En dan nu eens een review van dit album. Het is een beetje het vergeten album, want na Zuma bracht Neil Young immers twee wat mindere albums uit, te weten Long May You Run met Stephen Stills en American Stars 'n' Bars, waarop dan weer één van zijn beste nummers staat Like a Hurricane. Met de drie-dubbelaar Decade en het Rust Never Sleeps spektakel werd dit album simpelweg ondergesneeuwd en vergeten, ondanks de live uitvoering van Comes a Time en Lotta Love op RNS. Ik heb ook pas gisteren voor het eerst een stem op dit album uitgebracht.
Het is nochtans één van zijn sterkste albums, ook al was de geboorte ervan wat moeizaam. The opnames begonnen in November 1975 met Lotta Love. Ter vergelijking, Like a Hurricane, White Line en Sedan Delivery van Chrome Dreams werden in dezelfde periode opgenomen. In 1976 volgde Look out for my Love, ook met Crazy Horse. Voor Field op Opportunity trok hij naar naar Nashville, we spreken inmiddels Mei 1977.
Niet lang hierna zou Neil met the Ducks in Santa Cruz gaan rondtouren, waar niet alleen nummers van Neil zouden worden gespeeld, maar a la CSNY ook nummers van de anderen. Nummers als Comes a Time en Four Strong Winds (dat een jaar eerder ook al bij the Last Waltz werd gespeeld) zouden live in een elektrisch jasje worden gestoken. Tegelijkertijd deed hij inspiratie op voor Hey Hey, My My.
De reden waarom the Ducks alleen maar in Santa Cruz opdtraden? Neil had een contract met Crazy Horse dat hij alleen maar met hun op tournee mocht. Niet gek natuurlijk, als je bedenkt dat ie na een tournee door Japan en Engeland begin 1976 ineens besloot om met Stills op tournee te gaan om daar weer uit te stappen en in het najaar van 76 toch maar weer met Crazy Horse te touren.
Comes A Time, Peace Of Mind, Already One, Motorcycle Mama en Four Strong Winds werden vervolgens allemaal in één sessie opgenomen, in Nashville. Maar niet voordat Neil Goin' Back en Human Highway had opgenomen in Florida, waar hij toch was voor een benefietconcert (en waar hij Sweet Home Alabama ten gehore bracht). Eigenlijk is Comes a Time dus een Field of Opportunity deel 2, niet andersom
Het album heette overigens nog steeds Give to the Wind. Bij proefpersingen bleek er echter een irritante 'tik' op kant 1 van de LP te zitten. Na een tweede proefpersing, waar dezelfde 'tik' inzat werd de naam ineens veranderd in Comes a Time, zonder aanwijsbare reden. Toen de fout eindelijk gevonden was (er zat een beschadiging op de master tape) zou het album eindelijk uitgebracht kunnen worden, zou je denken. Maar nee hoor, Lotta Love en Peace of Mind stonden verkeerd om en dit terwijl alle persingen al gereed waren. Hoe loste Neil dit op? Simpel, hij nam een Shotgun in de hand, knalde een paar schoten hagel door de dozen met LP's en er werd een nieuwe set LP's geperst. Met de hoezen was echter niks gedaan, dus daar moesten stickers op met de correcte tracklist.
Ondanks alle moeite, is het toch een sterke plaat, hij is simpelweg vergeten omdat Neil er door alle problemen geen enkele interesse meer in had om het te promoten, toen hij in Mei 1978 optrad met een paar solo-shows in California speelde hij meer nummers van het album Rust Never Sleeps dat toen ook nog moest uitkomen, dan van Comes a Time zelf.
Ik wil zelfs nog verder gaan dan het label 'sterke plaat', ik vind em qua niveau op gelijke hoogte staan met zijn andere top-werk van de jaren 70 en zeker beter dan Harvest, ook als is de samenstelling net zo divers. Misschien is het wel omdat ik geen live vergelijkingsmateriaal heb.
De harmonie van Nicolette Larson is werkelijk briljant, Lotta Love en Look out for my Love laten zien dat Crazy Horse ook akoestisch goed uit de voeten kan en Motorcycle Mama is, ondanks dat het een beetje de vreemde eend in de bijt is, een uniek nummer in Neil Young's oeuvre, ik ken geen ander nummer dat net zo klinkt. Er werd bijvoorbeeld ook niet voor de Nicolette Larson's beste take gekozen, maar voor degene met de meeste passie. Soms een tikje over het randje, maar zo ongelooflijk goed. Four Strong Winds is een afsluiter van een niveau Oh Lonesome Me en een instant-country-rock-klassieker.
Er deed een keur aan artiesten mee (ruim 30, waarvan de meeste strijkers) maar ook bijvoorbeeld JJ Cale en Country kanonnen als Carl Himmel en Rufus Thibodeaux (die in 1984-85 ook weer zouden meedoen op Old Ways).