Met: Miles Davis (trompet); J.J. Johnson (trombone); Jimmy Heath (tenorsax); Gil Coggins (piano); Percy Heath (bas); Art Blakey (drums)
In tegenstelling tot de plaat die als ‘Volume 1’ op Musicmeter staat, is dit wél de oorspronkelijke 10”-lp uit 1953, en geen latere verzamelaar. De toevoegers op MuMe valt hier overigens weinig te verwijten: door de titels ‘Volume 1’ en ‘Volume 2’ een paar keer te hergebruiken, heeft Blue Note een beetje een zootje gemaakt van hun Miles Davis-catalogus.
Enfin. Al deze nummers komen uit dezelfde sessie, opgenomen op 20 april 1953. Miles Davis zegt in zijn boek dat hij zich de opnames vooral herinnert omdat hij samen met saxofonist Jimmy Heath enige moeite moest doen om aan heroïne te komen. Uiteindelijk wisten ze met een smoesje de studio te verlaten om te scoren bij Elmo Hope (ja, de legendarische jazzpianist Elmo Hope), die in de buurt woonde. Davis vertelt dat ze vervolgens de plaat maakten terwijl ze ‘high as a motherfucker’ waren.
Die Jimmy Heath komen we verder niet veel tegen in het oeuvre van Miles Davis. Interessant is wel dat hij onlangs pas overleed, op de respectabele leeftijd van 93 jaar. Zijn spel hier is lekker energiek en swingend, maar ook weer niet héél bijzonder. Diezelfde kwalificaties gelden ook voor de rest. Blakey en Johnson eisen vaak een grote rol op, en soms voelt het wat meer als een vroege Jazz Messengers-sessie dan een van Miles Davis.
De plaat moet het dus voornamelijk van zijn energie hebben, maar goed, het kan erger natuurlijk. Of er meer avontuurlijk gemusiceerd was als sommige betrokkenen niet ‘high as a motherfucker’ waren geweest, valt zoveel jaar later onmogelijk nog te bepalen.