Recensie | Tamino - Every Dawn's A Mountain | Nieuweplaat.nl
Een van de vele lessen die de Egyptische mythologie ons leert is: niets verdwijnt voorgoed, alles transformeert. Denk bijvoorbeeld aan de zonnegod Ra of de mythe van Osiris. Op Every Dawn’s A Mountain lijkt de Belgisch-Egyptische zanger Tamino die eeuwenoude wijsheid te verweven met zijn eigen melancholische klankwereld. Rouw, verlies en loslaten zijn de drijvende krachten achter dit derde album, dat volgt op Sahar (2022) en Amir (2018).
Every Dawn’s A Mountain is een meer ingetogen album, waarop de aandacht vooral uitgaat naar sfeer en samenhang. My Heroine is het akoestische vertrekpunt. Het zijn met name de spaarzame kleine versieringen, de accenten op bepaalde noten in dit openingslied, die je direct meenemen naar de wereld van Sheherazade en Sjahriaar. My Heroine is een schoolvoorbeeld van de wijze waarop Tamino’s zang niet alleen melodie, maar ook emotie etaleert.
Babylon is een lied dat zich niet zomaar volledig blootgeeft. Het is intiem en zacht, maar houdt ook iets mysterieus. Alsof het je uitnodigt om langzaam dichterbij te komen. Die afstandelijkheid maakt het juist een intrigerend lied met een eigen wil. Alleen degene die écht luistert krijgt toegang tot de diepere lagen. De stad Babylon ging uiteindelijk ten onder aan corruptie en hoogmoed. Dit gegeven dient in het lied Babylon als beeldspraak over het bewust laten gaan van iets waardevols omdat het niet langer kan bestaan zoals het was. Bijzonder fraai.
Titeltrack Every Dawn’s a Mountain is een melancholisch en diep doorleefd nummer over rouw, vervreemding en de zoektocht naar een thuis dat niet meer bestaat. ‘Cleaning off the dust, drinking from the fountain/Toiling in the blood, every dawn’s a mountain.’ Hoewel de dageraad normaliter symbool staat voor een nieuw begin, is het hier een berg—iets dat overwonnen moet worden, een last. De songtekst ademt verlies, rouw en suggereert dat elke nieuwe dag voelt als een zware klim, een uitdaging die de ik-persoon uit het lied zonder de ander moet aangaan. De begeleidende ritmesessie met haast tranceachtige klanken geeft extra lading aan de emotie. Betoverend beklemmend.
Het duet Sanctuary met de Japans-Amerikaanse zangeres Mitski tapt uit een wat rijker bedeeld vaatje. Drums en elektrische gitaar zijn prominenter aanwezig dan de voorgaande tracks op deze plaat. Hoe mooi die tracks ook waren, Sanctuary komt op een geschikt moment om het drukkende gewicht even los te laten. In de wiegende driekwartsmaat voel je de lente die zich aandient, ook al biedt de tekst daar geen enkele aanleiding toe. Die gaat over twee personen die vanuit verschillend perspectief dezelfde pijn ervaren: de een is afgedwaald en vervreemd geraakt, de ander houdt vast aan een verleden dat teleurstelt.
Het kraakheldere geluid van de stem van Tamino verdient bijzondere aandacht. In songs als Elegy en Dissolve laat hij die de vrije ruimte in alle windrichtingen. Het Damien Rice-achtige breekbare en emotioneel fragiele, het Tom Chaplin-achtige (Keane) helder engelachtige timbre in de hoogte, het intens melancholische van Jeff Buckley en het dromerig etherische bereik van Thom Yorke (Radiohead). En dat alles vervat in één persoon. De eerder genoemde kleine versieringen die Tamino toevoegt aan sommige noten in een lied ‘“verklappen’” zijn Arabische roots. Het gebruik van de oed (een druppelvormig houten snaarinstrument) benadrukt dit nogmaals.
Waar veel nummers op Every Dawn’s A Mountain worstelen met rouw, verlies en loslaten, voelt het afsluitende Amsterdam meer als een reflectie met een zekere berusting. Het verdriet en de herinneringen zijn er nog, maar ze worden niet meer op dezelfde manier bevochten als het geval was in de voorafgaande negen tracks. De herhaling van de zin ‘I know now how it ends’ voelt eerder als een aanvaarding dan als een dramatische conclusie. Amsterdam is een fijne afsluiter: het brengt een soort afronding, een eindpunt waarop alles samenkomt en een plek krijgt.
Bij de albumpresentatie vertelde Tamino dat Every Dawn’s A Mountain “de meest harmonieuze plaat [is] die ik tot nu toe heb gemaakt.” Rustend op snaarinstrumenten als cello, oed en gitaar, en veelal ingetogen percussie en drums, is Every Dawn’s A Mountain meer een folkalbum geworden—meer een sobere luisterplaat. De mal waarin lijvige thema’s als rouw, verlies en loslaten nu gegoten zijn luistert veel vrijer, dieper en intenser. Je zou kunnen zeggen (als we de Egyptische mythologie er nogmaals bij pakken) ze zijn getransformeerd. En hoe!