengehuil is mooi, maar daar blijft het dus bij. Tevens klinkt de muziek nét wat te zoet en te lieflijk; dit, terwijl de wolf ook iets dreigends en mysterieus uitstraalt. Iets wat wel degelijk in de muziek verwerkt had mogen worden. Overigens zonder de muziek teveel naargeestig te laten klinken, immers hebben we het hier over New Age-muziek. En New Age-muziek mag zoet en lieflijk klinken, absoluut. Het is niet voor niets negen van de tien keer als rustgevend bedoelt. Maar het mag best wel in combinatie met wat afwisseling. Daar is New Age-muziek niet vies van namelijk.
En zo blijft er een aardig album over met muziek die me overigens wel héél sterk doet denken aan bijvoorbeeld de Aspirant-trilogie van Rick Wakeman: sommige klanken die gebruikt worden zijn zelfs exact dezelfde. Soms lijken bepaalde melodielijnen er ook wel een beetje op.
Al met al blijft er dus een album over waar i.m.o. meer uitgehaald had kunnen worden. Het heeft zeker wat, is bij vlagen best mooi, maar dat is het dan ook wel.
Overigens is het mooiste stuk van het album de eerste helft van “Wolf Companions”.
Mijn waardering blijft ondanks mijn kritiek toch nog steken op drie punten. Mooi is nu eenmaal mooi.
De wolf is met afstand één van de prachtigste dieren die onze planeet bevolken. Ze zijn mysterieus, indrukwekkend, beeldschoon, ongrijpbaar, maar bovenal….onmisbaar. Over dit schitterende dier is in principe alles al gezegd en geschreven, maar tegelijkertijd ook weer niet.
In boeken, religie en menig verhaal duikt de wolf op. Soms als een kwaadaardig monster, maar vaak ook als een vredelievend en hartverwarmend dier die zeer veel kan betekenen voor de mens. Op een vaak heel bijzondere en emotionele manier.
Uiteraard zijn ook vele muzikanten zwaar geïnspireerd door dit machtige wezen. Grappig genoeg valt het me op dat in specifieke muziekgenres, zoals Heavy Metal en New Age (twee totaal verschillende muziekstijlen), de wolf vaak een centrale plek inneemt. Zo is bijvoorbeeld de mascotte van de Finse metal-band Sonata Arctica….een wolf!
Binnen de New Age-categorie valt de wolf ook op. In bijvoorbeeld vele wereldwinkels (waar meestal ook New Age-muziek te koop is), zijn er allerlei artikelen te koop waarin de wolf centraal staat: dromenvangers, beeldjes, schilderijen, sieraden, kleding etc. etc. etc.
En laten we tot slot natuurlijk de dierentuin niet vergeten. Maar eerlijk is eerlijk: het is leuk om deze majestueuze dieren in zo’n dierentuin van dichterbij te bekijken. Echter weet iedereen stiekem heus wel, dat zo’n edel dier gewoon in de vrije natuur thuis hoort, net zoals ieder ander dier. Hoe cliché deze opmerking ook mag zijn. Want hypocriet als dat ik ben, zal ik ook niet ontkennen dat ik met veel plezier in de dierentuin dit dier heb mogen aanschouwen, tussen die traliehekken door…..
Maar genoeg hierover. Immers zitten we hier op een muziek-forum en staat muziek centraal. En om maar meteen met de deur in huis te vallen, gaat het hier in dit specifieke geval om het album Even Wolves Dream van Anthony Miles.
Anthony Miles is een New Age-artiest die voornamelijk zijn muziek uitbrengt op het populaire New Age-label New World. Een label waar o.a. bekende New Age-muzikanten zoals Medwyn Goodall en Terry Oldfield (broer van…) ook op opereren.
De stijl van Anthony Miles is niet per se erg bijzonder te noemen. Wel mooi, maar nergens uitzonderlijk of karakteristiek. Daar klinkt zijn muziek net wat te doorsnee voor. Ik moet wel toegeven dat ik mijn mening puur en enkel alleen heb na beluistering van Even Wolves Dream, het enige album dat ik tot dusver van hem ken. Het kan dus zijn dat zijn overige werk wellicht meer doordrenkt is met zijn eigen stijl, echter heb ik het idee dat dit niet het geval is.
Even Wolves Dream bevat twee composities van ieder zo’n ruim twintig minuten. Het is rustgevende, zorgeloos kabbelende synthesizermuziek, met zo hier en daar op de achtergrond het gehuil van wolven en wat andere natuurgeluiden. En dat is het album eigenlijk al in een notendop.
Voor New Age-liefhebbers wellicht een must, maar echt boven de massa uitsteken doet dit album zeker niet. In ieder geval niet voor mij. Het wolven-thema is zeker mooi, echter heb ik het idee dat daar meer mee gedaan mocht worden. Zo hier en daar wat wolvengehuil is mooi, maar daar blijft het dus bij. Tevens klinkt de muziek nét wat te zoet en te lieflijk; dit, terwijl de wolf ook iets dreigends en mysterieus uitstraalt. Iets wat wel degelijk in de muziek verwerkt had mogen worden. Overigens zonder de muziek teveel naargeestig te laten klinken, immers hebben we het hier over New Age-muziek. En New Age-muziek mag zoet en lieflijk klinken, absoluut. Het is niet voor niets negen van de tien keer als rustgevend bedoelt. Maar het mag best wel in combinatie met wat afwisseling. Daar is New Age-muziek niet vies van namelijk.
En zo blijft er een aardig album over met muziek die me overigens wel héél sterk doet denken aan bijvoorbeeld de Aspirant-trilogie van Rick Wakeman: sommige klanken die gebruikt worden zijn zelfs exact dezelfde. Soms lijken bepaalde melodielijnen er ook wel een beetje op.
Al met al blijft er dus een album over waar i.m.o. meer uitgehaald had kunnen worden. Het heeft zeker wat, is bij vlagen best mooi, maar dat is het dan ook wel.
Overigens is het mooiste stuk van het album de eerste helft van “Wolf Companions”.
Mijn waardering blijft ondanks mijn kritiek toch nog steken op drie punten. Mooi is nu eenmaal mooi.
ARC - Arcturus (2005)

4,5
0
CorvisChristi (crew)
geplaatst: 10 maart 2010, 21:52 uur
Arcturus is genoemd naar één van de helderste sterren te zien aan het nachtelijke firmament, naast Sirius, Canopus en Alpha Centauri. Tangerine Dream heeft zelfs hun tweede album naar de laatstgenoemde ster genoemd. Ditzelfde truukje doet nu ook het Engelse synth-duo ARC en kan tevens als een woordspelinkje gezien worden, aangezien de eerste 3 letters als een zg. afkorting gezien kunnen worden van Arcturus.
ARC bestaat uit niemand minder dan Ian Boddy en Mark Shreeve, 2 van de belangrijkste synth-pioniers uit het Verenigd Koningrijk. Niet alleen hebben beide heren een tal van solo-albums op hun naam staan, tevens zit Mark nog in Redshift en heeft Ian ook nog samengewerkt met tal van bekende namen in het synth- en ambientwereldje.
Geheel ook in de traditie van Tangerine Dream's glorieuze jaren '70-periode, presenteert ARC hier één van hun sterkste platen. Een geweldige live-registratie opgenomen tijdens het Hampshire Jam 3 festival in de Liphook Millennium Hall in 2004.
De muziek op Arcturus doet nog het meest denken aan misschien wel de meest invloedrijke albums van TD die ze in de jaren '70 gemaakt hebben, tw. Rubycon, Ricochet en Encore. Dit album is daar een soort mengelmoes van.
Dat de stijl zo langzamerhand nogal uitgemolken is, moge duidelijk zijn, echter verstaat ARC zijn vak zo verdomd goed, dat ik het dit keer geheel voor lief neem, aangezien Arcturus gewoon een uur lang uiterst sterke synthesizermuziek bevat, geheel in de stijl van de invloedrijke Berlijnse School.
Vooral het Arcturus-tweeluik is briljant. "Part 1" opent zeer zweverig en rustig en ARC neemt de tijd om één en ander rustig op te bouwen. Als dan eenmaal in de 5de minuut de sequencers arriveren, is het één en al feest der herkenning voor mij. De heftige en bobbelende sequencers vormen de basis voor een uiterst dynamisch spektakel van zeer gedreven en bij vlagen zelfs behoorlijk heftige synth-passages.
Als je denkt dat het al niet beter kan, gooit "Part 2" er nog eens een flink schepje bovenop. Dit is namelijk zeker één van de beste post-Berlin School-uitingen die ik sinds lange tijd gehoord heb. Het begint met pingelende en klaterende effecten, waaruit zowaar een behoorlijk mistroostige, maar tegelijkertijd erg mooi thema uit voortkomt, die er zeker mag wezen. Even later vloeit daar weer een machtige sequence uit voort, die in toonzetting alleen maar heftiger wordt. Ergens in de 16de minuut knalt de muziek letterlijk m'n speakers uit, en door middel van allerlei lichte veranderingen in de sequence-stijl en de daarbij behorende ingrediënten, blijft het ook nog eens interessant. Zeer verrassend eindigt "Part 2" met een rustig piano-outro, om daarna met een daverend slot en applaus te eindigen.
"Helicon" doet het voorgaande tweeluik nog eens dunnetjes over op vertrouwd terrein.
Normaal gesproken, zou ik vanwege het originaliteitsgehalte, dit soort albums niet zo'n extreem hoog cijfer geven, echter is deze Arcturus muzikaal gezien van zo'n hoog niveau, dat ik overstag ga en dit album beloon met, jawel 4,5 dikverdiende punten. Dit vanwege de knaller die "Arcturus - Part 2" is.
Voor liefhebbers van deze stijl die er maar geen genoeg van kunnen krijgen, bij deze...!!!
ARC bestaat uit niemand minder dan Ian Boddy en Mark Shreeve, 2 van de belangrijkste synth-pioniers uit het Verenigd Koningrijk. Niet alleen hebben beide heren een tal van solo-albums op hun naam staan, tevens zit Mark nog in Redshift en heeft Ian ook nog samengewerkt met tal van bekende namen in het synth- en ambientwereldje.
Geheel ook in de traditie van Tangerine Dream's glorieuze jaren '70-periode, presenteert ARC hier één van hun sterkste platen. Een geweldige live-registratie opgenomen tijdens het Hampshire Jam 3 festival in de Liphook Millennium Hall in 2004.
De muziek op Arcturus doet nog het meest denken aan misschien wel de meest invloedrijke albums van TD die ze in de jaren '70 gemaakt hebben, tw. Rubycon, Ricochet en Encore. Dit album is daar een soort mengelmoes van.
Dat de stijl zo langzamerhand nogal uitgemolken is, moge duidelijk zijn, echter verstaat ARC zijn vak zo verdomd goed, dat ik het dit keer geheel voor lief neem, aangezien Arcturus gewoon een uur lang uiterst sterke synthesizermuziek bevat, geheel in de stijl van de invloedrijke Berlijnse School.
Vooral het Arcturus-tweeluik is briljant. "Part 1" opent zeer zweverig en rustig en ARC neemt de tijd om één en ander rustig op te bouwen. Als dan eenmaal in de 5de minuut de sequencers arriveren, is het één en al feest der herkenning voor mij. De heftige en bobbelende sequencers vormen de basis voor een uiterst dynamisch spektakel van zeer gedreven en bij vlagen zelfs behoorlijk heftige synth-passages.
Als je denkt dat het al niet beter kan, gooit "Part 2" er nog eens een flink schepje bovenop. Dit is namelijk zeker één van de beste post-Berlin School-uitingen die ik sinds lange tijd gehoord heb. Het begint met pingelende en klaterende effecten, waaruit zowaar een behoorlijk mistroostige, maar tegelijkertijd erg mooi thema uit voortkomt, die er zeker mag wezen. Even later vloeit daar weer een machtige sequence uit voort, die in toonzetting alleen maar heftiger wordt. Ergens in de 16de minuut knalt de muziek letterlijk m'n speakers uit, en door middel van allerlei lichte veranderingen in de sequence-stijl en de daarbij behorende ingrediënten, blijft het ook nog eens interessant. Zeer verrassend eindigt "Part 2" met een rustig piano-outro, om daarna met een daverend slot en applaus te eindigen.
"Helicon" doet het voorgaande tweeluik nog eens dunnetjes over op vertrouwd terrein.
Normaal gesproken, zou ik vanwege het originaliteitsgehalte, dit soort albums niet zo'n extreem hoog cijfer geven, echter is deze Arcturus muzikaal gezien van zo'n hoog niveau, dat ik overstag ga en dit album beloon met, jawel 4,5 dikverdiende punten. Dit vanwege de knaller die "Arcturus - Part 2" is.
Voor liefhebbers van deze stijl die er maar geen genoeg van kunnen krijgen, bij deze...!!!
ARC - Blaze (2003)

4,5
0
CorvisChristi (crew)
geplaatst: 27 juli 2015, 21:42 uur
Blaze van ARC is het tweede studio-album van dit fenomenale duo, bestaande uit elektronica-pioniers Mark Shreeve en Ian Boddy. Maar het is hun derde release, als je het live in Nederland opgenomen Radio Sputnik meerekent.
ARC laat op een fantastische, maar vooral enorm dynamische manier de geweldige muziek van de Berlijnse School uit de jaren '70, grotendeels ontsproten uit het brein van de voornaamste vertegenwoordigers Tangerine Dream en Klaus Schulze, wederom tot leven komen. Dit doen ze op een kwalitatief zo'n hoog niveau, dat ik zelfs durf te beweren dat ze heden ten dagen misschien wel degenen zijn die, binnen het genre, hier de besten in zijn.
En dit geldt simpelweg ook voor dit wapenfeit, het alles omverblazende album Blaze.
Het album gaat nogal bedriegend van start met de rustige klanken van een Fender Rhodes-piano, maar dit is slechts van korte duur, want zodra de drums aanvangen, knalt "Blaze" erin met een kracht die ik gevaarlijk dicht in de buurt vind komen van de intensiteit en kracht van, om er maar eentje te noemen, een "Force Majeure" van Tangerine Dream. Het titelnummer had wat mij betreft ook zo op dat klassieke TD-album kunnen staan. Het is een fantastische opener en laat precies datgene horen waar ARC zo goed in is, namelijk in het maken van oorverdovende elektronica die diep geworteld is in de beste Berlijne School-traditie. Magistraal, grotesk en behoorlijk heftig.
"Corrosion" laat e.e.a. flink tot bedaren brengen, middels een stuk muziek wat qua sequencer-werk, maar ook qua thema in het begin erg doet denken aan TD's soundtrack voor de film Sorcerer. Dezelfde sluipende en duistere sfeer is er in ieder geval op terug te horen.
Des te verrassender is dan toch ook weer de aanwezigheid van die in alles te herkennen klanken van de Fender Rhodes-piano, die voor een soort scheurtje in de duisternis zorgt.
Zodra de sequencer-sectie er weer in knalt, wordt de muziek voor even heel heftig en weet ARC e.e.a. weer vrij snel tot bedaren te brengen door met een prachtig sfeervol slotstuk te komen. Maar de sluimerende ritme-sectie die als een grommend beest op de loer blijft liggen, zorgt er toch voor dat muziek blijft klinken, alsof het nooit helemaal veilig wordt. En zelfs als de ritme-sectie langzaam wegebt en minimale klanken in het duistere blijven zweven, blijft het tot het einde toe nog steeds niet pluis.
"Trial in Scarlet" is een wederom erg aan Sorcerer herinnerend, sfeervol werkje die ongelooflijk spookachtig en ellendig klinkt. Ellendig is hier overigens positief bedoeld.
Een naargeestig, maar toch ook wel mooi thema doemt in de vorm van sfeervolle fluitklanken uit de zompige duisternis op en contrasteert de boel een beetje. Maar de benauwende, drukkende duisternis die uit de diepste krochten van de aarde lijken te komen, zuigen je compleet op in dit prachtige ambient-werkje die wat mij betreft rustig twintig minuten had mogen duren.
De slagroom op dit al overheerlijke toetje is het tien minuten durende monster "Klangwand", die dit keer erg doet denken aan Klaus Schulze ten tijde van het prachtige Moondawn. Sterker nog, dit ís een regelrechte verwijzing naar Moondawn en het is werkelijk weergaloos om naar te luisteren. Dit komt simpelweg door het, op de één of andere reden, verrassend herkenbaar klinkende intro, het verbijsterende sequencer-werk en het effectieve drumwerk van Carl Brooker. Zelfs de snerpende lead-solo doet zeer Schulzeiaans aan.
Als klap op de voorpijl weten de heren Shreeve en Boddy tijdens deze intense rit, de boel tegen de zevende minuut nog eens flink op te stoken, wat dus resulteert in een geweldige eindsectie die op heerlijke wijze langzaam tot het einde toe, weer tot bedaren wordt gebracht.
Dit is oprecht meesterlijk te noemen en het blijft dan ook van begin tot eind een feest der herkenning.
"Klangwand" gaat rechtstreeks over in het opmerkelijke "Silent White Light". Een druilerige, maar tegelijkertijd prachtige soundscape die de rustige kant van ARC laat horen.
Galmende klanken gaan hand in hand met een droevig hoofdthema en zorgen voor een uiterst sfeervolle, vier minuten durende, ambient-soundscape die op het laatst een lichte opleving kent.
Een sluimerende sequencer-sectie, zo'n typische die zo'n beetje het handelsmerk van ARC genoemd mag worden, rolt uit de duisternis tevoorschijn en kondigt "Sparked" aan, waarop de effectieve drumsectie van Carl Brooker volgt.
Een redelijk eenvoudig, doch aanstekelijk thema laat van zich horen en zodra de drumsectie compacter en venijniger wordt, lijkt het weer alsof de muziek is teruggekeerd naar de stijl van TD's Force Majeure.
Dit is gewoon pure elektronica-rock wat we hier voorgeschoteld krijgen, maar dan eentje van het Berlijnse School-kaliber.
Bij "Mother" zou je wellicht een wat rustig, kalm nummer verwachten. Niets van dat alles. "Mother" is een zeer duister en onrustbarend stuk muziek die sluimerend en dreigend op lijkt te komen. Als op een gegeven moment een soort overstuurde orgel-sectie zich al hamerend een weg door de duisternis heen wringt, is er geen ontsnapping meer mogelijk.
Als de gemoederen eenmaal wat tot bedaren lijken te komen, kondigen twinkelende klanken zich aan en zitten we alweer in het slotstuk "Pulse Train".
Een mooie synth-deken wordt uitgespreid en een sequencer-sectie komt langzaam tot leven.
Middels deze altijd werkende combinatie wordt er toegewerkt naar een sectie waarin wederom ruimte is overgelaten voor een stuwende drum-sectie.
Deze combi zorgt voor een geweldige eindsectie, die een al even geweldig album afsluit.
Buiten dit al geweldige album om, staat ARC voornamelijk bekend als een échte live-act. Des te meer bijzonder is het dat Blaze één van hun weinige studio-albums betreft. Toch laat ARC ook horen dat ze in de studio al net zo goed, krachtig en intens klinken als dat ze dat live doen.
En dus is Blaze dus gewoon een topper. Maar dat zijn eigenlijk alle albums van ARC en of het nu live of in de studio tot stand is gekomen, het maakt niet uit.
Concreet: Mark Shreeve + Ian Boddy = ARC = GEWELDIG!!
ARC laat op een fantastische, maar vooral enorm dynamische manier de geweldige muziek van de Berlijnse School uit de jaren '70, grotendeels ontsproten uit het brein van de voornaamste vertegenwoordigers Tangerine Dream en Klaus Schulze, wederom tot leven komen. Dit doen ze op een kwalitatief zo'n hoog niveau, dat ik zelfs durf te beweren dat ze heden ten dagen misschien wel degenen zijn die, binnen het genre, hier de besten in zijn.
En dit geldt simpelweg ook voor dit wapenfeit, het alles omverblazende album Blaze.
Het album gaat nogal bedriegend van start met de rustige klanken van een Fender Rhodes-piano, maar dit is slechts van korte duur, want zodra de drums aanvangen, knalt "Blaze" erin met een kracht die ik gevaarlijk dicht in de buurt vind komen van de intensiteit en kracht van, om er maar eentje te noemen, een "Force Majeure" van Tangerine Dream. Het titelnummer had wat mij betreft ook zo op dat klassieke TD-album kunnen staan. Het is een fantastische opener en laat precies datgene horen waar ARC zo goed in is, namelijk in het maken van oorverdovende elektronica die diep geworteld is in de beste Berlijne School-traditie. Magistraal, grotesk en behoorlijk heftig.
"Corrosion" laat e.e.a. flink tot bedaren brengen, middels een stuk muziek wat qua sequencer-werk, maar ook qua thema in het begin erg doet denken aan TD's soundtrack voor de film Sorcerer. Dezelfde sluipende en duistere sfeer is er in ieder geval op terug te horen.
Des te verrassender is dan toch ook weer de aanwezigheid van die in alles te herkennen klanken van de Fender Rhodes-piano, die voor een soort scheurtje in de duisternis zorgt.
Zodra de sequencer-sectie er weer in knalt, wordt de muziek voor even heel heftig en weet ARC e.e.a. weer vrij snel tot bedaren te brengen door met een prachtig sfeervol slotstuk te komen. Maar de sluimerende ritme-sectie die als een grommend beest op de loer blijft liggen, zorgt er toch voor dat muziek blijft klinken, alsof het nooit helemaal veilig wordt. En zelfs als de ritme-sectie langzaam wegebt en minimale klanken in het duistere blijven zweven, blijft het tot het einde toe nog steeds niet pluis.
"Trial in Scarlet" is een wederom erg aan Sorcerer herinnerend, sfeervol werkje die ongelooflijk spookachtig en ellendig klinkt. Ellendig is hier overigens positief bedoeld.
Een naargeestig, maar toch ook wel mooi thema doemt in de vorm van sfeervolle fluitklanken uit de zompige duisternis op en contrasteert de boel een beetje. Maar de benauwende, drukkende duisternis die uit de diepste krochten van de aarde lijken te komen, zuigen je compleet op in dit prachtige ambient-werkje die wat mij betreft rustig twintig minuten had mogen duren.
De slagroom op dit al overheerlijke toetje is het tien minuten durende monster "Klangwand", die dit keer erg doet denken aan Klaus Schulze ten tijde van het prachtige Moondawn. Sterker nog, dit ís een regelrechte verwijzing naar Moondawn en het is werkelijk weergaloos om naar te luisteren. Dit komt simpelweg door het, op de één of andere reden, verrassend herkenbaar klinkende intro, het verbijsterende sequencer-werk en het effectieve drumwerk van Carl Brooker. Zelfs de snerpende lead-solo doet zeer Schulzeiaans aan.
Als klap op de voorpijl weten de heren Shreeve en Boddy tijdens deze intense rit, de boel tegen de zevende minuut nog eens flink op te stoken, wat dus resulteert in een geweldige eindsectie die op heerlijke wijze langzaam tot het einde toe, weer tot bedaren wordt gebracht.
Dit is oprecht meesterlijk te noemen en het blijft dan ook van begin tot eind een feest der herkenning.
"Klangwand" gaat rechtstreeks over in het opmerkelijke "Silent White Light". Een druilerige, maar tegelijkertijd prachtige soundscape die de rustige kant van ARC laat horen.
Galmende klanken gaan hand in hand met een droevig hoofdthema en zorgen voor een uiterst sfeervolle, vier minuten durende, ambient-soundscape die op het laatst een lichte opleving kent.
Een sluimerende sequencer-sectie, zo'n typische die zo'n beetje het handelsmerk van ARC genoemd mag worden, rolt uit de duisternis tevoorschijn en kondigt "Sparked" aan, waarop de effectieve drumsectie van Carl Brooker volgt.
Een redelijk eenvoudig, doch aanstekelijk thema laat van zich horen en zodra de drumsectie compacter en venijniger wordt, lijkt het weer alsof de muziek is teruggekeerd naar de stijl van TD's Force Majeure.
Dit is gewoon pure elektronica-rock wat we hier voorgeschoteld krijgen, maar dan eentje van het Berlijnse School-kaliber.
Bij "Mother" zou je wellicht een wat rustig, kalm nummer verwachten. Niets van dat alles. "Mother" is een zeer duister en onrustbarend stuk muziek die sluimerend en dreigend op lijkt te komen. Als op een gegeven moment een soort overstuurde orgel-sectie zich al hamerend een weg door de duisternis heen wringt, is er geen ontsnapping meer mogelijk.
Als de gemoederen eenmaal wat tot bedaren lijken te komen, kondigen twinkelende klanken zich aan en zitten we alweer in het slotstuk "Pulse Train".
Een mooie synth-deken wordt uitgespreid en een sequencer-sectie komt langzaam tot leven.
Middels deze altijd werkende combinatie wordt er toegewerkt naar een sectie waarin wederom ruimte is overgelaten voor een stuwende drum-sectie.
Deze combi zorgt voor een geweldige eindsectie, die een al even geweldig album afsluit.
Buiten dit al geweldige album om, staat ARC voornamelijk bekend als een échte live-act. Des te meer bijzonder is het dat Blaze één van hun weinige studio-albums betreft. Toch laat ARC ook horen dat ze in de studio al net zo goed, krachtig en intens klinken als dat ze dat live doen.
En dus is Blaze dus gewoon een topper. Maar dat zijn eigenlijk alle albums van ARC en of het nu live of in de studio tot stand is gekomen, het maakt niet uit.
Concreet: Mark Shreeve + Ian Boddy = ARC = GEWELDIG!!
ARC - Church (2010)

5,0
0
CorvisChristi (crew)
geplaatst: 10 december 2010, 12:01 uur
Ricochet, Ricochet en nog eens Ricochet!! Elke keer als ik naar een hoop stukken van deze weergaloze ARC-plaat luister, moet ik aan deze Tangerine Dream-klassieker denken. En dat is helemaal niet erg! ARC weet namelijk zoveel kwaliteit, vakkundigheid en dynamiek in hun muziek te leggen, dat ik het gewoon voor lief neem.
Dat ARC namelijk goed is, bewezen ze al met albums zoals Fracture en het meesterlijke Arcturus. Church doet er in mijn beleving nog een flinke schep bovenop. Het lijkt wel alsof, elke keer als Ian Boddy en Mark Shreeve de handen ineen slaan en met hun ARC-vlaggeschip een album afleveren, er wonderen gebeuren. En door de jaren heen zijn ze eigenlijk alleen maar beter geworden.
En wat is deze Chuch weer voortreffelijk. Opgenomen tijdens de The Gatherings-Concerts, St. Mary's Church, Philadelphia op 14 november 2009, is deze live-registratie zonder meer subliem te noemen.
Het begint dus al meteen erg sterk met "Church". Kerkklokken galmen door de stilte en allerlei typische geluidseffecten suizen door elkaar heen. Als eenmaal het daadwerkelijke intro ingeleidt wordt, is dat er één van grote klasse, waarin een dreigende lead-line wordt gedragen op een geweldadige drum-ondersteuning. Als vervolgens op een gegeven moment de sequence-secties langzaam maar zeker te voorschijn komen, wordt de muziek, naarmate het nummer vordert, steeds heftiger en heftiger. De sequences worden sneller en krachtiger, en dynamische leadlines en andere synth-explosies maken de boel af. Tussendoor weet ARC de muziek iets dromerigs en mystieks mee te geven, maar eenmaal net gevangen in de wat dwalerige passages, wordt je weer keihard wakker geschudt, als de muziek weer aanwakkert en meer to-the point wordt. Zonder twijfel één van ARC's beste nummers.
Maar daar blijft het niet bij. "Bliss Plane" straalt weliswaar lang niet zo'n bombastisch karakter uit als "Church", maar het is nog altijd een sequence-feest ten top. Een rare wirwar van geluidseffecten luidt het nummer in, en niet veel later ontpoppen de sequences zich weer. Lichtvoetiger en sprankelender dan "Church", is "Bliss Plane" op zijn manier een nummer met ballen. Gave en toegankelijke thema's geven het nummer een eigen karakter mee en in z'n totaliteit is het wederom een feest voor het oor.
"Torch" klinkt daarentegen een stuk lomper en harder. Vooral de zware en wobbelende sequences, (om ze zo maar te noemen), in het begin, zijn zeer opvallend. Als uiteindelijk de sequence-sectie in alle hevigheid ontspruit, kan ik niet anders, dan weer aan Ricochet van TD denken. Een soort mengelmoes van de hardste passages van dat klassieke TD-album, zorgt er in ieder geval voor dat "Torch" zonder twijfel het heftigste, maar niet de beste track van de plaat is.
"Veil" doet wel een gooi naar beste track van de plaat. De manier hoe dit nummer in elkaar steekt, is werkelijk geniaal. Het nummer begint vrij rustig, maar ergens sluimert op de achtergrond een bepaalde kracht, die pas in het midden van de track in één keer tot ontwikkeling komt. De combinatie van een werkelijk geweldig in het gehoor liggend thema en geweldige synth-solo's, met de ongekende bruutheid van de sequence-en ritmesectie, zorgt voor één en al luistergenot.
Afsluiter "Falling Through to Rapture" is ook alweer zo goed. Qua sequence-sectie een soort vervolg op het nummer "Rapture" van het Fracture-album. Duidelijk is te horen, dat beide heren hun klassiekers echt wel kennen, getuige het feit dat dit nummer qua intro in ieder geval een ode is aan TD's "Mysterious Semblance at the Strand of Nightmares" van hun legendarische Phaedra-plaat. Of wat dacht je van de sequence-sectie, die verdacht veel overeenkomsten vertoont met "Ricochet Part 2". Lekker belangrijk!! Het klinkt gewoonweg fantastisch! De meedogenloze impact die ARC in hun muziek weet te leggen is gewoon ongekend. En daar is ook de afsluiter van dit album een onontkoombaar bewijs van.
Alles bij elkaar maakt Church zonder twijfel tot ARC's beste album tot nu toe. Voor de die-hard synth-liefhebbers klinkt Church vertrouwd, maar tegelijkertijd o zo goed. Want ondanks de verwijzingen naar de klassiekers van weleer, komt het niet vaak voor dat ik een album als deze de maximale score geef. Bij deze dus!! Vijf punten voor deze moderne klassieker. Benieuwd of ze dit nog kunnen overtreffen. Het zou me niet eens verbazen.
Dikke vette aanrader!!!
Dat ARC namelijk goed is, bewezen ze al met albums zoals Fracture en het meesterlijke Arcturus. Church doet er in mijn beleving nog een flinke schep bovenop. Het lijkt wel alsof, elke keer als Ian Boddy en Mark Shreeve de handen ineen slaan en met hun ARC-vlaggeschip een album afleveren, er wonderen gebeuren. En door de jaren heen zijn ze eigenlijk alleen maar beter geworden.
En wat is deze Chuch weer voortreffelijk. Opgenomen tijdens de The Gatherings-Concerts, St. Mary's Church, Philadelphia op 14 november 2009, is deze live-registratie zonder meer subliem te noemen.
Het begint dus al meteen erg sterk met "Church". Kerkklokken galmen door de stilte en allerlei typische geluidseffecten suizen door elkaar heen. Als eenmaal het daadwerkelijke intro ingeleidt wordt, is dat er één van grote klasse, waarin een dreigende lead-line wordt gedragen op een geweldadige drum-ondersteuning. Als vervolgens op een gegeven moment de sequence-secties langzaam maar zeker te voorschijn komen, wordt de muziek, naarmate het nummer vordert, steeds heftiger en heftiger. De sequences worden sneller en krachtiger, en dynamische leadlines en andere synth-explosies maken de boel af. Tussendoor weet ARC de muziek iets dromerigs en mystieks mee te geven, maar eenmaal net gevangen in de wat dwalerige passages, wordt je weer keihard wakker geschudt, als de muziek weer aanwakkert en meer to-the point wordt. Zonder twijfel één van ARC's beste nummers.
Maar daar blijft het niet bij. "Bliss Plane" straalt weliswaar lang niet zo'n bombastisch karakter uit als "Church", maar het is nog altijd een sequence-feest ten top. Een rare wirwar van geluidseffecten luidt het nummer in, en niet veel later ontpoppen de sequences zich weer. Lichtvoetiger en sprankelender dan "Church", is "Bliss Plane" op zijn manier een nummer met ballen. Gave en toegankelijke thema's geven het nummer een eigen karakter mee en in z'n totaliteit is het wederom een feest voor het oor.
"Torch" klinkt daarentegen een stuk lomper en harder. Vooral de zware en wobbelende sequences, (om ze zo maar te noemen), in het begin, zijn zeer opvallend. Als uiteindelijk de sequence-sectie in alle hevigheid ontspruit, kan ik niet anders, dan weer aan Ricochet van TD denken. Een soort mengelmoes van de hardste passages van dat klassieke TD-album, zorgt er in ieder geval voor dat "Torch" zonder twijfel het heftigste, maar niet de beste track van de plaat is.
"Veil" doet wel een gooi naar beste track van de plaat. De manier hoe dit nummer in elkaar steekt, is werkelijk geniaal. Het nummer begint vrij rustig, maar ergens sluimert op de achtergrond een bepaalde kracht, die pas in het midden van de track in één keer tot ontwikkeling komt. De combinatie van een werkelijk geweldig in het gehoor liggend thema en geweldige synth-solo's, met de ongekende bruutheid van de sequence-en ritmesectie, zorgt voor één en al luistergenot.
Afsluiter "Falling Through to Rapture" is ook alweer zo goed. Qua sequence-sectie een soort vervolg op het nummer "Rapture" van het Fracture-album. Duidelijk is te horen, dat beide heren hun klassiekers echt wel kennen, getuige het feit dat dit nummer qua intro in ieder geval een ode is aan TD's "Mysterious Semblance at the Strand of Nightmares" van hun legendarische Phaedra-plaat. Of wat dacht je van de sequence-sectie, die verdacht veel overeenkomsten vertoont met "Ricochet Part 2". Lekker belangrijk!! Het klinkt gewoonweg fantastisch! De meedogenloze impact die ARC in hun muziek weet te leggen is gewoon ongekend. En daar is ook de afsluiter van dit album een onontkoombaar bewijs van.
Alles bij elkaar maakt Church zonder twijfel tot ARC's beste album tot nu toe. Voor de die-hard synth-liefhebbers klinkt Church vertrouwd, maar tegelijkertijd o zo goed. Want ondanks de verwijzingen naar de klassiekers van weleer, komt het niet vaak voor dat ik een album als deze de maximale score geef. Bij deze dus!! Vijf punten voor deze moderne klassieker. Benieuwd of ze dit nog kunnen overtreffen. Het zou me niet eens verbazen.
Dikke vette aanrader!!!
ARC - Fleet (2017)

5,0
1
CorvisChristi (crew)
geplaatst: 16 mei 2018, 23:52 uur
Ian Boddy en Mark Shreeve zijn samen als het dynamische duo wat zichzelf ARC noemt, tegenwoordig niet meer weg te denken uit de scene die de elektronische muziek, beïnvloed door de Berlijnse School, nieuw leven inblaast. ARC is één van de meest toonaangevende voorbeelden hiervan.
Eigenlijk behoeft ARC geen enkele introductie meer. Hun albums, veelal live opgenomen, zijn praktisch allemaal meesterwerken te noemen.
En na legendarische albums als Umbra en Church is Fleet, opgenomen tijdens het E-Scape Electronic Music Festival in Suffolk op 13 mei 2017, het zoveelste album op rij, waarop ARC een waanzinnig staaltje geweldige elektronische muziek ten gehore brengt. En de magie zit er nog steeds. Ook Fleet is werkelijk een ongelooflijk tof album geworden!!
"Fleet" begint log en slepend. Maar vrij snel ontpopt zich een vrij memorabel thema wat meteen in je hoofd gaat zitten. Het thema lijkt op een gegeven moment meer tot ontwikkeling te komen en op een gegeven moment als deze samen gaat met majestueus aangezette akkoorden, duurt het niet lang voordat een gave sequencer-sectie zijn intrede doet. Een mooie, dik aangezette melodielijn ontspruit in al zijn kracht uit al dit fraais en laat "Fleet" steeds sterker en sterker tot volle wasdom komen. Wat een waanzinnige manier om een album te openen!! Ongelooflijk!!
"Soar" begint met het ruizen van de wind, gevolgd door die werkelijk prachtige, warme klanken uit de mellotron. Een kabbelende sequencer-sectie waar Tangerine Dream zo voor getekend zou kunnen hebben, komt rustig op maar weet al gauw in kracht toe te nemen. En al vrij snel zitten we, gecombineerd met die prachtige akkoorden uit zowel de mellotron als de synthesizer, in het synthesizer-walhalla wat ARC op zo'n formidabele manier weet over te brengen. Alles is uitstekend in balans. Wat een pracht! Wat een praal!
"Surge" is ook al zo goed. Het begint met een sluimerend ritme; rustig, ietwat geheimzinnig. Maar zodra een vreedzaam thema zich aandient, wordt het heel mooi en relaxed allemaal. Totdat de ritmische ondergrond nadrukkelijker gaat klinken en het geheel een boost krijgt. Vanaf dat moment groeit het nummer, dankzij de in kracht toenemende sequencer, uit in de meest intense track tot nu toe.
Knallende akkoorden luiden een opzwepende sectie in en voordat ik het weet, zit ik op het puntje van m'n stoel te luisteren naar iets, wat alleen ARC kan creëren. Wat een geweldig nummer is dit weer. Wat een geweldige thema's passeren hier de revue. Wat een kracht! Wat een dynamiek! Wat gebeurt hier allemaal...?!!
Op een gegeven moment bindt e.e.a. weer in, maar de intense sequencer-sectie blijft en laat nieuwe klanktapijten opkomen die prachtig verweven worden in de huidige sequencer-sectie. De slotfase van "Surge" is dan ondertussen al weer ingetreden. Wat een geweldige manier om een nummer af te sluiten.
"Escape" heeft qua stijl behoorlijk veel weg van het titelnummer, maar weet verrassend te blijven door de ommezwaai die plaats vind als een behoorlijk logge sequencer zich aandient en een opzwepend ritme, gecombineerd met een wederom erg fijn thema er voor zorgt dat het geheel toch een eigen smoelwerk krijgt. Wat tevens bewijst dat ARC het geheel boeiend houdt; ieder nummer is een muzikaal avontuur op zich. En het niveau blijft akelig hoog.
"Crux" begint onheilspellend met bubbelende klanken totdat vrij snel een geheimzinnige, eenzame, vrij kil klinkende melodie zich aankondigt. Het luid de openingsfase in, die erg doet denken aan het begin van "Bayreuth Return", van het legendarische album Timewind van Klaus Schulze. Komt een beetje door de bubbelende, ploppende klanken.
De ommezwaai vind plaats als een opzwepende ritmesectie zich aandient die er spontaan voor zorgt dat het nummer totaal niet meer lijkt op "Bayreuth Return". De sequencer-sectie lijkt nu meer op iets, waar wederom Tangerine Dream voor getekend zou kunnen hebben. Een beetje a la Ricochet meets Stratosfear. Vanaf dat moment brandt het sequencer-geweld ook meer en meer los en is het gaan met die banaan.
Het is werkelijk supervet om te horen hoe er daadwerkelijk een duel ontstaat tussen de verschillende sequencer-secties. Naarmate deze vorderen, worden ze, hoe kan het ook anders, intenser. Op een manier, zoals alleen ARC deze weet te presenteren. Werkelijk fenomenaal gewoon!!
Het nummer sluit sfeervol en vredig af met een mooi coda.
Het album gaat ijzersterk door met het stoere "Runner" die werkelijk een waanzinnig thema bevat. Wat een monster van een track is dit wederom. Het klinkt als een soort van Jean Michel Jarre 'on steroids'.
Wederom een alles omverwerpende blast van zeer gaaf synthesizermateriaal wordt hier voorgeschoteld. Wat een intensiteit spat van deze muziek af!!
Even is er rond de vijfde minuut wat rust te vinden in een mooi, rustig aangezet middenstuk, wat alleen maar van korte duur is, want op de achtergrond staat de sequencer-sectie alweer te dringen om op te komen. Wat uiteindelijk snel gebeurt, als het waanzinnig gave thema tegelijkertijd met de ritmesectie weer van start gaat.
Alles komt weer vlak voor de tiende minuut tot rust. Mooie aangezette synthesizer-akkoorden, die het thema nog even in alle rust laten terugkomen, sluiten wederom een geweldige track af.
Maar we zijn er nog niet. Want de vetste track van het album moet zich nog aankondigen. Is dat nog wel mogelijk dan, na al dit fraaie, muzikale geweld? JA is daarop het volmondige antwoord!!!
Want wat "Cherry Bomb" deed op Umbra, doet "Howl" hier op Fleet. Afsluiten met een KNAL!!
Voor even lijken we in de luren gelegd te worden. Want "Howl" begint erg rustgevend. Maar begon "Cherry Bomb" dat niet ook op Umbra?
Niets is wat het lijkt. We worden in de luren gelegd. Dit kan nooit lang duren...
En als de sequencer-sectie dan ook begint, duurt het niet lang totdat een geweldig thema zich aankondigt om uiteindelijk....BAM!!!: jawel, over te gaan in het meest intense stuk muziek van het gehele album.
"Howl" explodeert in één van de meest intense porties synthesizer-rock die ik ooit heb mogen aanhoren. Wat een fantastische manier om een al even fantastische plaat mee te eindigen. Ongelooflijk!! Wat een genialiteit spat hier van af!! Het kan niet meer stuk!
En zo eindigt Fleet. Een nu al historisch live-document waarmee Ian Boddy en Mark Shreeve andermaal bewijzen dat ze tot de groten der groten behoren.
Dit is het zoveelste meesterwerk van ARC op een rij. Nog steeds is de magie springlevend en dat is te horen op elke noot die gespeeld wordt.
Fleet is meesterlijk. ARC is meesterlijk. Wat valt er nog te doen hieraan? De maximale score van 5 punten toekennen natuurlijk!!!
Eigenlijk behoeft ARC geen enkele introductie meer. Hun albums, veelal live opgenomen, zijn praktisch allemaal meesterwerken te noemen.
En na legendarische albums als Umbra en Church is Fleet, opgenomen tijdens het E-Scape Electronic Music Festival in Suffolk op 13 mei 2017, het zoveelste album op rij, waarop ARC een waanzinnig staaltje geweldige elektronische muziek ten gehore brengt. En de magie zit er nog steeds. Ook Fleet is werkelijk een ongelooflijk tof album geworden!!
"Fleet" begint log en slepend. Maar vrij snel ontpopt zich een vrij memorabel thema wat meteen in je hoofd gaat zitten. Het thema lijkt op een gegeven moment meer tot ontwikkeling te komen en op een gegeven moment als deze samen gaat met majestueus aangezette akkoorden, duurt het niet lang voordat een gave sequencer-sectie zijn intrede doet. Een mooie, dik aangezette melodielijn ontspruit in al zijn kracht uit al dit fraais en laat "Fleet" steeds sterker en sterker tot volle wasdom komen. Wat een waanzinnige manier om een album te openen!! Ongelooflijk!!
"Soar" begint met het ruizen van de wind, gevolgd door die werkelijk prachtige, warme klanken uit de mellotron. Een kabbelende sequencer-sectie waar Tangerine Dream zo voor getekend zou kunnen hebben, komt rustig op maar weet al gauw in kracht toe te nemen. En al vrij snel zitten we, gecombineerd met die prachtige akkoorden uit zowel de mellotron als de synthesizer, in het synthesizer-walhalla wat ARC op zo'n formidabele manier weet over te brengen. Alles is uitstekend in balans. Wat een pracht! Wat een praal!
"Surge" is ook al zo goed. Het begint met een sluimerend ritme; rustig, ietwat geheimzinnig. Maar zodra een vreedzaam thema zich aandient, wordt het heel mooi en relaxed allemaal. Totdat de ritmische ondergrond nadrukkelijker gaat klinken en het geheel een boost krijgt. Vanaf dat moment groeit het nummer, dankzij de in kracht toenemende sequencer, uit in de meest intense track tot nu toe.
Knallende akkoorden luiden een opzwepende sectie in en voordat ik het weet, zit ik op het puntje van m'n stoel te luisteren naar iets, wat alleen ARC kan creëren. Wat een geweldig nummer is dit weer. Wat een geweldige thema's passeren hier de revue. Wat een kracht! Wat een dynamiek! Wat gebeurt hier allemaal...?!!
Op een gegeven moment bindt e.e.a. weer in, maar de intense sequencer-sectie blijft en laat nieuwe klanktapijten opkomen die prachtig verweven worden in de huidige sequencer-sectie. De slotfase van "Surge" is dan ondertussen al weer ingetreden. Wat een geweldige manier om een nummer af te sluiten.
"Escape" heeft qua stijl behoorlijk veel weg van het titelnummer, maar weet verrassend te blijven door de ommezwaai die plaats vind als een behoorlijk logge sequencer zich aandient en een opzwepend ritme, gecombineerd met een wederom erg fijn thema er voor zorgt dat het geheel toch een eigen smoelwerk krijgt. Wat tevens bewijst dat ARC het geheel boeiend houdt; ieder nummer is een muzikaal avontuur op zich. En het niveau blijft akelig hoog.
"Crux" begint onheilspellend met bubbelende klanken totdat vrij snel een geheimzinnige, eenzame, vrij kil klinkende melodie zich aankondigt. Het luid de openingsfase in, die erg doet denken aan het begin van "Bayreuth Return", van het legendarische album Timewind van Klaus Schulze. Komt een beetje door de bubbelende, ploppende klanken.
De ommezwaai vind plaats als een opzwepende ritmesectie zich aandient die er spontaan voor zorgt dat het nummer totaal niet meer lijkt op "Bayreuth Return". De sequencer-sectie lijkt nu meer op iets, waar wederom Tangerine Dream voor getekend zou kunnen hebben. Een beetje a la Ricochet meets Stratosfear. Vanaf dat moment brandt het sequencer-geweld ook meer en meer los en is het gaan met die banaan.
Het is werkelijk supervet om te horen hoe er daadwerkelijk een duel ontstaat tussen de verschillende sequencer-secties. Naarmate deze vorderen, worden ze, hoe kan het ook anders, intenser. Op een manier, zoals alleen ARC deze weet te presenteren. Werkelijk fenomenaal gewoon!!
Het nummer sluit sfeervol en vredig af met een mooi coda.
Het album gaat ijzersterk door met het stoere "Runner" die werkelijk een waanzinnig thema bevat. Wat een monster van een track is dit wederom. Het klinkt als een soort van Jean Michel Jarre 'on steroids'.
Wederom een alles omverwerpende blast van zeer gaaf synthesizermateriaal wordt hier voorgeschoteld. Wat een intensiteit spat van deze muziek af!!
Even is er rond de vijfde minuut wat rust te vinden in een mooi, rustig aangezet middenstuk, wat alleen maar van korte duur is, want op de achtergrond staat de sequencer-sectie alweer te dringen om op te komen. Wat uiteindelijk snel gebeurt, als het waanzinnig gave thema tegelijkertijd met de ritmesectie weer van start gaat.
Alles komt weer vlak voor de tiende minuut tot rust. Mooie aangezette synthesizer-akkoorden, die het thema nog even in alle rust laten terugkomen, sluiten wederom een geweldige track af.
Maar we zijn er nog niet. Want de vetste track van het album moet zich nog aankondigen. Is dat nog wel mogelijk dan, na al dit fraaie, muzikale geweld? JA is daarop het volmondige antwoord!!!
Want wat "Cherry Bomb" deed op Umbra, doet "Howl" hier op Fleet. Afsluiten met een KNAL!!
Voor even lijken we in de luren gelegd te worden. Want "Howl" begint erg rustgevend. Maar begon "Cherry Bomb" dat niet ook op Umbra?
Niets is wat het lijkt. We worden in de luren gelegd. Dit kan nooit lang duren...
En als de sequencer-sectie dan ook begint, duurt het niet lang totdat een geweldig thema zich aankondigt om uiteindelijk....BAM!!!: jawel, over te gaan in het meest intense stuk muziek van het gehele album.
"Howl" explodeert in één van de meest intense porties synthesizer-rock die ik ooit heb mogen aanhoren. Wat een fantastische manier om een al even fantastische plaat mee te eindigen. Ongelooflijk!! Wat een genialiteit spat hier van af!! Het kan niet meer stuk!
En zo eindigt Fleet. Een nu al historisch live-document waarmee Ian Boddy en Mark Shreeve andermaal bewijzen dat ze tot de groten der groten behoren.
Dit is het zoveelste meesterwerk van ARC op een rij. Nog steeds is de magie springlevend en dat is te horen op elke noot die gespeeld wordt.
Fleet is meesterlijk. ARC is meesterlijk. Wat valt er nog te doen hieraan? De maximale score van 5 punten toekennen natuurlijk!!!
ARC - Fracture (2007)

4,0
0
CorvisChristi (crew)
geplaatst: 28 november 2010, 11:05 uur
Nog geen stemmen voor dit album, dus laat ik het spits maar afbijten...
Fracture is aan de ene kant een typisch ARC-album, aan de andere kant niet, aangezien ARC (bestaande uit DIN-labelbaas Ian Boddy en Redshift-veteraan Mark Shreeve), vooral op de eerste 4 tracks zich van een wat experimentelere kant laten zien.
Origineel mag het zeker genoemd worden. Alle 4 de nummers ademen hun eigen persoonlijkheid uit en er valt genoeg te beleven. Het zijn behoorlijk stuwende, ritmische en bij vlagen zelfs pompende tracks, waarbij vooral het titelnummer in het oog springt en het bijzondere "Departed", vanwege het sterke thema die zich naarmate het nummer vordert, ontvouwt. Vooral de gewone- en Fender Rhodes-pianoklanken zitten op een originele manier verweven in dit nummer.
Goed is het dus zeker wel te noemen, maar ik wordt toch pas echt overdondert middels "Rapture", waarop ARC teruggrijpt naar de stijl waar ze zo goed in zijn: retro-synthmuziek gedoopt in een flink Berlin School-sausje, waar de grootheden van weleer zo legendarisch mee zijn geworden (Tangerine Dream en Klaus Schulze behoeven natuurlijk geen introductie meer). "Rapture" is eigenlijk een vervolgzetting van ARC's briljante Arcturus-album. Een geweldig en behoorlijk lang intro die me een beetje doet denken aan die van Schulze's "Floating" van zijn Moondawn-meesterwerk maakt uiteindelijk plaats voor een wervelwind van klanken, van waaruit de sequence-sectie langzaam naar voren wordt geduwd. Heerlijk om zo op deze manier wederom te mogen genieten, van hoe ARC op zeer sterke wijze de Berlin School-sound op een overtuigende manier weet neer te zetten. Wat dat betreft zijn ze één van de weinigen die er mee weg kunnen komen, omdat ze hun vak gewoon tot in het uiterste verstaan. Uiteindelijk duurt de sequence-sectie nog niet eens zo heel erg lang, en wordt ik uiteindelijk getrakteerd op een prachtig, sfeervol, ietwat somber klinkend slot, wat dit album op een prima manier afsluit.
Fracture is een prima ARC-album, ook omdat ze niet schaamteloos voorganger Arcturus copiëren, maar zich ook van een wat vernieuwendere en verfrissende kant laten zien. En stiekem is dat toch de reden dat ik deze toch wat minder vind dan Arcturus. Ik ben nou eenmaal een liefhebber van de Berlin School-sound, en ARC beheerst die stijl op alle fronten. De eerste 4 tracks zie ik dan ook meer als voorgerechtjes op nummer 5, waarvan die laatste mijn uiteindelijke score van 4 punten bepaald heeft.
Fracture is aan de ene kant een typisch ARC-album, aan de andere kant niet, aangezien ARC (bestaande uit DIN-labelbaas Ian Boddy en Redshift-veteraan Mark Shreeve), vooral op de eerste 4 tracks zich van een wat experimentelere kant laten zien.
Origineel mag het zeker genoemd worden. Alle 4 de nummers ademen hun eigen persoonlijkheid uit en er valt genoeg te beleven. Het zijn behoorlijk stuwende, ritmische en bij vlagen zelfs pompende tracks, waarbij vooral het titelnummer in het oog springt en het bijzondere "Departed", vanwege het sterke thema die zich naarmate het nummer vordert, ontvouwt. Vooral de gewone- en Fender Rhodes-pianoklanken zitten op een originele manier verweven in dit nummer.
Goed is het dus zeker wel te noemen, maar ik wordt toch pas echt overdondert middels "Rapture", waarop ARC teruggrijpt naar de stijl waar ze zo goed in zijn: retro-synthmuziek gedoopt in een flink Berlin School-sausje, waar de grootheden van weleer zo legendarisch mee zijn geworden (Tangerine Dream en Klaus Schulze behoeven natuurlijk geen introductie meer). "Rapture" is eigenlijk een vervolgzetting van ARC's briljante Arcturus-album. Een geweldig en behoorlijk lang intro die me een beetje doet denken aan die van Schulze's "Floating" van zijn Moondawn-meesterwerk maakt uiteindelijk plaats voor een wervelwind van klanken, van waaruit de sequence-sectie langzaam naar voren wordt geduwd. Heerlijk om zo op deze manier wederom te mogen genieten, van hoe ARC op zeer sterke wijze de Berlin School-sound op een overtuigende manier weet neer te zetten. Wat dat betreft zijn ze één van de weinigen die er mee weg kunnen komen, omdat ze hun vak gewoon tot in het uiterste verstaan. Uiteindelijk duurt de sequence-sectie nog niet eens zo heel erg lang, en wordt ik uiteindelijk getrakteerd op een prachtig, sfeervol, ietwat somber klinkend slot, wat dit album op een prima manier afsluit.
Fracture is een prima ARC-album, ook omdat ze niet schaamteloos voorganger Arcturus copiëren, maar zich ook van een wat vernieuwendere en verfrissende kant laten zien. En stiekem is dat toch de reden dat ik deze toch wat minder vind dan Arcturus. Ik ben nou eenmaal een liefhebber van de Berlin School-sound, en ARC beheerst die stijl op alle fronten. De eerste 4 tracks zie ik dan ook meer als voorgerechtjes op nummer 5, waarvan die laatste mijn uiteindelijke score van 4 punten bepaald heeft.
ARC - Rise (2010)

4,5
0
CorvisChristi (crew)
geplaatst: 21 juli 2014, 21:43 uur
Rise is live opgenomen tijdens het Star's End radio-programma van Amerikaans synthesist Chuck van Zyl in de extreem vroege uurtjes van zondagmorgen 15 november 2009. En het was nog wel een aantal uren geleden dat Ian Boddy en Mark Shreeve, gezamenlijk als het duo ARC, een legendarisch optreden hadden gegeven tijdens The Gathering Concerts (waar Chuck van Zyl tevens de coördinator van is) in St. Mary's Church, Philadelphia (een optreden wat later vereeuwigd zou worden op het fantastische ARC - Church (2010).
Het is eigenlijk niet te geloven dat beide heren, na een indrukwekkende show te hebben gegeven, nog lang niet klaar waren en met hun complete instrumentarium en computers, direct door gingen naar de WXPN-studio waar Star's End uitgezonden wordt en vervolgens een overigens compleet geïmproviseerde set zouden uitvoeren.
Alleen hiervoor al verdienen de heren respect. En dan te bedenken dat Ian Boddy in het recente verleden op deze manier al eerder met dit bijltje heeft gehakt. Echter was dit voor de eerste keer tezamen met Mark Shreeve.
"Creep" begint zeer kalm en in eerste instantie lijkt er in de eerste minuten weinig te gebeuren. Echter komt daar langzaam maar zeker verandering in als steeds meer atmosferische klanken ervoor zorgen dat er toegewerkt wordt naar een donker, naargeestig sfeertje. Niet voor niets heet het nummer "Creep": al kruipend en sluimerend begint het duistere klanktapijt steeds meer vorm te krijgen en houdt minutenlang aan. Van tijd tot tijd lijkt er steeds meer aan de muziek toegevoegd te worden, echter zijn deze toevoegingen van bescheiden aard. Pas ruim in de tweede helft ontvouwt de muziek zich tot een dusdanig duister epos, dat er daadwerkelijk sprake is alsof we ons in een aangrijpend en duister vagevuur bevinden. Dit komt vooral door het aanwezige mellotron-koor en het is vooral deze sectie die me erg doet denken aan het begin van Klaus Schulze's "Floating" van Moondawn. Sowieso doet het gehele nummer me denken aan de meer atmosferische kant van de muziek van Klaus Schulze en het behoeft dan ook zeker geen toeval te zijn als zowel Boddy als Shreeve zwaar beïnvloedt zijn door deze synth-gigant.
"Creep" is geweldig en veel meer dan alleen maar het lang uitgesponnen, veredelde intro op het titelnummer, maar het moet gezegd dat vanaf "Rise" de registers pas echt opengetrokken worden. En dat gebeurt met een magnifieke sequencer-sectie die zijn weerga niet kent! Gaandeweg het nummer lijken diverse sequencers toegevoegd te worden aan de vorigen en tevens lijken ze op een gegeven moment over elkaar heen te buitelen. Voeg daarbij toe een aantal smaakvol en inspirerende en prachtig in de muziek verweven solo's compleet met hier en daar mooi aangezette synth-akkoorden en deze ode aan de Berlijnse School is een feit. Een weergaloze trip die ons terugbrengen naar de tijden van Schulze's al eerder genoemde Moondawn en Tangerine Dream's Ricochet.
"Rise" wordt op een mooie en zweverige manier afgesloten om plaats te maken voor het alweer laatste stuk van deze plaat, de omschakeling naar een relatief wat veiliger oord middels warme, twinkelende klanken die als een warme omhelzing aanvoelen. "Fade" lijkt na het druilerige en verontrustende "Creep" en het sequencer-vuurwerk wat "Rise" grotendeels is, van een ander allooi te zijn, maar ondanks dat de sfeer hier meer gedwee aanvoelt, lijkt het qua toonzetting toch niet helemaal pluis.
Mooie mellotron-akkoorden domineren op een gegeven moment en zoals e.e.a. op mij overkomt, had dit nummer eigenlijk zo "Mysterious Semblance at the Strand of Nightmares Part 2" kunnen heten. Als de akkoorden eenmaal wegsterven, lijkt een wind aan te wakkeren en plaats te maken voor een vreedzaam slot waar ik me wederom betrap op een sectie wat sprekend lijkt op het laatste deel van het intro van Tangerine Dream's "Ricochet Part 2".
Uiteindelijk wordt "Fade" op een smaakvolle, inspirerende, intrigerende en ouderwets herkenbare manier op een sprookjesachtige en dromerige manier afgesloten.
Rise is, naast praktisch ieder album van ARC, wederom een knap staaltje van uiterst gedreven muziek waarin de invloeden van de Berlijnse School absoluut hoorbaar zijn. Maar in tegenstelling tot vele navolgers, beheerst ARC op alle fronten deze invloedrijke synth-stijl als geen ander. Het klinkt geloofwaardig, oprecht en bovenal overtuigend. We hebben hier dan ook met componisten te maken die precies weten wat ze doen. En wat ze doen, doen ze met veel liefde, ziel en zaligheid. En dat maakt ARC zo goed.
Rise is simpelweg een topper. Een uniek album die alleen als speciaal download-album te krijgen is via het DiN-label.
Het is eigenlijk niet te geloven dat beide heren, na een indrukwekkende show te hebben gegeven, nog lang niet klaar waren en met hun complete instrumentarium en computers, direct door gingen naar de WXPN-studio waar Star's End uitgezonden wordt en vervolgens een overigens compleet geïmproviseerde set zouden uitvoeren.
Alleen hiervoor al verdienen de heren respect. En dan te bedenken dat Ian Boddy in het recente verleden op deze manier al eerder met dit bijltje heeft gehakt. Echter was dit voor de eerste keer tezamen met Mark Shreeve.
"Creep" begint zeer kalm en in eerste instantie lijkt er in de eerste minuten weinig te gebeuren. Echter komt daar langzaam maar zeker verandering in als steeds meer atmosferische klanken ervoor zorgen dat er toegewerkt wordt naar een donker, naargeestig sfeertje. Niet voor niets heet het nummer "Creep": al kruipend en sluimerend begint het duistere klanktapijt steeds meer vorm te krijgen en houdt minutenlang aan. Van tijd tot tijd lijkt er steeds meer aan de muziek toegevoegd te worden, echter zijn deze toevoegingen van bescheiden aard. Pas ruim in de tweede helft ontvouwt de muziek zich tot een dusdanig duister epos, dat er daadwerkelijk sprake is alsof we ons in een aangrijpend en duister vagevuur bevinden. Dit komt vooral door het aanwezige mellotron-koor en het is vooral deze sectie die me erg doet denken aan het begin van Klaus Schulze's "Floating" van Moondawn. Sowieso doet het gehele nummer me denken aan de meer atmosferische kant van de muziek van Klaus Schulze en het behoeft dan ook zeker geen toeval te zijn als zowel Boddy als Shreeve zwaar beïnvloedt zijn door deze synth-gigant.
"Creep" is geweldig en veel meer dan alleen maar het lang uitgesponnen, veredelde intro op het titelnummer, maar het moet gezegd dat vanaf "Rise" de registers pas echt opengetrokken worden. En dat gebeurt met een magnifieke sequencer-sectie die zijn weerga niet kent! Gaandeweg het nummer lijken diverse sequencers toegevoegd te worden aan de vorigen en tevens lijken ze op een gegeven moment over elkaar heen te buitelen. Voeg daarbij toe een aantal smaakvol en inspirerende en prachtig in de muziek verweven solo's compleet met hier en daar mooi aangezette synth-akkoorden en deze ode aan de Berlijnse School is een feit. Een weergaloze trip die ons terugbrengen naar de tijden van Schulze's al eerder genoemde Moondawn en Tangerine Dream's Ricochet.
"Rise" wordt op een mooie en zweverige manier afgesloten om plaats te maken voor het alweer laatste stuk van deze plaat, de omschakeling naar een relatief wat veiliger oord middels warme, twinkelende klanken die als een warme omhelzing aanvoelen. "Fade" lijkt na het druilerige en verontrustende "Creep" en het sequencer-vuurwerk wat "Rise" grotendeels is, van een ander allooi te zijn, maar ondanks dat de sfeer hier meer gedwee aanvoelt, lijkt het qua toonzetting toch niet helemaal pluis.
Mooie mellotron-akkoorden domineren op een gegeven moment en zoals e.e.a. op mij overkomt, had dit nummer eigenlijk zo "Mysterious Semblance at the Strand of Nightmares Part 2" kunnen heten. Als de akkoorden eenmaal wegsterven, lijkt een wind aan te wakkeren en plaats te maken voor een vreedzaam slot waar ik me wederom betrap op een sectie wat sprekend lijkt op het laatste deel van het intro van Tangerine Dream's "Ricochet Part 2".
Uiteindelijk wordt "Fade" op een smaakvolle, inspirerende, intrigerende en ouderwets herkenbare manier op een sprookjesachtige en dromerige manier afgesloten.
Rise is, naast praktisch ieder album van ARC, wederom een knap staaltje van uiterst gedreven muziek waarin de invloeden van de Berlijnse School absoluut hoorbaar zijn. Maar in tegenstelling tot vele navolgers, beheerst ARC op alle fronten deze invloedrijke synth-stijl als geen ander. Het klinkt geloofwaardig, oprecht en bovenal overtuigend. We hebben hier dan ook met componisten te maken die precies weten wat ze doen. En wat ze doen, doen ze met veel liefde, ziel en zaligheid. En dat maakt ARC zo goed.
Rise is simpelweg een topper. Een uniek album die alleen als speciaal download-album te krijgen is via het DiN-label.
ARC - Umbra (2014)

5,0
0
CorvisChristi (crew)
geplaatst: 3 augustus 2015, 23:30 uur
Umbra is de, voor mij, langverwachte opvolger van de albums Church en Rise en laat ARC horen op een manier zoals ik eigenlijk wel verwacht had, namelijk een ongelooflijk intense portie synthesizermuziek voorschotelen in de stijl van de Berlijnse School.
Waar ik niet op gerekend had, was met het feit dat Ian Boddy en Mark Shreeve het voor elkaar hebben gekregen, om met Umbra gewoon ook even hun beste album tot nu toe uit de mouwen te schudden. En dat is een prestatie op zich, want de meeste van de albums van ARC beschouw ik al als ijzersterk, laat staan dat het al praktisch niet mogelijk was om deze te overtreffen. Het bewijs dat het dus wel kan, dient zich dus nu aan met, het overigens live in Nederland opgenomen, Umbra.
Maar ik had het kunnen weten ook, want in mijn bericht bij Church had ik nog vermeld dat ik zeer benieuwd was, of ze die konden overtreffen en dat het me niets zou verbazen. Zie hier dus Umbra!!
Huiveringwekkende, zoemende klanken luiden "Arcadia" in, even later op de voet gevolgd door een prachtige fade-in van majestueuze orgel-klanken en een eenzame fluit.
En we zitten nog niet eens echt in de tweede minuut, of de eerste sequencer-sectie kondigt zich alweer aan. Deze lijkt nog een beetje zoekende, maar krijgt al snel bijval van andere ritmische bijkomstigheden, waaronder een opvallend drum-ritme. Heel tegendraads klinkt dan die ongelooflijk sfeervolle en zware orgelsectie, die een onwaarschijnlijke samenwerking aangaat met de opvallende, redelijk springerige ritme-sectie.
Na een tijdje verdwijnt de ritme-sectie. De sequencer blijft zijn werk doen en lijkt zich wat meer te ontwikkelen. Ondertussen hebben zich onrustbarende klanken aangekondigd, die niets dan onheil lijken te voorspellen.
Op een gegeven moment verdwijnt de eerste sequencer, maar een tweede kondigt zich al meteen aan. Vanaf dan begint de muziek langzamerhand aan kracht op te bouwen als de sequencer eveneens krachtiger wordt en de muziek meer en meer aan de sequencer gekoppeld lijkt te worden. Als dan even later het aanstekelijke drum-ritme weer ingezet wordt en zware, majestueuze synths het thema van het begin weer laten horen, ontspruit ARC weer als vanouds; dit is een geweldig, maar tegelijkertijd loodzwaar portie elektronica diep geworteld in de beste Berlijnse School-traditie.
Uiteindelijk laten de beide heren van ARC de muziek langzaam tot rust komen met als gevolg een daverend aplaus.
"Proxima Obscuro" begint met een portie twinkelende en bobbelende klanken. Spookachtige windvlagen combineren dit overtuigende begin, totdat een orgel-sectie zijn intrede doet.
Deze elementen houden tot ergens in de derde minuut aan, totdat een vlotte, tegelijkertijd logge sequencer-sectie op komt zetten en een heerlijke synth-solo van zich laat horen.
Vanaf dan is het, tot aan de mooie, gedragen afsluiting op de orgel, een typisch gevalletje van 'alle remmen los'!
Zonder gekheid overigens, maar dit nummer had zo op een Ricochet of Sorcerer van Tangerine Dream kunnen staan. Het ligt er zo dik bovenop, maar tegelijkertijd is het zo verdomd goed dat je ARC's leentjebuur bij één van de grootvaders van de Berlijnse School spontaan vergeet en vergeeft.
Het mooie is, dat het zomaar eens zou kunnen zijn dat ARC misschien wel de énige act is die heden ten dagen als geen ander de legendarische sound van de Berlijnse School niet alleen beheerst, maar ook nog eens de beste platen maakt op dit gebied. Sterker nog, het is simpelweg gewoon een feit.
Alleen al het luisteren naar het ongelooflijk intense "Proxima Obscuro" is het bewijs dat we hier niet te maken hebben met slechts een stel navolgers. Integendeel, ARC biedt zoveel meer!
Zoemende, krakende klanken luiden vervolgens het titelnummer in. Het is een geheimzinnig intro die de voorbode is voor een trage, dreigende sequencer-sectie die al deinend en kruipend aan de oppervlakte komt. Deze sequencer-sectie wordt al vrij snel gecombineerd met een tweede en het hoofdthema laat dan al snel van zich horen.
De muziek wint al snel aan kracht en het opvallende thema laat andermaal van zich horen, niet veel later gevolgd door een wat droeviger klinkend thema. Als die laatste verdwijnt, is de sequencer-sectie afgenomen tot een sluimerende variant ervan en kondigt een mooie, gedragen synth-sectie zich aan.
Daarna lijkt de muziek langzaam weg te sterven, ware het niet dat even later niet alleen het druilerige thema weer van zich laat horen, maar ook de sequencer-sectie weer heviger wordt, totdat dan ook uiteindelijk weer het hoofdthema arriveert.
Vanaf dat moment is de muziek weer behoorlijk toegenomen in kracht en voor even raast en tiert ARC er als een bezetene op los, om vervolgens weer wat tot bedaren te komen. De muziek heeft op een gegeven moment ook weer het druilerige thema opgepikt, maar deze houdt slechts even aan als de muziek nu toch echt tot rust lijkt te komen.
Echter weet ARC tijdens de slot-sectie zowaar zeer verrassend voor de dag te komen en presenteert zowaar een prachtig, overdonderend coda, die werkelijk schitterend is en tevens voor een welkome afwisseling zorgt t.o.v. de rest van het overigens uitstekende materiaal.
"Autostratus" begint met een vreemde sequencer-sectie, die geheimzinnig en naargeestig tegelijk klinkt. Dreigende grondtonen voorspellen ook al niet veel goeds. Als de sequencer zich vervolgens meer ontwikkeld, gaat deze ook anders klinken. Het is er eentje van het meer aangrijpende soort. Een somber, maar mooi hoofdthema die klinkt als een mannelijk engelenkoor, zorgt voor een meeslepende insteek binnen de muziek. Wat dat betreft uitstekende ingrediënten om de muziek op een indringende manier mee op te bouwen, wat dan ook gebeurt. Echter gaat ARC hier niet helemaal los, wat niet erg is, gezien deze track hier in dit geval niet om vraagt.
Rond de zevende minuut vind er een lichte verandering in de sequencer-sectie plaats en even later openbaart zich een prachtige synth-sectie, die somber, maar erg mooi klinkt. Het is deze sectie die dit nummer op een hele mooie wijze afsluit.
En het gaat maar door; de intensiteit en de kracht waarmee ARC de muziek een flinke boost geeft is hun handelsmerk, maar het uit zich ook in geweldige composities.
Zo ook "Panthera", die begint met een indrukwekkend scala aan bombastische synth-akkoorden, die eenmaal voldaan aan hun intro-plicht, een monster van een sequencer afvuren.
Als er vervolgens wel een heel dreigend thema wordt ingezet, is één ding zeker: dit wordt een monster van een track!! En dat is "Panthera" dan ook. Monsterlijk goed, is dit dreigend, lomp, maar tegelijkertijd heel dynamisch synth-materiaal waar moeilijk aan te ontkomen valt.
De sequencer-sectie lijkt op een gegeven moment wat aan verandering onderhevig en dreigende ondertonen zorgen voor een voorbode van dreiging en agressie. En dit klopt, als eenmaal alle elementen weer samenkomen voor een daverende sectie.
Aan het eind sterft de sequencer weg en zorgen lange, gedragen aanslagen op de synths voor een majestueus en knallend slot.
Na al dit fraais is er dan nog de alles-overdonderende afsluiter "Cherry Bomb" die begint met een sequencer-sectie die wel een beetje lijkt op een versnelde variant van die van "Crystal Lake" van Klaus Schulze. Alleen lijkt deze wat sneller aan verandering onderhevig en is ook wat melodieuzer van aard.
Sfeervolle aanslagen op de synths zorgen voor bijval en langzamerhand lijkt een thema tot ontwikkeling te komen. Eentje die zeer pakkend en behoorlijk toegankelijk klinkt. Een werkelijk fantastische synth-solo zorgt voor nog meer fraais. Het mannelijke engelenkoor doet daaropvolgend een duit in het zakje en een prachtige fluit-solo zorgt voor veel kippenvel.
En voor even is daar alleen even die twinkelende sequencer te horen, totdat POW!!!, de i.m.o. meest intense sectie van het complete album van start gaat.
Wat een geweldige opbouw!! Wat een ongelooflijke intensiteit en dynamiek schuilt hierachter!!
Een drum-sectie compleet met een solo die klinkt als een ruige, elektronische gitaar, zorgt tezamen met de vele synth-explosies voor een fantastische slot-sectie.
Wat een kracht, intensiteit, inspiratie en dynamiek weet ARC hier voor de dag te leggen. Ongekend gewoon!!
Umbra, live opgenomen tijdens E-live, op 19 oktober 2013 in ons eigen Oirschot, is denk ik wel het beste album van ARC tot nu toe en weet i.m.o. zelfs het formidabele Church te overtreffen.
Het is werkelijk ongekend dat de heren Ian Boddy en Mark Shreeve het toch elke keer weer voor elkaar krijgen om zulk geweldig werk af te leveren. Ze flikken het verdorie elke keer weer
!!
Umbra is misschien wel het kroon op het werk van ARC, die de afgelopen jaren een aantal moderne klassiekers in de stijl van de Berlijnse School hebben opgenomen, in veel gevallen live.
Dit album is essentieel voor iedere elektronische muziekliefhebber en verplichte kost voor fans van ARC! Want eerlijk is eerlijk: om een meesterwerk als dit, kan je niet heen!!
Waar ik niet op gerekend had, was met het feit dat Ian Boddy en Mark Shreeve het voor elkaar hebben gekregen, om met Umbra gewoon ook even hun beste album tot nu toe uit de mouwen te schudden. En dat is een prestatie op zich, want de meeste van de albums van ARC beschouw ik al als ijzersterk, laat staan dat het al praktisch niet mogelijk was om deze te overtreffen. Het bewijs dat het dus wel kan, dient zich dus nu aan met, het overigens live in Nederland opgenomen, Umbra.
Maar ik had het kunnen weten ook, want in mijn bericht bij Church had ik nog vermeld dat ik zeer benieuwd was, of ze die konden overtreffen en dat het me niets zou verbazen. Zie hier dus Umbra!!
Huiveringwekkende, zoemende klanken luiden "Arcadia" in, even later op de voet gevolgd door een prachtige fade-in van majestueuze orgel-klanken en een eenzame fluit.
En we zitten nog niet eens echt in de tweede minuut, of de eerste sequencer-sectie kondigt zich alweer aan. Deze lijkt nog een beetje zoekende, maar krijgt al snel bijval van andere ritmische bijkomstigheden, waaronder een opvallend drum-ritme. Heel tegendraads klinkt dan die ongelooflijk sfeervolle en zware orgelsectie, die een onwaarschijnlijke samenwerking aangaat met de opvallende, redelijk springerige ritme-sectie.
Na een tijdje verdwijnt de ritme-sectie. De sequencer blijft zijn werk doen en lijkt zich wat meer te ontwikkelen. Ondertussen hebben zich onrustbarende klanken aangekondigd, die niets dan onheil lijken te voorspellen.
Op een gegeven moment verdwijnt de eerste sequencer, maar een tweede kondigt zich al meteen aan. Vanaf dan begint de muziek langzamerhand aan kracht op te bouwen als de sequencer eveneens krachtiger wordt en de muziek meer en meer aan de sequencer gekoppeld lijkt te worden. Als dan even later het aanstekelijke drum-ritme weer ingezet wordt en zware, majestueuze synths het thema van het begin weer laten horen, ontspruit ARC weer als vanouds; dit is een geweldig, maar tegelijkertijd loodzwaar portie elektronica diep geworteld in de beste Berlijnse School-traditie.
Uiteindelijk laten de beide heren van ARC de muziek langzaam tot rust komen met als gevolg een daverend aplaus.
"Proxima Obscuro" begint met een portie twinkelende en bobbelende klanken. Spookachtige windvlagen combineren dit overtuigende begin, totdat een orgel-sectie zijn intrede doet.
Deze elementen houden tot ergens in de derde minuut aan, totdat een vlotte, tegelijkertijd logge sequencer-sectie op komt zetten en een heerlijke synth-solo van zich laat horen.
Vanaf dan is het, tot aan de mooie, gedragen afsluiting op de orgel, een typisch gevalletje van 'alle remmen los'!
Zonder gekheid overigens, maar dit nummer had zo op een Ricochet of Sorcerer van Tangerine Dream kunnen staan. Het ligt er zo dik bovenop, maar tegelijkertijd is het zo verdomd goed dat je ARC's leentjebuur bij één van de grootvaders van de Berlijnse School spontaan vergeet en vergeeft.
Het mooie is, dat het zomaar eens zou kunnen zijn dat ARC misschien wel de énige act is die heden ten dagen als geen ander de legendarische sound van de Berlijnse School niet alleen beheerst, maar ook nog eens de beste platen maakt op dit gebied. Sterker nog, het is simpelweg gewoon een feit.
Alleen al het luisteren naar het ongelooflijk intense "Proxima Obscuro" is het bewijs dat we hier niet te maken hebben met slechts een stel navolgers. Integendeel, ARC biedt zoveel meer!
Zoemende, krakende klanken luiden vervolgens het titelnummer in. Het is een geheimzinnig intro die de voorbode is voor een trage, dreigende sequencer-sectie die al deinend en kruipend aan de oppervlakte komt. Deze sequencer-sectie wordt al vrij snel gecombineerd met een tweede en het hoofdthema laat dan al snel van zich horen.
De muziek wint al snel aan kracht en het opvallende thema laat andermaal van zich horen, niet veel later gevolgd door een wat droeviger klinkend thema. Als die laatste verdwijnt, is de sequencer-sectie afgenomen tot een sluimerende variant ervan en kondigt een mooie, gedragen synth-sectie zich aan.
Daarna lijkt de muziek langzaam weg te sterven, ware het niet dat even later niet alleen het druilerige thema weer van zich laat horen, maar ook de sequencer-sectie weer heviger wordt, totdat dan ook uiteindelijk weer het hoofdthema arriveert.
Vanaf dat moment is de muziek weer behoorlijk toegenomen in kracht en voor even raast en tiert ARC er als een bezetene op los, om vervolgens weer wat tot bedaren te komen. De muziek heeft op een gegeven moment ook weer het druilerige thema opgepikt, maar deze houdt slechts even aan als de muziek nu toch echt tot rust lijkt te komen.
Echter weet ARC tijdens de slot-sectie zowaar zeer verrassend voor de dag te komen en presenteert zowaar een prachtig, overdonderend coda, die werkelijk schitterend is en tevens voor een welkome afwisseling zorgt t.o.v. de rest van het overigens uitstekende materiaal.
"Autostratus" begint met een vreemde sequencer-sectie, die geheimzinnig en naargeestig tegelijk klinkt. Dreigende grondtonen voorspellen ook al niet veel goeds. Als de sequencer zich vervolgens meer ontwikkeld, gaat deze ook anders klinken. Het is er eentje van het meer aangrijpende soort. Een somber, maar mooi hoofdthema die klinkt als een mannelijk engelenkoor, zorgt voor een meeslepende insteek binnen de muziek. Wat dat betreft uitstekende ingrediënten om de muziek op een indringende manier mee op te bouwen, wat dan ook gebeurt. Echter gaat ARC hier niet helemaal los, wat niet erg is, gezien deze track hier in dit geval niet om vraagt.
Rond de zevende minuut vind er een lichte verandering in de sequencer-sectie plaats en even later openbaart zich een prachtige synth-sectie, die somber, maar erg mooi klinkt. Het is deze sectie die dit nummer op een hele mooie wijze afsluit.
En het gaat maar door; de intensiteit en de kracht waarmee ARC de muziek een flinke boost geeft is hun handelsmerk, maar het uit zich ook in geweldige composities.
Zo ook "Panthera", die begint met een indrukwekkend scala aan bombastische synth-akkoorden, die eenmaal voldaan aan hun intro-plicht, een monster van een sequencer afvuren.
Als er vervolgens wel een heel dreigend thema wordt ingezet, is één ding zeker: dit wordt een monster van een track!! En dat is "Panthera" dan ook. Monsterlijk goed, is dit dreigend, lomp, maar tegelijkertijd heel dynamisch synth-materiaal waar moeilijk aan te ontkomen valt.
De sequencer-sectie lijkt op een gegeven moment wat aan verandering onderhevig en dreigende ondertonen zorgen voor een voorbode van dreiging en agressie. En dit klopt, als eenmaal alle elementen weer samenkomen voor een daverende sectie.
Aan het eind sterft de sequencer weg en zorgen lange, gedragen aanslagen op de synths voor een majestueus en knallend slot.
Na al dit fraais is er dan nog de alles-overdonderende afsluiter "Cherry Bomb" die begint met een sequencer-sectie die wel een beetje lijkt op een versnelde variant van die van "Crystal Lake" van Klaus Schulze. Alleen lijkt deze wat sneller aan verandering onderhevig en is ook wat melodieuzer van aard.
Sfeervolle aanslagen op de synths zorgen voor bijval en langzamerhand lijkt een thema tot ontwikkeling te komen. Eentje die zeer pakkend en behoorlijk toegankelijk klinkt. Een werkelijk fantastische synth-solo zorgt voor nog meer fraais. Het mannelijke engelenkoor doet daaropvolgend een duit in het zakje en een prachtige fluit-solo zorgt voor veel kippenvel.
En voor even is daar alleen even die twinkelende sequencer te horen, totdat POW!!!, de i.m.o. meest intense sectie van het complete album van start gaat.
Wat een geweldige opbouw!! Wat een ongelooflijke intensiteit en dynamiek schuilt hierachter!!
Een drum-sectie compleet met een solo die klinkt als een ruige, elektronische gitaar, zorgt tezamen met de vele synth-explosies voor een fantastische slot-sectie.
Wat een kracht, intensiteit, inspiratie en dynamiek weet ARC hier voor de dag te leggen. Ongekend gewoon!!
Umbra, live opgenomen tijdens E-live, op 19 oktober 2013 in ons eigen Oirschot, is denk ik wel het beste album van ARC tot nu toe en weet i.m.o. zelfs het formidabele Church te overtreffen.
Het is werkelijk ongekend dat de heren Ian Boddy en Mark Shreeve het toch elke keer weer voor elkaar krijgen om zulk geweldig werk af te leveren. Ze flikken het verdorie elke keer weer

Umbra is misschien wel het kroon op het werk van ARC, die de afgelopen jaren een aantal moderne klassiekers in de stijl van de Berlijnse School hebben opgenomen, in veel gevallen live.
Dit album is essentieel voor iedere elektronische muziekliefhebber en verplichte kost voor fans van ARC! Want eerlijk is eerlijk: om een meesterwerk als dit, kan je niet heen!!
Arch Enemy - War Eternal (2014)

4,0
0
CorvisChristi (crew)
geplaatst: 21 mei 2015, 01:05 uur
War Eternal is een degelijke Arch Enemy-plaat die niets nieuws laat horen wat ik al niet eerder heb gehoord van de band. Alhoewel, nieuw op deze plaat zijn gitarist Nick Cordle, die in 2012 Christopher Amott verving én natuurlijk nieuwe grom- en screambabe Alissa White-Gluz, die Angela Gossow niet doet vergeten, maar wel zeer verdienstelijk vervangt. Ze lijkt op het eerste gehoor enigszins in het verlengde van Angela te klinken, alleen dan wat minder lomp en gruizig, maar haar verder krachtige stemgeluid past wel prima binnen de sound van de band. Daarnaast is deze stoere duivelin met het blauwe haar ook nog eens een heel erg prettige verschijning voor het oog. Overigens heeft Angela zelf Alissa als haar vervangster aangewezen, nadat zij na grondig overwegen het besluit nam om zich als zangeres terug te trekken om de verantwoordelijkheid als manager van de band op zich te nemen.
De veranderingen binnen de band hebben aan de ene kant gezorgd voor een frisse en lekkere plaat, maar is aan de andere kant nergens verrassend en niet per se beter dan de voorgangers. Er staan absoluut erg toffe knallers op, maar ook zeker een aantal vullers.
Het gitaarwerk is zoals altijd natuurlijk weer van een akelig hoog niveau. Wat dat betreft is niet te merken dat er nu een andere gitarist meedoet, aangezien Nick al net zo goed is als Michael's broertje, die de band overigens alweer voor de tweede keer verlaten heeft.
War Eternal is verder gewoon oerdegelijke metal van een band die nog jaren mee kan. En ook in de huidige bezetting met mevrouw White-Gluz, heeft de band reeds bewezen dat ze aan populariteit zeker niet ingeboet hebben.
De veranderingen binnen de band hebben aan de ene kant gezorgd voor een frisse en lekkere plaat, maar is aan de andere kant nergens verrassend en niet per se beter dan de voorgangers. Er staan absoluut erg toffe knallers op, maar ook zeker een aantal vullers.
Het gitaarwerk is zoals altijd natuurlijk weer van een akelig hoog niveau. Wat dat betreft is niet te merken dat er nu een andere gitarist meedoet, aangezien Nick al net zo goed is als Michael's broertje, die de band overigens alweer voor de tweede keer verlaten heeft.
War Eternal is verder gewoon oerdegelijke metal van een band die nog jaren mee kan. En ook in de huidige bezetting met mevrouw White-Gluz, heeft de band reeds bewezen dat ze aan populariteit zeker niet ingeboet hebben.
Area 51 - Jupiter Beyond (2004)

3,5
0
CorvisChristi (crew)
geplaatst: 22 juni 2014, 23:38 uur
Area 51 is (of was, aangezien ze in ieder geval onder deze naam al heel lang geen albums meer uitgebracht hebben) een synthdance-project van de mannen die verantwoordelijk zijn voor de muziek van bekende synthdance-acts als Laserdance (de voornaamste vertegenwoordiger van dit genre), Koto en Proxyon. Zie voor meer over Area 51, Michiel van der Kuy en Rob van Eijk mijn bericht bij Area 51 - Message from Another Time (2005).
Dan de muziek. Deze is gelukkig een klasse beter dan die op Message from Another Time. Het album klinkt consequenter, kakt niet in en is dus eigenlijk over de gehele linie een degelijk synthdance-album te noemen.
Hoewel niet zo hoogstaand en opvallend als de eerste werkjes van Laserdance (bijna niet te overtreffen binnen dit genre), bevat het wel een scala aan aanstekelijke nummers die lekker bijblijven.
En dan te bedenken dat dit album pas echt een beetje lekker begint te lopen vanaf "From the Sun".
"Introx" opent i.m.o. misplaatst het album. Synthdance heeft niet per se een intro nodig. Knal er gewoon lekker in en gaan met die banaan! Zoniet het begin van Jupiter Beyond.
Met "Journey in my Mind" had het album moeten beginnen, echter is het niet helemaal een lekkere opener. Mid-tempo en een beetje een langdradig middenstuk zorgt ervoor dat dit album wat hortend en stotend opent. In principe geen goed begin voor een synthdance-album.
Gelukkig is "Sector 9" beduidend beter. Het tempo begint te lopen en het nummer heeft potentie.
Echter lijkt ie wat ongelukkig geplaatst, gezien het matige "Into Oblivion" roet in het eten gooit. Vervelende, overbodige samples waar de nadruk op ligt, zorgen ervoor dat het nummer niet lekker loopt en de uiteindelijke indruk is dan ook rommelig.
MAAR, wat ik dus al vermeldde, begint het album vanaf "From the Sun" wél lekker te lopen. "From the Sun" kent een mooi begin en ontpopt zich tot een vlotte, door zijn melodieën zelfs enigszins charmant klinkend synthdance-toppertje.
"Virus" is zo mogelijk nog beter. Het nummer begint met het intro van de soundtrack van Terminator 2 om vervolgens los te barsten in een heel cool synthdance-nummer, compleet met in dit geval wél effectieve samples uit de eerste Resident Evil-film. Erg tof!
En het tempo en niveau blijft constant met "Martian Storm", wat eerder op het eerste Rygar-album heeft gestaan. Gek genoeg doet dit nummer me qua thematiek deels een beetje denken aan OMD's "Enola Gay". Voor een "Martian Storm" klinkt het nummer wel erg vrolijk, maar goed.
"Imminent Attack" gaat vlot verder en is een prettige, zeer energieke track. Wederom geslaagd!
"Sonic Mission" klinkt iets meer behouden, maar is daardoor een welkome afwisseling.
Het is knap dat ook naar het einde van de plaat het niveau goed blijft. Sterker nog: "Silver Star" is erg fijn en één van de betere van de plaat, samen met het net zo energieke en stoere "Fire When Ready".
Afsluiter "Bionic Man" is dan misschien wel wat duf, maar de effectieve samples zorgen toch voor een aardige afsluiter.
Dus is Jupiter Beyond, ondanks het twijfelachtige, niet bepaalde overtuigende begin van de plaat, alsnog een lekker album geworden. Uitgebracht in een tijd dat synthdance als genre toch redelijk was doodgebloed, zorgen Michiel en Rob ervoor dat ze in ieder geval op dit album hoorbaar hun kunstjes niet verleerd zijn. Alleen jammer dat het zo zou doodbloeden op opvolger Message from Another Time.
Dan de muziek. Deze is gelukkig een klasse beter dan die op Message from Another Time. Het album klinkt consequenter, kakt niet in en is dus eigenlijk over de gehele linie een degelijk synthdance-album te noemen.
Hoewel niet zo hoogstaand en opvallend als de eerste werkjes van Laserdance (bijna niet te overtreffen binnen dit genre), bevat het wel een scala aan aanstekelijke nummers die lekker bijblijven.
En dan te bedenken dat dit album pas echt een beetje lekker begint te lopen vanaf "From the Sun".
"Introx" opent i.m.o. misplaatst het album. Synthdance heeft niet per se een intro nodig. Knal er gewoon lekker in en gaan met die banaan! Zoniet het begin van Jupiter Beyond.
Met "Journey in my Mind" had het album moeten beginnen, echter is het niet helemaal een lekkere opener. Mid-tempo en een beetje een langdradig middenstuk zorgt ervoor dat dit album wat hortend en stotend opent. In principe geen goed begin voor een synthdance-album.
Gelukkig is "Sector 9" beduidend beter. Het tempo begint te lopen en het nummer heeft potentie.
Echter lijkt ie wat ongelukkig geplaatst, gezien het matige "Into Oblivion" roet in het eten gooit. Vervelende, overbodige samples waar de nadruk op ligt, zorgen ervoor dat het nummer niet lekker loopt en de uiteindelijke indruk is dan ook rommelig.
MAAR, wat ik dus al vermeldde, begint het album vanaf "From the Sun" wél lekker te lopen. "From the Sun" kent een mooi begin en ontpopt zich tot een vlotte, door zijn melodieën zelfs enigszins charmant klinkend synthdance-toppertje.
"Virus" is zo mogelijk nog beter. Het nummer begint met het intro van de soundtrack van Terminator 2 om vervolgens los te barsten in een heel cool synthdance-nummer, compleet met in dit geval wél effectieve samples uit de eerste Resident Evil-film. Erg tof!
En het tempo en niveau blijft constant met "Martian Storm", wat eerder op het eerste Rygar-album heeft gestaan. Gek genoeg doet dit nummer me qua thematiek deels een beetje denken aan OMD's "Enola Gay". Voor een "Martian Storm" klinkt het nummer wel erg vrolijk, maar goed.
"Imminent Attack" gaat vlot verder en is een prettige, zeer energieke track. Wederom geslaagd!
"Sonic Mission" klinkt iets meer behouden, maar is daardoor een welkome afwisseling.
Het is knap dat ook naar het einde van de plaat het niveau goed blijft. Sterker nog: "Silver Star" is erg fijn en één van de betere van de plaat, samen met het net zo energieke en stoere "Fire When Ready".
Afsluiter "Bionic Man" is dan misschien wel wat duf, maar de effectieve samples zorgen toch voor een aardige afsluiter.
Dus is Jupiter Beyond, ondanks het twijfelachtige, niet bepaalde overtuigende begin van de plaat, alsnog een lekker album geworden. Uitgebracht in een tijd dat synthdance als genre toch redelijk was doodgebloed, zorgen Michiel en Rob ervoor dat ze in ieder geval op dit album hoorbaar hun kunstjes niet verleerd zijn. Alleen jammer dat het zo zou doodbloeden op opvolger Message from Another Time.
Area 51 - Message from Another Time (2005)

2,5
0
CorvisChristi (crew)
geplaatst: 20 mei 2014, 23:37 uur
Area 51 bestaat uit Michiel van der Kuy en Rob van Eijk. De eerste is vooral bekend van Laserdance, Rygar en Koto, de laatste vooral van Proxyon, alhoewel Rob ook bijgedragen heeft aan nummers voor Laserdance.
Onder de projectnaam Rygar (waaronder Michiel in de jaren '80 al muziek maakte), kwam er in eigen beheer in 2001 een volledige langspeler uit, simpelweg getiteld Rygar - The Album (2001).
Gezien het album nooit een officiële release heeft gekend, besloot Michiel in samenwerking met Rob de muziek van Rygar een aantal jaren later opnieuw gedeeltelijk uit te brengen en op deze manier nieuw leven in te blazen op het eerste album van wederom een nieuw gekozen projectnaam, namelijk Area 51. Zie daarvoor Area 51 - Jupiter Beyond (2004).
Concreet komt het erop neer dat Area 51 een vervolg is op het Rygar-project. Gek genoeg is er in 2012 juist onder de Rygar-naam weer een album uitgebracht, dus e.e.a. kan zeker lichtelijk dubieus worden beschouwd over waarom de muziek niet gewoon in de eerste plaats onder de Rygar-naam was uitgebracht. Immers zouden er op het debuut van Area 51 ook Rygar-nummers terugkomen.
Message from Another Time is het tweede volwaardige album van Area 51 en vooralsnog is hier geen vervolg meer op verschenen, m.u.v. het feit dat er dus nu weer onder de Rygar-naam wordt geopereerd. In ieder geval zijn Michiel en Rob voor beide projecten verantwoordelijk.
Tja, wat kan vermeld worden over de muziek: het is overduidelijk een blend van de synthdance-stijl van voornamelijk Laserdance en Koto. Het klinkt herkenbaar, ligt gemakkelijk in het gehoor en luistert daardoor lekker weg.
Grootste vraag blijft echter: haalt dit het niveau van de vroegere Laserdance en Koto?
Nee dus. Helaas niet. Bij vlagen wel trouwens, wat frustrerend is. Want het album begint veelbelovend: mooi intro (ook al klinkt het wat misplaatst op een synthdance-album), redelijk overtuigende opener "Journey to Triskelion", om vervolgens lekker los te gaan op het geweldige "End of Line". Om maar te zwijgen van het fantastische titelnummer. Wat dat betreft zijn deze nummers stuk voor stuk eigenlijk gewoon goed en behaalt met gemak het niveau van voornamelijk oude Laserdance.
Echter zakt het album helaas vanaf dat moment in en wordt het daarna helaas niet meer goed. Er zitten nog wel wat aardige momenten in, maar de nummers blijven maar weinig hangen.
"The Empath" heeft goede bedoelingen, maar inhoudelijk stelt het weinig voor.
"Die Hard" dekt qua titel totaal niet de lading. Het is een halfbakken synthdance-niemendalletje, waarin zelfs ruimte is gemaakt voor lelijke vocoder-vocalen. Niet geslaagd!
"Of the Known Universe", "Impact" en "Eternities" proberen vervolgens veel te zijn en slagen daar voor een klein deel in, echter gebeurt er te weinig in deze nummers, waardoor ze niet blijven hangen.
Bij een track als "The Robot Empire" verwacht je wel wat, maar het is over het algemeen een veel te blij klinkend nummer, die ondanks leuke melodielijnen, in dit geval eerder misplaatst klinken, dan dat het effect heeft.
"Xuxos [Remix]" heeft hetzelfde probleem, echter zitten hier weer afschuwelijke vocoder-vocalen in.
Afsluiter "Outrox" is zoals de titel al doet vermoeden hetzelfde als "Introx", echter muzikaal omgedraaid. Eerder overbodig dan geslaagd te noemen.
En zo is er ondanks de goede bedoelingen, toch sprake van een teleurstellend album. Erg jammer, want vooral van synthdance-veteraan Michiel van der Kuy verwacht ik meer. Het album begint erg sterk, maar zakt vervolgens als een kaartenhuis in elkaar. Hoe goed bedoelt ook, aangezien het album wel een bepaalde frisheid en dynamiek uitstraalt.
Ik hoop dan ook dat het debuut van betere kwaliteit is...
Onder de projectnaam Rygar (waaronder Michiel in de jaren '80 al muziek maakte), kwam er in eigen beheer in 2001 een volledige langspeler uit, simpelweg getiteld Rygar - The Album (2001).
Gezien het album nooit een officiële release heeft gekend, besloot Michiel in samenwerking met Rob de muziek van Rygar een aantal jaren later opnieuw gedeeltelijk uit te brengen en op deze manier nieuw leven in te blazen op het eerste album van wederom een nieuw gekozen projectnaam, namelijk Area 51. Zie daarvoor Area 51 - Jupiter Beyond (2004).
Concreet komt het erop neer dat Area 51 een vervolg is op het Rygar-project. Gek genoeg is er in 2012 juist onder de Rygar-naam weer een album uitgebracht, dus e.e.a. kan zeker lichtelijk dubieus worden beschouwd over waarom de muziek niet gewoon in de eerste plaats onder de Rygar-naam was uitgebracht. Immers zouden er op het debuut van Area 51 ook Rygar-nummers terugkomen.
Message from Another Time is het tweede volwaardige album van Area 51 en vooralsnog is hier geen vervolg meer op verschenen, m.u.v. het feit dat er dus nu weer onder de Rygar-naam wordt geopereerd. In ieder geval zijn Michiel en Rob voor beide projecten verantwoordelijk.
Tja, wat kan vermeld worden over de muziek: het is overduidelijk een blend van de synthdance-stijl van voornamelijk Laserdance en Koto. Het klinkt herkenbaar, ligt gemakkelijk in het gehoor en luistert daardoor lekker weg.
Grootste vraag blijft echter: haalt dit het niveau van de vroegere Laserdance en Koto?
Nee dus. Helaas niet. Bij vlagen wel trouwens, wat frustrerend is. Want het album begint veelbelovend: mooi intro (ook al klinkt het wat misplaatst op een synthdance-album), redelijk overtuigende opener "Journey to Triskelion", om vervolgens lekker los te gaan op het geweldige "End of Line". Om maar te zwijgen van het fantastische titelnummer. Wat dat betreft zijn deze nummers stuk voor stuk eigenlijk gewoon goed en behaalt met gemak het niveau van voornamelijk oude Laserdance.
Echter zakt het album helaas vanaf dat moment in en wordt het daarna helaas niet meer goed. Er zitten nog wel wat aardige momenten in, maar de nummers blijven maar weinig hangen.
"The Empath" heeft goede bedoelingen, maar inhoudelijk stelt het weinig voor.
"Die Hard" dekt qua titel totaal niet de lading. Het is een halfbakken synthdance-niemendalletje, waarin zelfs ruimte is gemaakt voor lelijke vocoder-vocalen. Niet geslaagd!
"Of the Known Universe", "Impact" en "Eternities" proberen vervolgens veel te zijn en slagen daar voor een klein deel in, echter gebeurt er te weinig in deze nummers, waardoor ze niet blijven hangen.
Bij een track als "The Robot Empire" verwacht je wel wat, maar het is over het algemeen een veel te blij klinkend nummer, die ondanks leuke melodielijnen, in dit geval eerder misplaatst klinken, dan dat het effect heeft.
"Xuxos [Remix]" heeft hetzelfde probleem, echter zitten hier weer afschuwelijke vocoder-vocalen in.
Afsluiter "Outrox" is zoals de titel al doet vermoeden hetzelfde als "Introx", echter muzikaal omgedraaid. Eerder overbodig dan geslaagd te noemen.
En zo is er ondanks de goede bedoelingen, toch sprake van een teleurstellend album. Erg jammer, want vooral van synthdance-veteraan Michiel van der Kuy verwacht ik meer. Het album begint erg sterk, maar zakt vervolgens als een kaartenhuis in elkaar. Hoe goed bedoelt ook, aangezien het album wel een bepaalde frisheid en dynamiek uitstraalt.
Ik hoop dan ook dat het debuut van betere kwaliteit is...
Arnaud van Beek - Peregrine Falcons (2007)

4,0
0
CorvisChristi (crew)
geplaatst: 1 januari 2014, 18:20 uur
Ik had nog nooit van de Nederlandse toetsenist Arnaud van Beek gehoord, totdat ik zijn muziek ontdekte op YouTube. Via YouTube belandde ik op zijn website, waar je de mogelijkheid hebt om vrij naar zijn muziek te luisteren, zijn muziek tegen betaling digitaal te downloaden en ook gewoon kunt kopen op CD.
Arnaud van Beek biedt goed geproduceerde synthesizermuziek die onmiskenbaar, heel zwaar beïnvloedt is door Vangelis en Jean Michel Jarre.
Vooral Vangelis is de voornaamste inspiratiebron geweest voor zijn debuut-album Peregrine Falcons, een album opgedragen aan de imponerende roofvogel de slechtvalk.
Arnaud zal met dit album allesbehalve de originaliteitsprijs winnen, maar daar ligt de intentie dan ook niet. Het was via YouTube al vrij snel duidelijk, dat Arnaud zijn voorliefde voor de muziek van Vangelis en Jarre niet onder stoelen of banken steekt.
De grootste troef van Arnaud's muziek, is dat hij erg veel gevoel heeft voor het schrijven van de ene wonderschone melodie na de andere, verpakt in zeer toegankelijke en opzwepende composities. Er straalt een geweldige grootsheid en positiviteit vanaf en elk nummer is stuk voor stuk erg mooi.
Ik moet dan ook bekennen, dat ik werkelijk gegrepen ben door dit album en bij elke luisterbeurt wordt ie beter. In het begin mistte ik nog wat variatie binnen de nummers, maar die variatie komt dan ook pas echt tot uiting bij minstens vier volledige luisterbeurten.
Ik zou ook bijna denken dat Vangelis over de schouder van Arnaud mee heeft geschreven aan dit album. Het moet niet alleen een hommage aan de slechtvalk zijn, maar ook aan Vangelis zelf!
I.m.o. geeft het niet, want dit is gewoon erg goed en ik raad dan ook iedereen aan die van prachtige synthesizermuziek houdt, dit uit te checken.
Stiekem zou ik wel eens willen weten, wat Vangelis zélf hiervan zou vinden.
Persoonlijk ga ik gewoon voor het motto: beter goed gejat, dan slecht verzonnen! Alhoewel..."A Falcon Sound" heeft qua thema vooral in de eerste paar minuten wel héél veel weg van Vangelis' "Theme from Cosmos". Dat kan gewoon geen toeval zijn!
Maar hoe ik het ook wend of keer, ik vind het wel erg mooi allemaal. Toppers als "The King of the Tower" en het ijzersterke "Falcon Love" zijn van ongekende schoonheid. De rest is ook erg mooi en ik kan dan ook niet anders dan dit juweeltje een ruime 4 punten meegeven. Deze slechtvalk is zo slecht nog niet!
Arnaud van Beek biedt goed geproduceerde synthesizermuziek die onmiskenbaar, heel zwaar beïnvloedt is door Vangelis en Jean Michel Jarre.
Vooral Vangelis is de voornaamste inspiratiebron geweest voor zijn debuut-album Peregrine Falcons, een album opgedragen aan de imponerende roofvogel de slechtvalk.
Arnaud zal met dit album allesbehalve de originaliteitsprijs winnen, maar daar ligt de intentie dan ook niet. Het was via YouTube al vrij snel duidelijk, dat Arnaud zijn voorliefde voor de muziek van Vangelis en Jarre niet onder stoelen of banken steekt.
De grootste troef van Arnaud's muziek, is dat hij erg veel gevoel heeft voor het schrijven van de ene wonderschone melodie na de andere, verpakt in zeer toegankelijke en opzwepende composities. Er straalt een geweldige grootsheid en positiviteit vanaf en elk nummer is stuk voor stuk erg mooi.
Ik moet dan ook bekennen, dat ik werkelijk gegrepen ben door dit album en bij elke luisterbeurt wordt ie beter. In het begin mistte ik nog wat variatie binnen de nummers, maar die variatie komt dan ook pas echt tot uiting bij minstens vier volledige luisterbeurten.
Ik zou ook bijna denken dat Vangelis over de schouder van Arnaud mee heeft geschreven aan dit album. Het moet niet alleen een hommage aan de slechtvalk zijn, maar ook aan Vangelis zelf!
I.m.o. geeft het niet, want dit is gewoon erg goed en ik raad dan ook iedereen aan die van prachtige synthesizermuziek houdt, dit uit te checken.
Stiekem zou ik wel eens willen weten, wat Vangelis zélf hiervan zou vinden.
Persoonlijk ga ik gewoon voor het motto: beter goed gejat, dan slecht verzonnen! Alhoewel..."A Falcon Sound" heeft qua thema vooral in de eerste paar minuten wel héél veel weg van Vangelis' "Theme from Cosmos". Dat kan gewoon geen toeval zijn!
Maar hoe ik het ook wend of keer, ik vind het wel erg mooi allemaal. Toppers als "The King of the Tower" en het ijzersterke "Falcon Love" zijn van ongekende schoonheid. De rest is ook erg mooi en ik kan dan ook niet anders dan dit juweeltje een ruime 4 punten meegeven. Deze slechtvalk is zo slecht nog niet!
Ashra - New Age of Earth (1976)

4,5
1
CorvisChristi (crew)
geplaatst: 21 juni 2016, 13:29 uur
New Age of Earth van Ashra is een regelrechte synth-klassieker die nog ontbrak in mijn collectie. Daar is sinds kort verandering in gekomen, sinds ik helemaal uit mijn dak ging toen ik de eerste klanken van "Sunrain" hoorde via Youtube. Wat een ongelooflijk lekker nummer is dat zeg!! Bijna niet te geloven dat dit nummer alweer 40 jaar oud is. Het klinkt nog altijd even sprankelend als toen en heeft dus nog niet aan kracht ingeboet. Integendeel zelfs!!
Hoewel Ashra op dit album zeker overeenkomsten vertoond met Tangerine Dream en vooral Klaus Schulze uit dezelfde periode, weet Ashra in tegenstelling tot TD en KS veel meer de nadruk te leggen op heerlijke en aanstekelijke melodielijnen binnen de muziek. Dat zorgt ervoor dat de muziek van Ashra in het geval van New Age of Earth een stuk minder log klinkt en zelfs wat warmer en subtieler overkomt dan wat TD en KS in dezelfde periode maakten.
Uitmuntend voorbeeld is daarvan al het eerder genoemde "Sunrain" wat al meteen als één van mijn favorieten bestempeld mag worden.
"Ocean of Tenderness" neigt alweer wat meer naar KS te klinken, maar Ashra's handelsmerk hier is de subtiliteit van de muziek die ervoor zorgt, dat het net is alsof Ashra veel warmer, openlijker en uitnodigender klinkt. En dit overigens zonder de muziek van KS af te willen doen.
Het nummer heeft een intense vredigheid over zich en mede door de mooie, verweven melodielijnen zorgt dit voor een heerlijke luisterervaring. Als daar in de tweede helft ook nog eens de zweverige, maar zeer functioneel klinkende gitaarlijnen van Manuel Göttsching om de hoek komen kijken, is het feest compleet.
Na "Sunrain" is dit de tweede mijlpaal van het album.
"Deep Distance" heeft als enige nadeel, dat het nummer aan de te korte kant is. Want wat is dit toch ook weer een pareltje!
Het begint als een nummer wat in eerste instantie zeker overeenkomsten vertoond met het oude werk van Kitaro. Maar een subtiele, tegelijkertijd opzwepende ritmische ondersteuning met de daarbij behorende geluidseffecten zorgen net even voor het verschil wat er moet wezen.
Als daar op een gegeven moment ook nog eens een zeer effectieve melodielijn bijkomt (die me overigens qua sound erg doet denk aan die van Jean Michel Jarre's "Oxygene, Pt. 5"), levert dat wederom een feest voor de oren af.
Het zorgt in ieder geval voor een heerlijk, elegant nummer wat helaas alweer te snel afgelopen is.
Afsluiter "Nightdust" is het enige nummer wat toch echt iets teveel doet denken aan de muziek van Klaus Schulze. Sterker nog, het is nogal erg te vergelijken met de eerste helft van "Mindphaser" van Schulze's Moondawn.
Echter neemt het niet weg dat het wel een genot is om naar te luisteren. Het is gewoon verdomd lekker materiaal om heerlijk bij weg te dromen en dan neem ik het maar gewoon voor lief dat "Nightdust" nu niet bepaald origineel klinkt. Beter goed gejat dan slecht verzonnen.
En zo kan ik concluderen dat New Age of Earth van Ashra gewoon een ontzettend goede en mooie plaat is. Een klassieker in zijn soort die van begin tot eind boeit en die mij benieuwd maakt naar het overige werk van Ashra.
Het enige wat ik een beetje mis, is de gitaar van Manuel Göttsching. Want de beste man mag wel trots op de foto prijken met zijn gitaar, maar dit is toch echt grotendeels een synthesizer-gedomineerd album. Maar dat neemt niet weg, dat er voldoende te beleven valt, op een album die eigenlijk veel eerder in mijn collectie terecht had moeten komen. Acht, beter laat dan nooit toch?
Hoewel Ashra op dit album zeker overeenkomsten vertoond met Tangerine Dream en vooral Klaus Schulze uit dezelfde periode, weet Ashra in tegenstelling tot TD en KS veel meer de nadruk te leggen op heerlijke en aanstekelijke melodielijnen binnen de muziek. Dat zorgt ervoor dat de muziek van Ashra in het geval van New Age of Earth een stuk minder log klinkt en zelfs wat warmer en subtieler overkomt dan wat TD en KS in dezelfde periode maakten.
Uitmuntend voorbeeld is daarvan al het eerder genoemde "Sunrain" wat al meteen als één van mijn favorieten bestempeld mag worden.
"Ocean of Tenderness" neigt alweer wat meer naar KS te klinken, maar Ashra's handelsmerk hier is de subtiliteit van de muziek die ervoor zorgt, dat het net is alsof Ashra veel warmer, openlijker en uitnodigender klinkt. En dit overigens zonder de muziek van KS af te willen doen.
Het nummer heeft een intense vredigheid over zich en mede door de mooie, verweven melodielijnen zorgt dit voor een heerlijke luisterervaring. Als daar in de tweede helft ook nog eens de zweverige, maar zeer functioneel klinkende gitaarlijnen van Manuel Göttsching om de hoek komen kijken, is het feest compleet.
Na "Sunrain" is dit de tweede mijlpaal van het album.
"Deep Distance" heeft als enige nadeel, dat het nummer aan de te korte kant is. Want wat is dit toch ook weer een pareltje!
Het begint als een nummer wat in eerste instantie zeker overeenkomsten vertoond met het oude werk van Kitaro. Maar een subtiele, tegelijkertijd opzwepende ritmische ondersteuning met de daarbij behorende geluidseffecten zorgen net even voor het verschil wat er moet wezen.
Als daar op een gegeven moment ook nog eens een zeer effectieve melodielijn bijkomt (die me overigens qua sound erg doet denk aan die van Jean Michel Jarre's "Oxygene, Pt. 5"), levert dat wederom een feest voor de oren af.
Het zorgt in ieder geval voor een heerlijk, elegant nummer wat helaas alweer te snel afgelopen is.
Afsluiter "Nightdust" is het enige nummer wat toch echt iets teveel doet denken aan de muziek van Klaus Schulze. Sterker nog, het is nogal erg te vergelijken met de eerste helft van "Mindphaser" van Schulze's Moondawn.
Echter neemt het niet weg dat het wel een genot is om naar te luisteren. Het is gewoon verdomd lekker materiaal om heerlijk bij weg te dromen en dan neem ik het maar gewoon voor lief dat "Nightdust" nu niet bepaald origineel klinkt. Beter goed gejat dan slecht verzonnen.
En zo kan ik concluderen dat New Age of Earth van Ashra gewoon een ontzettend goede en mooie plaat is. Een klassieker in zijn soort die van begin tot eind boeit en die mij benieuwd maakt naar het overige werk van Ashra.
Het enige wat ik een beetje mis, is de gitaar van Manuel Göttsching. Want de beste man mag wel trots op de foto prijken met zijn gitaar, maar dit is toch echt grotendeels een synthesizer-gedomineerd album. Maar dat neemt niet weg, dat er voldoende te beleven valt, op een album die eigenlijk veel eerder in mijn collectie terecht had moeten komen. Acht, beter laat dan nooit toch?
Astral & Shit - Ad Deum (2013)

4,5
2
CorvisChristi (crew)
geplaatst: 4 december 2015, 17:56 uur
2013 was het jaar waarin Ivan Gomzikov zich vooral concentreerde op zijn Harsh Noise-project Demiurge Urizen, met als resultaat een stortvloed aan releases vol met een behoorlijke bak teringherrie. Gelukkig had hij tussendoor blijkbaar ook tijd om een aantal Astral & Shit-albums uit te brengen en Ad Deum is één van de opvallendste, zo niet zijn beste A & S-release van 2013.
Ad Deum laat zich beluisteren als de soundtrack van immens verdriet, troosteloosheid, wanhoop, onbegrip en angst. Maar naast deze elementen lijken er ook, zo nauw aan de oppervlakte, tekenen van hoop en vrede in door te klinken. Het levert in ieder geval een indrukwekkende luister-ervaring op, die mij in ieder geval niet onberoerd laat. Sterker nog: ik durf haast stellig te beweren dat dit nog wel eens hét album zou kunnen zijn, die dienst mag doen als een uitstekende introductie tot het werk van Astral & Shit.
Adembenemend en bedwelmend. Dat zijn de eerste woorden die in me opkomen als ik naar de openingstrack "Pos" luister. Het is een fantastische trip naar de somberste en meest druilerige gebieden die deze wereld kent; niet alleen dat, maar tevens is het een trip naar soortgelijke gebieden van de menselijke geest.
Maar in al die uitzichtloosheid, heeft de muziek tevens een soort van schoonheid over zich. Alsof in al die kwetsbaar- en mistroostigheid, er iets is, wat wonderbaarlijk mooi is. Betoverend, indringend, schitterend. Jeetje man?! Hoeveel woorden zijn er nodig om deze muziek te beschrijven?
Alleen al deze indringende album-opener laat horen hoe aangrijpend deze ambient-drones klinken. Ze grijpen je gewoon naar je strot en laten niet meer los.
"Little Horses" is ook al zo benauwend mooi. Alsof een leger van engelen, die neerdaalt op een desolaat, verwoest deel van onze wereld, zijn requiem voor de doden laat horen. Want wat ooit was, is niet meer. Het onvermijdelijke, definitieve einde van een wereld zoals we die kennen lijkt, dankzij deze muziek, akelig dichtbij! Het licht die de engelen uitstralen, spreidt zich uit over een oneindig gebied, waar overblijfselen van ooit indrukwekkende gebouwen een soort geraamte vormen. Een geraamte van een plek, die ooit mooi was. Wat ooit een paradijs op aarde was, is definitief veranderd in een verwoeste en dode plek, waar alleen nog maar het gezang en geween van de engelen te horen is.
"No" is de soundtrack van volslagen leed en verdriet. Want als er geen hoop meer is en het pad slechts leidt naar het onvermijdelijke einde, dan rest er niets anders meer dan je er bij neer te leggen. Laat de droefenis over je heen komen als een sluier van verdriet. Maar weet, diep in je hart dat het goed is zo. En dat er vrede zal zijn in de stilte van de dood.
"Puls" wil muzikaal verklaren dat de dood niet het einde is. Het is de overgang naar een andere wereld. Een wereld van pracht en praal. Eentje van een grootse schoonheid die zo overweldigend is, dat het gewoonweg niet te bevatten is. Een transcendentie die het mogelijk maakt om alles te kunnen begrijpen, zien, voelen en beseffen. Want het leven van de mens is slechts een minuscuul klein detail. De mens zélf is maar een nietig onderdeel van het grotere geheel.
De totaliteit van datgene wat alleen maar ervaart kan worden, is pas mogelijk ná het overgaan naar die prachtige wereld van licht. Een paradijs die eeuwig is. Een paradijs die ook wel hemel wordt genoemd.
"Untitled" laat me een blik op de aarde zien vanuit de ruimte (of is het de hemel...?). Het laat de wereld zien in al z'n pracht en praal, wetende dat zo ver in de ruimte het ogenschijnlijk lijkt, alsof er niets aan de hand is. Maar niets is minder waar, want hoe mooi onze wereld ook is, het wordt bezoedeld door wezens die er alleen maar op uit zijn om deze mooie, kwetsbare wereld, kapot te maken. Door vervuiling, oorlog, modernisering, voortplanting, industrialisering etc. etc... Want hoe centraal de mens zich ook op stelt, het leidt in vele gevallen alleen maar tot datgene wat uiteindelijk voor de ondergang van de aarde zal zorgen. Het doet me enkel beseffen dat het alleen nog maar goed kan komen met de aarde, als er geen mensen meer zullen zijn....
Al luisterend naar de intense ambient-drones van Astral & Shit, betrap ik me keer op keer op het feit dat ik in een soort trance geraak, maar tegelijkertijd nadenk over zaken als leven, dood en de nietigheid van de mens. Het is ongelooflijk, maar deze klanken werken zo allesomvattend, dat het vrij eenvoudig is om te filosoferen en na te denken over zaken, waar vaak niet, of onvoldoende, over nagedacht wordt. Gewoon, omdat men zich daar niet de tijd voor gunt. Het doet er namelijk niet toe....
Welnu, dan heb ik nieuws voor u: alles doet er toe! Stel jezelf er gewoon voor open en sta er even bij stil. Daar is namelijk niets mis mee.
Deze muziek helpt me om mezelf een plek te geven in het leven. Het laad me op en geeft me nieuwe kracht en inspiratie. Deze klanken laten me zien, beseffen en genieten....
Ad Deum laat zich beluisteren als de soundtrack van immens verdriet, troosteloosheid, wanhoop, onbegrip en angst. Maar naast deze elementen lijken er ook, zo nauw aan de oppervlakte, tekenen van hoop en vrede in door te klinken. Het levert in ieder geval een indrukwekkende luister-ervaring op, die mij in ieder geval niet onberoerd laat. Sterker nog: ik durf haast stellig te beweren dat dit nog wel eens hét album zou kunnen zijn, die dienst mag doen als een uitstekende introductie tot het werk van Astral & Shit.
Adembenemend en bedwelmend. Dat zijn de eerste woorden die in me opkomen als ik naar de openingstrack "Pos" luister. Het is een fantastische trip naar de somberste en meest druilerige gebieden die deze wereld kent; niet alleen dat, maar tevens is het een trip naar soortgelijke gebieden van de menselijke geest.
Maar in al die uitzichtloosheid, heeft de muziek tevens een soort van schoonheid over zich. Alsof in al die kwetsbaar- en mistroostigheid, er iets is, wat wonderbaarlijk mooi is. Betoverend, indringend, schitterend. Jeetje man?! Hoeveel woorden zijn er nodig om deze muziek te beschrijven?
Alleen al deze indringende album-opener laat horen hoe aangrijpend deze ambient-drones klinken. Ze grijpen je gewoon naar je strot en laten niet meer los.
"Little Horses" is ook al zo benauwend mooi. Alsof een leger van engelen, die neerdaalt op een desolaat, verwoest deel van onze wereld, zijn requiem voor de doden laat horen. Want wat ooit was, is niet meer. Het onvermijdelijke, definitieve einde van een wereld zoals we die kennen lijkt, dankzij deze muziek, akelig dichtbij! Het licht die de engelen uitstralen, spreidt zich uit over een oneindig gebied, waar overblijfselen van ooit indrukwekkende gebouwen een soort geraamte vormen. Een geraamte van een plek, die ooit mooi was. Wat ooit een paradijs op aarde was, is definitief veranderd in een verwoeste en dode plek, waar alleen nog maar het gezang en geween van de engelen te horen is.
"No" is de soundtrack van volslagen leed en verdriet. Want als er geen hoop meer is en het pad slechts leidt naar het onvermijdelijke einde, dan rest er niets anders meer dan je er bij neer te leggen. Laat de droefenis over je heen komen als een sluier van verdriet. Maar weet, diep in je hart dat het goed is zo. En dat er vrede zal zijn in de stilte van de dood.
"Puls" wil muzikaal verklaren dat de dood niet het einde is. Het is de overgang naar een andere wereld. Een wereld van pracht en praal. Eentje van een grootse schoonheid die zo overweldigend is, dat het gewoonweg niet te bevatten is. Een transcendentie die het mogelijk maakt om alles te kunnen begrijpen, zien, voelen en beseffen. Want het leven van de mens is slechts een minuscuul klein detail. De mens zélf is maar een nietig onderdeel van het grotere geheel.
De totaliteit van datgene wat alleen maar ervaart kan worden, is pas mogelijk ná het overgaan naar die prachtige wereld van licht. Een paradijs die eeuwig is. Een paradijs die ook wel hemel wordt genoemd.
"Untitled" laat me een blik op de aarde zien vanuit de ruimte (of is het de hemel...?). Het laat de wereld zien in al z'n pracht en praal, wetende dat zo ver in de ruimte het ogenschijnlijk lijkt, alsof er niets aan de hand is. Maar niets is minder waar, want hoe mooi onze wereld ook is, het wordt bezoedeld door wezens die er alleen maar op uit zijn om deze mooie, kwetsbare wereld, kapot te maken. Door vervuiling, oorlog, modernisering, voortplanting, industrialisering etc. etc... Want hoe centraal de mens zich ook op stelt, het leidt in vele gevallen alleen maar tot datgene wat uiteindelijk voor de ondergang van de aarde zal zorgen. Het doet me enkel beseffen dat het alleen nog maar goed kan komen met de aarde, als er geen mensen meer zullen zijn....
Al luisterend naar de intense ambient-drones van Astral & Shit, betrap ik me keer op keer op het feit dat ik in een soort trance geraak, maar tegelijkertijd nadenk over zaken als leven, dood en de nietigheid van de mens. Het is ongelooflijk, maar deze klanken werken zo allesomvattend, dat het vrij eenvoudig is om te filosoferen en na te denken over zaken, waar vaak niet, of onvoldoende, over nagedacht wordt. Gewoon, omdat men zich daar niet de tijd voor gunt. Het doet er namelijk niet toe....
Welnu, dan heb ik nieuws voor u: alles doet er toe! Stel jezelf er gewoon voor open en sta er even bij stil. Daar is namelijk niets mis mee.
Deze muziek helpt me om mezelf een plek te geven in het leven. Het laad me op en geeft me nieuwe kracht en inspiratie. Deze klanken laten me zien, beseffen en genieten....
Astral & Shit - Autumnus (2013)

4,0
0
CorvisChristi (crew)
geplaatst: 22 november 2015, 22:11 uur
Autumnus van Astral & Shit is een heel mooi, maar ook bij vlagen druilerig album die gevoelens oproept van verlies, verlangen, dankbaarheid, melancholie en vreugde. Het is een pareltje van schitterende ambient-drones zoals alleen Astral & Shit ze produceert. En wéér ben ik verrast door de kracht en intensiteit die deze muziek bij me oproept. Ook al klinkt Autumnus wel wat meer behoudend en subtieler dan wat ik eerder van dit project gehoord heb.
Een vorm van neerslachtigheid en uitzichtloosheid, dat is wat "Gratias Ad Hoc Mundo" lijkt uit te ademen. Want dat is precies hoe de muziek klinkt. Mooi, gedragen, maar ook troosteloos. Alsof ik me op een prachtige zomerdag, midden op een uitgestrekt kerkhof bevindt. Maar dat ik, ondanks dat ik geniet van het warme weer, daar ook met een reden ben. Want heb ik net niet een bos bloemen bij mijn dierbare gelegd, die ik onlangs verloren heb? En dat ik de pijn van dit verlies ervaar? Maar toch ook gelukkig ben, omdat ik weet dat ze nu niet meer hoeft te lijden en nu op een plek is, waar het vredig en goed is.
Tijdens "Nam Ego" stap ik in de voeten van de overledene, die haar reis naar het hiernamaals is begonnen. Ze bevind zich in een tunnel met aan het eind een fel licht. En staat daar aan het eind, afgetekend in het licht, niet een figuur te wenken dat ze dichterbij mag komen?
Ze durft niet, ze kan het niet...maar toch doet ze het. Omdat ze weet dat haar lot onvermijdelijk is. Immers....was ze niet ernstig ziek? Ze lag toch echt op sterven....
Al lopend komt ze dichterbij het licht en lijkt de figuur op een gegeven moment zijn hand uit te strekken. Hij raakt die van haar aan en verandert plots in een nog feller licht wat haar lijkt op te slokken. Als ze om haar heen kijkt, is er niets anders te zien dan licht. En realiseert zich dat het lot haar eindelijk bezegeld heeft: haar bestemming is bereikt. En dit wordt beantwoordt met gezang wat overal om haar heen te horen valt. Het gezang van engelen.
Tijdens "Singularitatem" verlaat ik het kerkhof en staar ik om me heen naar een wereld die zo mooi is, maar vanwege het recente verlies, zo anders aanvoelt. Alsof deze nooit meer hetzelfde zal zijn, nu ik weet dat ik voor altijd mijn dierbare zal moeten missen. Een gevoel van verdriet en somberheid overvalt me, als ik langs een uitgestrekt park met hoge bomen loop, die direct naast het kerkhof grenst. Alles is zo mooi, maar waarom voelt het dan zo tegenstrijdig? Melancholie en droefenis strijden een innerlijke strijd met elkaar, als ik eenmaal overmand door emoties, op een naburig bankje plaatsneem en naar de lucht kijk, waar de zon het hoogste punt van de dag langzamerhand bereikt heeft. Al kijkend naar de zon bemerk ik, dat de vermoeidheid zich van mij meester maak en sluit ik langzaam mijn ogen, leun achterover om vervolgens in slaap te vallen. En droom....
...tijdens "Tempestate" van lichten, vormen en een gevoel van oneindigheid wat zich van mij meester maakt. Een groots gevoel van besef komt spontaan boven drijven en als ik eenmaal mijn ogen open doe lijkt het ineens allemaal tot me door te dringen. Dat de kracht van het leven, het leven dat je nu leidt, een kracht is om te koesteren tot in den treuren. Want hoe mooi zijn de kleine dingen in het leven, die je gratis krijgt. Waar je niets voor hoeft te betalen. Waar je niets voor hoeft te doen. Het alleen maar zien, beseffen en je realiseren dat al dat moois voor je voeten ligt, is een godsgeschenk. Sta er maar eens bij stil.
Tijdens "Verticalis Takeoff" droom ik van een reis die ik ooit zelf zal maken. Ik loop door de tunnel en zie een fel, wit licht aan het eind. Een figuur wenkt me en zodra ik dichterbij kom, pak ik zijn hand vast en trekt hij me naar boven. Steeds verder naar boven naar een plek die nauwelijks te omschrijven valt, maar die welkom en warm aanvoelt. En ook naar een plek waar ik haar uiteindelijk weer zal zien en voor altijd bij haar zal zijn.
Autumnus is wederom een juweeltje van Astral & Shit. De kwaliteit van deze release, is spraakmakend en is dan ook de moeite waard voor de liefhebber. En dat is sowieso al opvallend, in de zee van releases die Astral & Shit in korte tijd heeft uitgebracht!
Overigens moet ik er dit keer even bij vermelden dat de bovenstaande gedachten die in me opkwamen tijdens het beluisteren, niet gebaseerd zijn op iets wat ik zelf mee heb gemaakt. Ik denk dat de muziek gewoon vrij diepzinnige fantasieën in mij naar boven halen, waar ik dan vervolgens mijn gedachten over uit en over filosofeer....Niets ergs dus
!
Een vorm van neerslachtigheid en uitzichtloosheid, dat is wat "Gratias Ad Hoc Mundo" lijkt uit te ademen. Want dat is precies hoe de muziek klinkt. Mooi, gedragen, maar ook troosteloos. Alsof ik me op een prachtige zomerdag, midden op een uitgestrekt kerkhof bevindt. Maar dat ik, ondanks dat ik geniet van het warme weer, daar ook met een reden ben. Want heb ik net niet een bos bloemen bij mijn dierbare gelegd, die ik onlangs verloren heb? En dat ik de pijn van dit verlies ervaar? Maar toch ook gelukkig ben, omdat ik weet dat ze nu niet meer hoeft te lijden en nu op een plek is, waar het vredig en goed is.
Tijdens "Nam Ego" stap ik in de voeten van de overledene, die haar reis naar het hiernamaals is begonnen. Ze bevind zich in een tunnel met aan het eind een fel licht. En staat daar aan het eind, afgetekend in het licht, niet een figuur te wenken dat ze dichterbij mag komen?
Ze durft niet, ze kan het niet...maar toch doet ze het. Omdat ze weet dat haar lot onvermijdelijk is. Immers....was ze niet ernstig ziek? Ze lag toch echt op sterven....
Al lopend komt ze dichterbij het licht en lijkt de figuur op een gegeven moment zijn hand uit te strekken. Hij raakt die van haar aan en verandert plots in een nog feller licht wat haar lijkt op te slokken. Als ze om haar heen kijkt, is er niets anders te zien dan licht. En realiseert zich dat het lot haar eindelijk bezegeld heeft: haar bestemming is bereikt. En dit wordt beantwoordt met gezang wat overal om haar heen te horen valt. Het gezang van engelen.
Tijdens "Singularitatem" verlaat ik het kerkhof en staar ik om me heen naar een wereld die zo mooi is, maar vanwege het recente verlies, zo anders aanvoelt. Alsof deze nooit meer hetzelfde zal zijn, nu ik weet dat ik voor altijd mijn dierbare zal moeten missen. Een gevoel van verdriet en somberheid overvalt me, als ik langs een uitgestrekt park met hoge bomen loop, die direct naast het kerkhof grenst. Alles is zo mooi, maar waarom voelt het dan zo tegenstrijdig? Melancholie en droefenis strijden een innerlijke strijd met elkaar, als ik eenmaal overmand door emoties, op een naburig bankje plaatsneem en naar de lucht kijk, waar de zon het hoogste punt van de dag langzamerhand bereikt heeft. Al kijkend naar de zon bemerk ik, dat de vermoeidheid zich van mij meester maak en sluit ik langzaam mijn ogen, leun achterover om vervolgens in slaap te vallen. En droom....
...tijdens "Tempestate" van lichten, vormen en een gevoel van oneindigheid wat zich van mij meester maakt. Een groots gevoel van besef komt spontaan boven drijven en als ik eenmaal mijn ogen open doe lijkt het ineens allemaal tot me door te dringen. Dat de kracht van het leven, het leven dat je nu leidt, een kracht is om te koesteren tot in den treuren. Want hoe mooi zijn de kleine dingen in het leven, die je gratis krijgt. Waar je niets voor hoeft te betalen. Waar je niets voor hoeft te doen. Het alleen maar zien, beseffen en je realiseren dat al dat moois voor je voeten ligt, is een godsgeschenk. Sta er maar eens bij stil.
Tijdens "Verticalis Takeoff" droom ik van een reis die ik ooit zelf zal maken. Ik loop door de tunnel en zie een fel, wit licht aan het eind. Een figuur wenkt me en zodra ik dichterbij kom, pak ik zijn hand vast en trekt hij me naar boven. Steeds verder naar boven naar een plek die nauwelijks te omschrijven valt, maar die welkom en warm aanvoelt. En ook naar een plek waar ik haar uiteindelijk weer zal zien en voor altijd bij haar zal zijn.
Autumnus is wederom een juweeltje van Astral & Shit. De kwaliteit van deze release, is spraakmakend en is dan ook de moeite waard voor de liefhebber. En dat is sowieso al opvallend, in de zee van releases die Astral & Shit in korte tijd heeft uitgebracht!
Overigens moet ik er dit keer even bij vermelden dat de bovenstaande gedachten die in me opkwamen tijdens het beluisteren, niet gebaseerd zijn op iets wat ik zelf mee heb gemaakt. Ik denk dat de muziek gewoon vrij diepzinnige fantasieën in mij naar boven halen, waar ik dan vervolgens mijn gedachten over uit en over filosofeer....Niets ergs dus

Astral & Shit - Demiurge (2013)

3,5
0
CorvisChristi (crew)
geplaatst: 22 november 2015, 21:19 uur
Astral & Shit presenteert op het mini-album Demiurge een half uur durende ambient- en drone-compositie die mij vanaf de eerste seconden al snel meetrekt naar een andere wereld.
Plechtstatige klanken vormen één geheel en ontvangen me als het ware met open armen om me opnieuw te begeven in een wereld die alleen maar geschapen kan zijn door Astral & Shit.
Klanken die de soundtrack zouden kunnen zijn voor een plek die misschien wel het meest te vergelijken is met het Hof van Eden kondigen zich aan. Een plek zo mooi, dat je er voor altijd zou willen blijven. Maar hoe mooi de plek ook is, het is tevens onvermijdelijk dat de plek vroeg of laat getroffen zal worden door een ramp. Dus is het zaak om op een gegeven moment een ander toevluchtsoord te zoeken, gezien aan de horizon langzaam donkere wolken zich samenpakken en steeds dichterbij lijken te komen. Donkere wolken die niet zomaar een storm zullen beloven, maar eentje van een dusdanig allesomvattend karakter, dat het lot van de wereld ervan afhangt.
Hoe treurig is het dan ook, om te moeten beseffen dat, zodra de reis eenmaal begonnen is, de rest van de wereld op niets meer dan een soort niemandsland lijkt. Een plek waar het niet fijn is om doorheen te trekken. Te weten dat er toch gezocht moet worden naar een nieuwe verblijfplaats om de ramp te overleven, die spoedig de wereld zal teisteren.
Naarmate de reis zich voortzet, door onherbergzame gebieden waar niet of nauwelijks leven te bespeuren valt, beginnen de donkere wolken die eerst zo ver weg leken, zich meer en meer te vermenigvuldigen en samen te pakken, totdat langzaam maar zeker het steeds donkerder wordt. De lucht wordt ijler, benauwder, drukkender en adem halen wordt zelfs een onmogelijke opgave.
Een schuilplaats in de vorm van een donker hol aan de voet van een eenzame heuvel is de enige plek om me te verstoppen, voordat de hel definitief losbarst. Het hol is vrij diep, dus kan ik vrij ver doordringen, totdat ik niet meer verder kan. Omdat de vermoeidheid zijn tol begin te eisen, probeer ik goed te liggen en probeer er zo min mogelijk aan te denken, dat mocht de slaap me overmannen, dit misschien wel eens mijn laatste nachtrust zou kunnen worden.
Half in slaap, hoor ik hoe een grootschalig, hels geluid, als die van een enorme sirene, zich over me heen lijkt te vouwen. Me half realiserend, dat de storm, of wat het ook mag zijn, mijn deel van de wereld bereikt heeft en datgene wat zich boven me bevindt, vernietigt. Wetende dat ik spoedig zal volgen.
Hoe bang ik ook ben, open ik toch mijn ogen uit een soort vorm van nieuwsgierigheid en staar ik in een alles-verblindend wit licht, die de gehele wereld lijkt te verzengen. Uit het licht lijken zich nog lichtere vormen los te maken en zweven naar me toe, pakken me vast en brengen me naar het overheersende licht toe, wat me gevoelsmatig ontvangt met open armen. Ik ben niet bang. Ik voel me juist heel gelukkig. Omdat ik me uiteindelijk realiseer dat het goed is zo. Waar ik nu ook ben, het is goed.
Demiurge is wederom een interessant staaltje van wat Astral & Shit in z'n mars heeft. Wellicht dit keer niet zo imponerend als wat ik tot nu toe van dit project ken (en dat is nog niet zo veel), maar dat neemt niet weg dat dit een prima tussendoortje is. Ik miste dit keer alleen die typische 'touch' die ik voorheen bij Astral & Shit wel bemerkte. Dat allesomvattende gevoel die de ambient-drones normaal gesproken z'n impact geeft, lijken hier niet helemaal te overtuigen. Alsof de goede bedoelingen dit keer een beetje in het luchtledige zijn blijven hangen.
Wat niet wegneemt dat dit nog steeds een bovengemiddelde release is van dit Russische eenmansproject.
Plechtstatige klanken vormen één geheel en ontvangen me als het ware met open armen om me opnieuw te begeven in een wereld die alleen maar geschapen kan zijn door Astral & Shit.
Klanken die de soundtrack zouden kunnen zijn voor een plek die misschien wel het meest te vergelijken is met het Hof van Eden kondigen zich aan. Een plek zo mooi, dat je er voor altijd zou willen blijven. Maar hoe mooi de plek ook is, het is tevens onvermijdelijk dat de plek vroeg of laat getroffen zal worden door een ramp. Dus is het zaak om op een gegeven moment een ander toevluchtsoord te zoeken, gezien aan de horizon langzaam donkere wolken zich samenpakken en steeds dichterbij lijken te komen. Donkere wolken die niet zomaar een storm zullen beloven, maar eentje van een dusdanig allesomvattend karakter, dat het lot van de wereld ervan afhangt.
Hoe treurig is het dan ook, om te moeten beseffen dat, zodra de reis eenmaal begonnen is, de rest van de wereld op niets meer dan een soort niemandsland lijkt. Een plek waar het niet fijn is om doorheen te trekken. Te weten dat er toch gezocht moet worden naar een nieuwe verblijfplaats om de ramp te overleven, die spoedig de wereld zal teisteren.
Naarmate de reis zich voortzet, door onherbergzame gebieden waar niet of nauwelijks leven te bespeuren valt, beginnen de donkere wolken die eerst zo ver weg leken, zich meer en meer te vermenigvuldigen en samen te pakken, totdat langzaam maar zeker het steeds donkerder wordt. De lucht wordt ijler, benauwder, drukkender en adem halen wordt zelfs een onmogelijke opgave.
Een schuilplaats in de vorm van een donker hol aan de voet van een eenzame heuvel is de enige plek om me te verstoppen, voordat de hel definitief losbarst. Het hol is vrij diep, dus kan ik vrij ver doordringen, totdat ik niet meer verder kan. Omdat de vermoeidheid zijn tol begin te eisen, probeer ik goed te liggen en probeer er zo min mogelijk aan te denken, dat mocht de slaap me overmannen, dit misschien wel eens mijn laatste nachtrust zou kunnen worden.
Half in slaap, hoor ik hoe een grootschalig, hels geluid, als die van een enorme sirene, zich over me heen lijkt te vouwen. Me half realiserend, dat de storm, of wat het ook mag zijn, mijn deel van de wereld bereikt heeft en datgene wat zich boven me bevindt, vernietigt. Wetende dat ik spoedig zal volgen.
Hoe bang ik ook ben, open ik toch mijn ogen uit een soort vorm van nieuwsgierigheid en staar ik in een alles-verblindend wit licht, die de gehele wereld lijkt te verzengen. Uit het licht lijken zich nog lichtere vormen los te maken en zweven naar me toe, pakken me vast en brengen me naar het overheersende licht toe, wat me gevoelsmatig ontvangt met open armen. Ik ben niet bang. Ik voel me juist heel gelukkig. Omdat ik me uiteindelijk realiseer dat het goed is zo. Waar ik nu ook ben, het is goed.
Demiurge is wederom een interessant staaltje van wat Astral & Shit in z'n mars heeft. Wellicht dit keer niet zo imponerend als wat ik tot nu toe van dit project ken (en dat is nog niet zo veel), maar dat neemt niet weg dat dit een prima tussendoortje is. Ik miste dit keer alleen die typische 'touch' die ik voorheen bij Astral & Shit wel bemerkte. Dat allesomvattende gevoel die de ambient-drones normaal gesproken z'n impact geeft, lijken hier niet helemaal te overtuigen. Alsof de goede bedoelingen dit keer een beetje in het luchtledige zijn blijven hangen.
Wat niet wegneemt dat dit nog steeds een bovengemiddelde release is van dit Russische eenmansproject.
Astral & Shit - Malitia (2013)

4,0
0
CorvisChristi (crew)
geplaatst: 19 oktober 2015, 22:01 uur
De ambient-drones die Astral & Shit op Malitia laat horen, geeft slechts een voorproefje met wat dit project van de Rus Ivan Gomzikov in huis heeft.
Het is tevens de eerste release van dit project die ik overwogen heb om eens serieus de aandacht te geven, gezien de ambient-soundscapes, drones, 'field recordings' en andere klanken ontsproten aan het brein van deze zeer productieve Rus, voor een enorm groot deel, heel erg de moeite waard zijn.
Daarbij komt ook nog eens dat Malitia een vrij kort album is, waardoor ik Malitia als een prima voorproefje beschouw, die me hopelijk zal klaarstomen voor het overige werk van Astral & Shit, waar ik bij voorbaat al erg nieuwsgierig naar ben.
Het is wel de bedoeling dat je open moet staan voor een muur van geluid, die, eenmaal gegrepen door de soundscapes en in de juiste 'mood', voor een ongekende luisterervaring zorgt.
Groots en onvermijdelijk kondigt "Odium" zich aan met een soundscape waar niet aan te ontsnappen valt. De muur van geluid is zo grootschalig dat ik er direct door wordt opgeslokt. Her en der lijken er tinkelende klanken van de geluidsmuur af te spetteren, terwijl de soundscape naarmate deze vordert, in kracht toe neemt. Op een gegeven moment zijn er de geluiden van machines te horen, die zich op een benarde plek ergens binnen de orgie van geluid lijken te bevinden. Naarmate het geheel grootser en meer imponerend gaat klinken, en andere vreemdsoortige klanken zich een weg proberen te vinden uit de krachtbron van geluid, zwakt het geheel uiteindelijk langzaam af en ebt weg, als ware de krachtbron verzadigt.
"PLASMA" laat wederom de kracht van geluid horen, op een wijze die adembenemend, maar tegelijkertijd ook beangstigend klinkt. Het is, alsof je enkel nog kan zwichten voor zo'n krachtige openbaring van geluid. Bedwelmend.....ongrijpbaar.....onvermijdelijk!
"Influunt" klinkt (voor zover je hierover kan oordelen) iets meer galmend en luchtiger dan de twee vorige tracks, maar weet tegelijkertijd toch ook weer die allesverzengende kracht naar voren te brengen die de soundscape met zich mee brengt.
Afsluiter "Odisse?" kan het beste beschreven worden als het geluid van een vuurhete zwavelstorm. Een allesverwoestende wervelwind van vuur en stenen, die alles op z'n weg in puin legt.
Maar ondanks de woede en allesvernietigende kracht van deze storm, gaat er ook iets plechtigs en warms vanuit. Alsof de storm voor een definitief en vredig einde zal zorgen van een wereld die alleen maar ellende, dood en verderf heeft meegemaakt. Want de voorspelling had het in vroegere tijden al over een kracht die uiteindelijk een einde aan alles zou maken. Een kracht waar men in eerste instantie met angst en beven tegenop zag, maar die uiteindelijk voor dankbaarheid en redding zal zorgen. En aan het einde van alles heft men de armen op en wordt de apocalyptische storm door iedereen verwelkomd.
Als de storm langzaam afneemt, is alles verdwenen en keert er een vredige rust terug op een wereld die, ooit bukkend onder de lasten van verdorven en verziekte levens, nu geëindigd is in een oase van rust. De rust van de dood.
Malitia is voor liefhebbers van grootschalige ambient-soundscapes en -drones, simpelweg de moeite waard. Het is een onvermijdelijke en krachtige trip in de wereld die Ivan Gomzikov ons te bieden heeft met zijn voornaamste project Astral & Shit.
Normaal gesproken krab ik mezelf altijd wat bedenkelijk achter de oren, als een artiest binnen een wel heel kort tijdsbestek belachelijk veel muziek uitbrengt. Dit gezien de kwaliteit er vaak onder lijdt. Echter vrees ik met aangename vreze dat meneer Gomzikov het toch echt continue voor elkaar krijgt om met Astral & Shit erg sterk materiaal af te leveren. Van wat ik namelijk tot nu toe her en der heb gehoord van zijn albums, klinkt e.e.a. gewoon erg goed. Wat dus feest is voor degenen die van ellenlange ambient-soundscapes houden. Lucky me
!!
Het is tevens de eerste release van dit project die ik overwogen heb om eens serieus de aandacht te geven, gezien de ambient-soundscapes, drones, 'field recordings' en andere klanken ontsproten aan het brein van deze zeer productieve Rus, voor een enorm groot deel, heel erg de moeite waard zijn.
Daarbij komt ook nog eens dat Malitia een vrij kort album is, waardoor ik Malitia als een prima voorproefje beschouw, die me hopelijk zal klaarstomen voor het overige werk van Astral & Shit, waar ik bij voorbaat al erg nieuwsgierig naar ben.
Het is wel de bedoeling dat je open moet staan voor een muur van geluid, die, eenmaal gegrepen door de soundscapes en in de juiste 'mood', voor een ongekende luisterervaring zorgt.
Groots en onvermijdelijk kondigt "Odium" zich aan met een soundscape waar niet aan te ontsnappen valt. De muur van geluid is zo grootschalig dat ik er direct door wordt opgeslokt. Her en der lijken er tinkelende klanken van de geluidsmuur af te spetteren, terwijl de soundscape naarmate deze vordert, in kracht toe neemt. Op een gegeven moment zijn er de geluiden van machines te horen, die zich op een benarde plek ergens binnen de orgie van geluid lijken te bevinden. Naarmate het geheel grootser en meer imponerend gaat klinken, en andere vreemdsoortige klanken zich een weg proberen te vinden uit de krachtbron van geluid, zwakt het geheel uiteindelijk langzaam af en ebt weg, als ware de krachtbron verzadigt.
"PLASMA" laat wederom de kracht van geluid horen, op een wijze die adembenemend, maar tegelijkertijd ook beangstigend klinkt. Het is, alsof je enkel nog kan zwichten voor zo'n krachtige openbaring van geluid. Bedwelmend.....ongrijpbaar.....onvermijdelijk!
"Influunt" klinkt (voor zover je hierover kan oordelen) iets meer galmend en luchtiger dan de twee vorige tracks, maar weet tegelijkertijd toch ook weer die allesverzengende kracht naar voren te brengen die de soundscape met zich mee brengt.
Afsluiter "Odisse?" kan het beste beschreven worden als het geluid van een vuurhete zwavelstorm. Een allesverwoestende wervelwind van vuur en stenen, die alles op z'n weg in puin legt.
Maar ondanks de woede en allesvernietigende kracht van deze storm, gaat er ook iets plechtigs en warms vanuit. Alsof de storm voor een definitief en vredig einde zal zorgen van een wereld die alleen maar ellende, dood en verderf heeft meegemaakt. Want de voorspelling had het in vroegere tijden al over een kracht die uiteindelijk een einde aan alles zou maken. Een kracht waar men in eerste instantie met angst en beven tegenop zag, maar die uiteindelijk voor dankbaarheid en redding zal zorgen. En aan het einde van alles heft men de armen op en wordt de apocalyptische storm door iedereen verwelkomd.
Als de storm langzaam afneemt, is alles verdwenen en keert er een vredige rust terug op een wereld die, ooit bukkend onder de lasten van verdorven en verziekte levens, nu geëindigd is in een oase van rust. De rust van de dood.
Malitia is voor liefhebbers van grootschalige ambient-soundscapes en -drones, simpelweg de moeite waard. Het is een onvermijdelijke en krachtige trip in de wereld die Ivan Gomzikov ons te bieden heeft met zijn voornaamste project Astral & Shit.
Normaal gesproken krab ik mezelf altijd wat bedenkelijk achter de oren, als een artiest binnen een wel heel kort tijdsbestek belachelijk veel muziek uitbrengt. Dit gezien de kwaliteit er vaak onder lijdt. Echter vrees ik met aangename vreze dat meneer Gomzikov het toch echt continue voor elkaar krijgt om met Astral & Shit erg sterk materiaal af te leveren. Van wat ik namelijk tot nu toe her en der heb gehoord van zijn albums, klinkt e.e.a. gewoon erg goed. Wat dus feest is voor degenen die van ellenlange ambient-soundscapes houden. Lucky me

Astral & Shit - Pavor Nocturnus (2011)

4,0
0
CorvisChristi (crew)
geplaatst: 10 december 2015, 17:16 uur
Pavor Nocturnus van Astral & Shit laat zich beluisteren als de soundtrack van een sfeervolle Science Fiction-film. In mijn gedachten schieten allerlei futuristische beelden door mijn hoofd als de effectieve combinatie van ambient-drones en field recordings mijn oren strelen. Het is wederom weer een bijzonder album te noemen, zij het wat kort. Maar de klanken die voorbij komen, zijn in ieder geval weer erg intrigerend te noemen en houden dit album boeiend.
"Gloria Somnium" laat de geluiden horen alsof ik me op een ruimtestation bevind waar niet veel later een groot passagiersschip langzaam de landing inzet. De voetstappen van de vele langslopende mensen die op het station werken zijn te horen, naast de reizigers die wachten totdat ze ergens aan boord kunnen. Er heerst een behoorlijke bedrijvigheid, terwijl er op de achtergrond continue de dreinende en zoemende motoren te horen zijn van de vele ruimteschepen die langs zweven of naderbij komen.
"Erectio" opent vrij naargeestig en zo nu en dan is er een soort van korte donderklap te horen. Ik bevind me in een grote hal binnen het ruimtestation die langs een soort van monorails lijkt te liggen. Zo nu en dan passeert er een mono of stopt er één zodat passagiers in en uit kunnen stappen. De mono vervoert reizigers van het ene naar het andere punt binnen het gigantische ruimtestation.
In de hal zijn vele kinderen gezellig aan het spelen op een daarvoor bestemde locatie. Een soort drop-off punt waar ouders tijdelijk hun kinderen naar toe kunnen brengen, als ze ongeduldig worden of de behoefte hebben lekker rond te rennen en te spelen.
Continue is er een zoemend geluid te horen die afkomstig blijkt te zijn van een groot laadschip die goederen aan het in- en uitladen is. Dit laadschip hangt als het ware boven het ruimtestation en is zichtbaar door de enorm ronde, glazen koepel boven m'n hoofd.
Omdat ik vrij lang moet wachten op de mono die me naar de volgende bestemming moet brengen, besluit ik een kort uiltje te knappen op een bankje. Even later schiet ik wakker en is het enige geluid wat ik nog hoor, die van het laadschip boven mijn hoofd. De rest van de hal is verlaten en er schieten ook geen mono's meer voorbij, laat staan dat er eentje stopt. Even later slaap ik weer in.
Tijdens "Praefecti" lijk ik te dromen dat ik voor een soort mysterieus paviljoen sta. Het waait redelijk hard, waardoor diverse lampen met belletjes eraan, die aan weerszijden van het paviljoen hangen, door de wind heen en weer zwaaien. De belletjes laten zo nu en dan aangename tinkelende geluiden horen.
Het paviljoen zelf is potdicht, maar door de kieren van de enorme poort, is nog net een licht waar te nemen. Als ik dichterbij kom en probeer door de kieren te kijken, zie ik een aantal figuren in een soort van monnikspij een vreemd ritueel uit voeren. Doordat ze kappen over hun hoofd hebben, kan ik niet helemaal goed zien of het mensen of andere wezens zijn. Echter lijkt het net alsof ik snavels zie, op de plek waar hun gezicht hoort te zitten. Voordat ik goed en wel in de gaten heb wat voor wezens dit zijn of wat ze aan het doen zijn, vertroebelt het beeld langzaam voor mijn ogen en ontwaak ik langzaam.
Tijdens "Rem Somnus" wordt ik weer langzaam wakker en is het ondertussen behoorlijk donker geworden in de hal. Boven mijn hoofd is door de glazen koepel de ontelbare lichtjes te zien van de sterren terwijl tientallen ruimteschepen langs het ruimtestation zweven. Vlak naast het bankje waar ik zit, is vreemd geritsel te horen en op een gegeven moment schiet er iets langs me heen. Het blijkt een schoonmaakrobot type 01 te zijn; kleine ronde apparaten die het oppervlak van de hal schoonhouden.
Als ik opsta, komt er tijdens "Summa" langzaam iets groots op het ruimtestation af. Het blijkt een oorlogsschip te zijn, afkomstig van de nabij gelegen planeet, waar het ruimtestation aan grenst. Blijkbaar heeft het schip kwade bedoelingen, gezien gigantische straalkanonnen zich langzaam op het ruimtestation richten. Langzaam constateer ik, dat ik langer heb geslapen dan de bedoeling was. Er is een reden dat het donker is en dat ik alleen ben, met uitzondering van de kleine schoonmaakrobotjes die plichtmatig hun werk blijven doen. Blijkbaar was er tijdens mijn slaap, vanwege de verschijning van het oorlogsschip, een plotselinge evacuatie op poten gezet en heeft men me door de situatie die daardoor ontstond, in blinde haast niet gezien of vergeten. Sowieso vraag ik me af waarom ik er niet van wakker ben geworden...
Overmant door paniek probeer ik me een weg uit de duisternis te vinden en steven af op de dichtstbijzijnde nooduitgang. Voordat ik goed en wel weg probeer te komen, wordt de weg geblokkeerd door bewapende wezens die eruitzien als een kruising tussen mensen en kraaien. In een soort van kwetterende taal beginnen ze hun straalwapens op me te richten en zit er niets anders op dan me over te geven.
Plots schiet me te binnen dat de wezens die ik nauwelijks kon zien in mijn droom, wel eens dezelfde zouden kunnen zijn, die nu voor me staan!
To be continued...
!!
Pavor Nocturnus is andermaal een interessant wapenfeit van Ivan Gomzikov's Astral & Shit. Een prima staaltje aan effectieve ambient-klanken zorgen voor bijna 40 minuten luistergenot. Het luistert heerlijk weg en smaakt wat mij betreft naar meer.
"Gloria Somnium" laat de geluiden horen alsof ik me op een ruimtestation bevind waar niet veel later een groot passagiersschip langzaam de landing inzet. De voetstappen van de vele langslopende mensen die op het station werken zijn te horen, naast de reizigers die wachten totdat ze ergens aan boord kunnen. Er heerst een behoorlijke bedrijvigheid, terwijl er op de achtergrond continue de dreinende en zoemende motoren te horen zijn van de vele ruimteschepen die langs zweven of naderbij komen.
"Erectio" opent vrij naargeestig en zo nu en dan is er een soort van korte donderklap te horen. Ik bevind me in een grote hal binnen het ruimtestation die langs een soort van monorails lijkt te liggen. Zo nu en dan passeert er een mono of stopt er één zodat passagiers in en uit kunnen stappen. De mono vervoert reizigers van het ene naar het andere punt binnen het gigantische ruimtestation.
In de hal zijn vele kinderen gezellig aan het spelen op een daarvoor bestemde locatie. Een soort drop-off punt waar ouders tijdelijk hun kinderen naar toe kunnen brengen, als ze ongeduldig worden of de behoefte hebben lekker rond te rennen en te spelen.
Continue is er een zoemend geluid te horen die afkomstig blijkt te zijn van een groot laadschip die goederen aan het in- en uitladen is. Dit laadschip hangt als het ware boven het ruimtestation en is zichtbaar door de enorm ronde, glazen koepel boven m'n hoofd.
Omdat ik vrij lang moet wachten op de mono die me naar de volgende bestemming moet brengen, besluit ik een kort uiltje te knappen op een bankje. Even later schiet ik wakker en is het enige geluid wat ik nog hoor, die van het laadschip boven mijn hoofd. De rest van de hal is verlaten en er schieten ook geen mono's meer voorbij, laat staan dat er eentje stopt. Even later slaap ik weer in.
Tijdens "Praefecti" lijk ik te dromen dat ik voor een soort mysterieus paviljoen sta. Het waait redelijk hard, waardoor diverse lampen met belletjes eraan, die aan weerszijden van het paviljoen hangen, door de wind heen en weer zwaaien. De belletjes laten zo nu en dan aangename tinkelende geluiden horen.
Het paviljoen zelf is potdicht, maar door de kieren van de enorme poort, is nog net een licht waar te nemen. Als ik dichterbij kom en probeer door de kieren te kijken, zie ik een aantal figuren in een soort van monnikspij een vreemd ritueel uit voeren. Doordat ze kappen over hun hoofd hebben, kan ik niet helemaal goed zien of het mensen of andere wezens zijn. Echter lijkt het net alsof ik snavels zie, op de plek waar hun gezicht hoort te zitten. Voordat ik goed en wel in de gaten heb wat voor wezens dit zijn of wat ze aan het doen zijn, vertroebelt het beeld langzaam voor mijn ogen en ontwaak ik langzaam.
Tijdens "Rem Somnus" wordt ik weer langzaam wakker en is het ondertussen behoorlijk donker geworden in de hal. Boven mijn hoofd is door de glazen koepel de ontelbare lichtjes te zien van de sterren terwijl tientallen ruimteschepen langs het ruimtestation zweven. Vlak naast het bankje waar ik zit, is vreemd geritsel te horen en op een gegeven moment schiet er iets langs me heen. Het blijkt een schoonmaakrobot type 01 te zijn; kleine ronde apparaten die het oppervlak van de hal schoonhouden.
Als ik opsta, komt er tijdens "Summa" langzaam iets groots op het ruimtestation af. Het blijkt een oorlogsschip te zijn, afkomstig van de nabij gelegen planeet, waar het ruimtestation aan grenst. Blijkbaar heeft het schip kwade bedoelingen, gezien gigantische straalkanonnen zich langzaam op het ruimtestation richten. Langzaam constateer ik, dat ik langer heb geslapen dan de bedoeling was. Er is een reden dat het donker is en dat ik alleen ben, met uitzondering van de kleine schoonmaakrobotjes die plichtmatig hun werk blijven doen. Blijkbaar was er tijdens mijn slaap, vanwege de verschijning van het oorlogsschip, een plotselinge evacuatie op poten gezet en heeft men me door de situatie die daardoor ontstond, in blinde haast niet gezien of vergeten. Sowieso vraag ik me af waarom ik er niet van wakker ben geworden...
Overmant door paniek probeer ik me een weg uit de duisternis te vinden en steven af op de dichtstbijzijnde nooduitgang. Voordat ik goed en wel weg probeer te komen, wordt de weg geblokkeerd door bewapende wezens die eruitzien als een kruising tussen mensen en kraaien. In een soort van kwetterende taal beginnen ze hun straalwapens op me te richten en zit er niets anders op dan me over te geven.
Plots schiet me te binnen dat de wezens die ik nauwelijks kon zien in mijn droom, wel eens dezelfde zouden kunnen zijn, die nu voor me staan!
To be continued...

Pavor Nocturnus is andermaal een interessant wapenfeit van Ivan Gomzikov's Astral & Shit. Een prima staaltje aan effectieve ambient-klanken zorgen voor bijna 40 minuten luistergenot. Het luistert heerlijk weg en smaakt wat mij betreft naar meer.
Astral & Shit - Subtile Corpus (2012)

4,5
0
CorvisChristi (crew)
geplaatst: 19 augustus 2016, 23:49 uur
Een allesverzengende muur van geluid openbaart zich als "Apparatus Enim Curationes" zijn intrede doet en voordat ik het goed en wel besef, ben ik al weer helemaal opgezogen in de allesverzengende, muzikale wereld van Astral & Shit.
Hemelse klanken gaan gepaard met geluiden afkomstig van machines die na jaren lang zwijgend stof hebben liggen happen, snoevend en schokkend weer tot leven komen. Het is een combinatie die er niet om liegt. Het opent een klankenspectrum die z'n weerga niet kent en alleen daarom al werkt deze album-opener extreem overtuigend!!
Tijdens "Clot" lijkt het wel alsof duizenden lichten vanuit de hemel op me neer schijnen. Maar niet zomaar een licht, maar het licht van honderden engelen, die vanaf de hemelpoort langzaam lijken neer te dalen op het desolate aardoppervlak. En ze verwelkomen mij, met open armen....
Tijdens "Fessus Per Orbem" lijkt mijn onbeduidende aardse gestalte door de engelen opgenomen en opgestegen te zijn naar een plek die op z'n zachtst gezegd uitzonderlijk genoemd mag worden.
Een soort onmetelijke hal van enorme proporties biedt ruimte voor honderden en nog eens honderden levende wezens. In het midden van de hal is een monumentaal erfgoed te zien die het midden houdt tussen een gigantische obelisk en een Christus-kruis. Een figuur, voor eeuwig verwrongen in het materiaal waarmee het monument is opgetrokken, staart vanaf het kruis met lege ogen de al even lege ruimte in. De man is één met het kruis, en symboliseert dit nog eens extra, vanwege de doornenkroon die hij draagt. De kroon, waarvan de hoorns in zijn huid kerven als klauwen van een demonische kat. Ik besef voor een kort ogenblik dat ik één ben met de figuur en ervaar de pijn die hij ondergaat. De eeuwige, folterende pijn van de zonden van de mens die hij op zich neemt.
Tijdens "Eater" lijken duistere krachten langzamerhand zich meester te maken van de kerk waarin ik me bevind. Vanuit de grond barsten dikke, kronkelende wortels omhoog en omhullen het kruis en de figuur die eraan hangt. De wortels lijken het kruis steeds strakker te omhullen, totdat onvermijdelijke barsten het kruis onherstelbaar beschadigen.
De wortels lijken zich uit te breiden en de gehele hal van onder tot boven te omhullen. Alsof allesvernietigend onkruid een heilige plaats voor eeuwig bezoedelen.
Engelachtig gezang afkomstig van verlichtende wezens die zich om de kerk heen verzameld hebben, afkomstig van hoger gelegen regionen, kunnen niet voorkomen, dat het heilige der heilige dreigt verpulverd te worden door een onaardse, demonische kracht die zich nog niet volledig heeft geopenbaard. Maar langzamerhand blijkt het onvermijdelijke bewaarheid te worden. Namelijk dat het ultieme kwaad zich losgeschud heeft van de ketenen, waarin deze eeuwenlang vastgezeten heeft.
Tijdens "Musculus" wordt een verzetshaard opgetrommeld van soldaten die de eeuwenoude machines van weleer die om bepaalde mysterieuze redenen tekenen van werking vertoonden, ingezet om deze te gebruiken voor het onvermijdelijke doel: af te rekenen met het onbeschrijflijke kwaad wat zich vanaf heilige plekken zoals de eerder genoemde kerk, vorm heeft weten te geven en van plan is al het aardse leven te verzwelgen.
Machines die ooit eerder ingezet zijn in een heilige oorlog, eeuwen geleden. Waarvan het enige bewijs schijnt te zijn opgetekend in eeuwenoude manuscripten, die vertellen over indrukwekkende stalen reuzen die ingezet worden en afrekenen met een mysterieuze vorm van reusachtig onkruid: de manifestatie van het ultieme kwaad...
Tijdens "Subtile Corpus" is er ondertussen alweer een flinke tijd verstreken. Op een prachtig, zonovergoten landschap van groene heuvels staan de geraamten van raadselachtige (gevechts)machines, die volgens de plaatselijke bevolking, daar al eeuwen staan.
Volgens manuscripten die in de plaatselijke kerken gevonden zijn, worden ze beschreven als de mysterieuze apparaten die ingezet werden toen het ultieme kwaad zich dreigde meester te maken van de wereld zoals we die kennen tot op de dag van vandaag. En dat deze wereld al lang van de aardbodem weggevaagd zou zijn, als deze raadselachtige, metalen creaturen er niet geweest waren om de mensheid te beschermen. Wat één van de redenen is, waarom deze machines nog steeds her en der in het landschap te zien zijn. Als herdenkingsmonumenten uit een tijd, dat het lot van de wereld aan een zijden draadje hing.
Een eenzaam individu loopt één van de groene heuvels op en kijkt op de top uit over een prachtig, zich eindeloos uitstrekkend landschap van rotsachtige bergtoppen en groene valleien. Opeens valt het besef hem ten deel dat hij een belangrijke missie te vervullen heeft. Namelijk dat hij ooit zichzelf moet opofferen voor het grotere doel. En vanuit het niets dringt een angstaanjagend maar helder visioen bij hem binnen: hij ziet zichzelf hangen aan een kruis, midden in een enorme hal van een kathedraal, terwijl kronkelende, slijmerig groene wortels vanuit de grond zich een weg omhoog proberen te banen en uiteindelijk het kruis en zichzelf omhullen. En dat hij de enige is die het manifesterende kwaad een halt toe kan roepen, met behulp van verlichtende wezens die zijn enige bondgenoten zullen zijn in de eeuwige strijd tussen goed en kwaad. Een strijd die steeds terugkomt en altijd maar weer uitgevochten dient te worden. En altijd is er slechts één winnaar.....
Subtile Corpus van Astral & Shit is van de enorme discografie, toch één van de betere werken. Sterker nog, hoogstwaarschijnlijk is dit een klassieker binnen het genre en zonder meer één van de meer toonaangevende releases van Astral & Shit.
Van begin tot eind is het genieten geblazen van de meeslepende, benauwende, beeldschone ambient-drones van een artiest die in een aantal jaren tijd zich heeft bewezen als, wat mij betreft, één van de meest toonaangevende binnnen het genre.
Wat mij betreft is Subtile Corpus dan ook een klassieker binnen het genre en wellicht als instap-album, samen met Astral & Shit - Ad Deum (2013), een hele fijne binnenkomer tot het overige werk van deze productieve Russische artiest.
Voor liefhebbers van eindeloze ambient-drone-experimenten is dit dan ook verplichte kost!!!
Hemelse klanken gaan gepaard met geluiden afkomstig van machines die na jaren lang zwijgend stof hebben liggen happen, snoevend en schokkend weer tot leven komen. Het is een combinatie die er niet om liegt. Het opent een klankenspectrum die z'n weerga niet kent en alleen daarom al werkt deze album-opener extreem overtuigend!!
Tijdens "Clot" lijkt het wel alsof duizenden lichten vanuit de hemel op me neer schijnen. Maar niet zomaar een licht, maar het licht van honderden engelen, die vanaf de hemelpoort langzaam lijken neer te dalen op het desolate aardoppervlak. En ze verwelkomen mij, met open armen....
Tijdens "Fessus Per Orbem" lijkt mijn onbeduidende aardse gestalte door de engelen opgenomen en opgestegen te zijn naar een plek die op z'n zachtst gezegd uitzonderlijk genoemd mag worden.
Een soort onmetelijke hal van enorme proporties biedt ruimte voor honderden en nog eens honderden levende wezens. In het midden van de hal is een monumentaal erfgoed te zien die het midden houdt tussen een gigantische obelisk en een Christus-kruis. Een figuur, voor eeuwig verwrongen in het materiaal waarmee het monument is opgetrokken, staart vanaf het kruis met lege ogen de al even lege ruimte in. De man is één met het kruis, en symboliseert dit nog eens extra, vanwege de doornenkroon die hij draagt. De kroon, waarvan de hoorns in zijn huid kerven als klauwen van een demonische kat. Ik besef voor een kort ogenblik dat ik één ben met de figuur en ervaar de pijn die hij ondergaat. De eeuwige, folterende pijn van de zonden van de mens die hij op zich neemt.
Tijdens "Eater" lijken duistere krachten langzamerhand zich meester te maken van de kerk waarin ik me bevind. Vanuit de grond barsten dikke, kronkelende wortels omhoog en omhullen het kruis en de figuur die eraan hangt. De wortels lijken het kruis steeds strakker te omhullen, totdat onvermijdelijke barsten het kruis onherstelbaar beschadigen.
De wortels lijken zich uit te breiden en de gehele hal van onder tot boven te omhullen. Alsof allesvernietigend onkruid een heilige plaats voor eeuwig bezoedelen.
Engelachtig gezang afkomstig van verlichtende wezens die zich om de kerk heen verzameld hebben, afkomstig van hoger gelegen regionen, kunnen niet voorkomen, dat het heilige der heilige dreigt verpulverd te worden door een onaardse, demonische kracht die zich nog niet volledig heeft geopenbaard. Maar langzamerhand blijkt het onvermijdelijke bewaarheid te worden. Namelijk dat het ultieme kwaad zich losgeschud heeft van de ketenen, waarin deze eeuwenlang vastgezeten heeft.
Tijdens "Musculus" wordt een verzetshaard opgetrommeld van soldaten die de eeuwenoude machines van weleer die om bepaalde mysterieuze redenen tekenen van werking vertoonden, ingezet om deze te gebruiken voor het onvermijdelijke doel: af te rekenen met het onbeschrijflijke kwaad wat zich vanaf heilige plekken zoals de eerder genoemde kerk, vorm heeft weten te geven en van plan is al het aardse leven te verzwelgen.
Machines die ooit eerder ingezet zijn in een heilige oorlog, eeuwen geleden. Waarvan het enige bewijs schijnt te zijn opgetekend in eeuwenoude manuscripten, die vertellen over indrukwekkende stalen reuzen die ingezet worden en afrekenen met een mysterieuze vorm van reusachtig onkruid: de manifestatie van het ultieme kwaad...
Tijdens "Subtile Corpus" is er ondertussen alweer een flinke tijd verstreken. Op een prachtig, zonovergoten landschap van groene heuvels staan de geraamten van raadselachtige (gevechts)machines, die volgens de plaatselijke bevolking, daar al eeuwen staan.
Volgens manuscripten die in de plaatselijke kerken gevonden zijn, worden ze beschreven als de mysterieuze apparaten die ingezet werden toen het ultieme kwaad zich dreigde meester te maken van de wereld zoals we die kennen tot op de dag van vandaag. En dat deze wereld al lang van de aardbodem weggevaagd zou zijn, als deze raadselachtige, metalen creaturen er niet geweest waren om de mensheid te beschermen. Wat één van de redenen is, waarom deze machines nog steeds her en der in het landschap te zien zijn. Als herdenkingsmonumenten uit een tijd, dat het lot van de wereld aan een zijden draadje hing.
Een eenzaam individu loopt één van de groene heuvels op en kijkt op de top uit over een prachtig, zich eindeloos uitstrekkend landschap van rotsachtige bergtoppen en groene valleien. Opeens valt het besef hem ten deel dat hij een belangrijke missie te vervullen heeft. Namelijk dat hij ooit zichzelf moet opofferen voor het grotere doel. En vanuit het niets dringt een angstaanjagend maar helder visioen bij hem binnen: hij ziet zichzelf hangen aan een kruis, midden in een enorme hal van een kathedraal, terwijl kronkelende, slijmerig groene wortels vanuit de grond zich een weg omhoog proberen te banen en uiteindelijk het kruis en zichzelf omhullen. En dat hij de enige is die het manifesterende kwaad een halt toe kan roepen, met behulp van verlichtende wezens die zijn enige bondgenoten zullen zijn in de eeuwige strijd tussen goed en kwaad. Een strijd die steeds terugkomt en altijd maar weer uitgevochten dient te worden. En altijd is er slechts één winnaar.....
Subtile Corpus van Astral & Shit is van de enorme discografie, toch één van de betere werken. Sterker nog, hoogstwaarschijnlijk is dit een klassieker binnen het genre en zonder meer één van de meer toonaangevende releases van Astral & Shit.
Van begin tot eind is het genieten geblazen van de meeslepende, benauwende, beeldschone ambient-drones van een artiest die in een aantal jaren tijd zich heeft bewezen als, wat mij betreft, één van de meest toonaangevende binnnen het genre.
Wat mij betreft is Subtile Corpus dan ook een klassieker binnen het genre en wellicht als instap-album, samen met Astral & Shit - Ad Deum (2013), een hele fijne binnenkomer tot het overige werk van deze productieve Russische artiest.
Voor liefhebbers van eindeloze ambient-drone-experimenten is dit dan ook verplichte kost!!!