Begin maart keek ik al even met een schuin oog naar de 'merchandise'-tafel die in het Hardenberger theater De Voorveghter stond opgesteld bij het optreden dat Lohues daar die avond zou verzorgen. Het was nog niet zo ver schijnbaar; er zou nog geen nieuwe plaat komen. Stiekem stelde dat toch een klein beetje teleur, want het was al eens zo geweest dat er daar een album te koop was voordat de rest van de wereld überhaupt van het bestaan van de plaat op de hoogte was. Dát was ditmaal niet het geval, maar tijdens de voorstelling liet de Nedersaksische troubadour mondeling wel doorschemeren dat er iets aan zat te komen en de liederen die hij ten gehore bracht getuigden daarvan.
Veel langer dan een maand duurde het vervolgens niet voordat Spotify me het seintje gaf dat dit album dat ik van tevoren had opgeslagen beschikbaar was. Er gingen vervolgens geen dagen overheen voor ik van dat heugelijke feit geprofiteerd heb en nieuwsgierig de grote groene afspeelknop aantikte. Verschillende nummers klonken al enigszins herkenbaar omdat ze al in het theater ten gehore werden gebracht, maar diverse nummers pasten er die avond niet bij tussen en hoorde ik ditmaal voor het eerst. In welke van die twee categorieën ze ook vielen, tezamen vormen die nummers nu een mooi nieuw album.
Wat een van de meest opvallende dingen was, was dat net als op het vorige album ook ditmaal zowaar werd geëxperimenteerd met de Nederlandse taal, zoals die vandaag de dag ook wel als 'algemeen' en 'beschaafd' bekend staat. Bij het nummer 'Wees Niet Bang' is dat het geval. Dat gaat niet per se accentloos (wat waarschijnlijk het streven ook niet is en niet moet zijn) maar komt duidelijk naar voren uit het wegblijven van puur dialect of 'ingeslikte' woorden. Ook wel eens leuk natuurlijk, maar daarmee toch een ietwat vreemde eend in de bijt. Het overige elftal klonk immers vertrouwder, want dat is wel geschreven en gezongen in de taal die inmiddels al jarenlang de standaard is.
Wat opmerkelijk blijft is de kwantiteit die met de voor Lohues standaard geworden kwaliteit gepaard gaat. Je bent geneigd te denken dat de twee niet samen kunnen bestaan, waardoor je het soms niet in de gaten hebt zodra je geconfronteerd wordt met een zeldzame uitzondering op die zo vaak geldende regel. "Het is 't ien of 't ander, mooi nie' allebei", zong de virtuoos zelf eens, maar mooi wél dus: een eindeloze bron aan inspiratie én een weergaloos niveau dat daarbij de norm blijft.
Ik meen me te herinneren dat tijdens zijn theatervoorstelling naar voren kwam dat zijn huidige muzikale partners Bernard Gepken en Reyer Zwart ook ten tijde van de plaatopnames zijn compagnons waren. Schijnbaar spreekt het niet voor zich dat zulke informatie op het zo educatief geachte internet wordt gedeeld, want daar kan ik er voorlopig helaas nog maar weinig over achterhalen, maar als het anders blijkt te zijn hoop en verwacht ik de feitelijkheden op dat gebied te kunnen aanvullen of corrigeren zodra het album in vinylvorm gearriveerd is en er via die weg waarschijnlijk meer gegevens over de albumproductie beschikbaar zijn. Dan wee'w' pas écht hoe 't (e-)gaon is, zou ik haast zeggen.
Hoe het precies gegaan is, weet je echter nooit, want er rest altijd dat ongrijpbare waarmee een kunstenaar zich onderscheidt van de verwonderende consument. Dit album is de zoveelste in een reeks die daarvan het sprekende bewijs is, want wederom wordt duidelijk dat Lohues zich zowel muzikaal als tekstueel een van de grootsten mag weten binnen zijn vakgebied. Ik kijk alvast uit naar een eventuele volgende keer dat ik hem mag zien optreden en hoop tot die tijd nog regelmatig deze plaat op de draaitafel te kunnen leggen zodra dat tegen het eind van de maand mogelijk wordt.