menu

Neil Young with Crazy Horse - Odeon Budokan (2023)

mijn stem
4,38 (12)
12 stemmen

Canada / Verenigde Staten
Folk / Rock
Label: Reprise

  1. Neil Young - The Old Laughing Lady (5:55)
  2. Neil Young - After the Gold Rush (4:29)
  3. Neil Young - Too Far Gone (3:17)
  4. Neil Young - Old Man (3:48)
  5. Neil Young - Stringman (3:45)
  6. Don't Cry No Tears (3:12)
  7. Cowgirl in the Sand (4:56)
  8. Lotta Love (2:57)
  9. Drive Back (4:37)
  10. Cortez the Killer (7:04)
totale tijdsduur: 44:00
zoeken in:
avatar van harm1985
4,5
Zoals ik eerder al schreef bij Neil Young - Archives Vol. II: 1972 - 1976 (2020) - MusicMeter.nl

Alhoewel deze schijf chronologisch gezien past in het midden van Look Out For My Love, heeft Neil ervoor gekozen om Odeon/Budokan afsluiter van Vol. II te laten zijn. Het verbaasde me in eerste instantie dat er maar tien nummers op deze plaat staan, temeer omdat de bootleg DVD Yesteryear of the Horse er veertien bevat. Opvallend genoeg is de entry op de timeline op Neil’s site voor Odeon/Budokan nog niet verdwenen, Neil zelf gaf aan middels zijn Letters to the Editor dat er nog gewerkt wordt aan een film en een ‘extended’ edition van het album.

Sowieso was het wellicht wat opportuun om te verwachten dat deze schijf een heel concert zou bevatten, ten eerste omdat de concerten minimaal 90 minuten duurden en ten tweede omdat het in1976 in tegenstelling tot tegenwoordig niet ongewoon was om een live album tot één LP van ca. 40 minuten in te korten. Binnen Young’s eigen oeuvre zijn Live at the Fillmore East (alhoewel later uitgebracht) en Time Fades Away daar goede voorbeelden van. Maar ook The Who’s legendarische album Live at Leeds omvatte maar één LP. Bovendien staan er twee nummers van deze tour, Mellow My Mind en Midnight on the Bay op Look Out For My Love.

Het album is, vergelijkbaar met het semi-live album Rust Never Sleeps, opkenipt in twee delen; op vinyl was kant één akoestisch geweest en kant twee elektrisch. De naam van deze schijf, Odeon/Budokan, verraad ook al een klein beetje de volgorde waarop deze nummers worden gepresenteerd. De akoestische nummers zijn allen opgenomen op 31 maart 1976 in Hammersmith Odeon.

Voor Old Laughing Lady was het de eerste keer in ruim 6 jaar dat hij het weer eens speelde. Voor de gelegenheid heeft hij er een coda aan vastgeplakt, Guilty Train. Deze versie zou ook in het najaar gespeeld worden en in die hoedanigheid op Songs for Judy terechtkomen. Hoe dan ook, het is een ijzersterk gespeelde uitvoering van dit nummer, naar mijn mening beter dat de versie van Songs for Judy en de album versie. Aan het eind van het nummer hoor je het publiek diverse verzoekjes schreeuwen, waaronder Flying on the Ground (tot twee keer toe zelfs), Homefires en iemand die verzoekt of Neil ze kan vragen hun mond te houden. ‘You’ll have to elect a leader among you’, zegt hij alvorens hij After the Gold Rush inzet.

Nu heb ik Gold Rush al honderden keren gehoord, zowel live als de studioversie, waardoor je de nuances er zo uitpikt. Deze versie ligt dicht tegen de studioversie aan, de Franse hoorn is vervangen door harmonica (niet voor het laatst), maar de crux zit hem in het burned-out basement gedeelte, waar hij net even wat meer emotie in sommige zinsneden legt en de outro, een gevoelig stukje pianospel, waarbij hij het leitmotiv als basis heeft gebruikt.

Ook Too Far Gone verschilt niet veel van de live versie op Songs for Judy, en helaas ontbreekt net als op Songs for Judy de mandoline van Sampedro die de studio-versie wel had. Het nummer kan op waardering rekenen van het publiek, zeker bij zinsneden als ‘we had drugs and we had booze’. Al met al prima gespeeld, maar liever had ik No One Seems to Know gehoord. Ook hier horen we na afloop een verzoekje, I am a Child. Zou hij overigens geen gehoor aan geven. In plaats daarvan speelt hij Old Man.

Ook bij Old Man draait het om de nuances, het nummer wordt met net iets minder overgave gespeeld dan bijvoorbeeld op Live at Massey Hall, maar soms houdt hij een noot wat langer vast, zoals bij ‘you can tell that it’s true’, waardoor het net iets melancholischer wordt. Ook de emotie die hij in het laatste refrein legt is erg mooi. Het is natuurlijk best wrang, ruim 5 jaar eerder schreef hij dit nummer vlak voor hij Carrie zou ontmoeten, inmiddels was de relatie alweer twee jaar voorbij, waardoor het nummer weer 'klopt': 'live along in paradise'. De cirkel des levens.

Met Stringman sluiten we het akoestische deel van dit album af. De geluidskwaliteit is hier iets beter dan op Look Out for My Love, het toevoegen van de overdubs een dag na dit concert bracht wat ruis met zich mee. Ik kan niet genoeg de loftrompet blazen wat dit nummer betreft. Het is gewoon spot-on, qua zang, emotie, pianospel. Ook zonder de overdubs staat het nummer als een huis. Het publiek is muisstil tijdens de eerste uitvoering ooit van dit nummer.

Maar goed, een akoestisch Neil Young album uit 1976 hadden we natuurlijk al, en ondanks de twee ‘nieuwe’ nummers ten opzichte van die Songs For Judy; Old Man en Stringman horen we hier eindelijk voor het eerst op een officiële release hoe goed Crazy Horse anno 1976 klonk. We gaan het ook niet hebben over de outtakes, zoals Country Home, dat tot mijn grote spijt ontbreekt, ook al is het wat ‘losjes’ gespeeld op Yesteryear of the Horse, en Like a Hurricane, waarvan de live versie in Hammersmith Odeon uiteindelijk als bonus op de DVD-A van American Stars ’n Bars zou komen en zelfs met enige regelmaat op VH1 classic voorbij is gekomen. Neen, we moeten het doen met wat er is. En dat is verdomde goed.

Op Cowgirl in the Sand na, dat op 11 maart opgenomen is, zijn alle nummers afkomstig van het concert van 10 maart in de Nippon Budokan Hall in Tokyo. Toen Neil met Crazy Horse landde in Japan werden ontvangen door een zee van jongeren; het leek wel alsof we The Beatles waren, aldus de nieuwe gitarist van de band, Frank Sampedro. Eén van de concerten in Tokyo zou gefilmd worden voor een documentaire; hieraan wordt nog gewerkt, deze zou in 2021 uit moeten komen, maar ja, dat hebben we eerder gehoord.

Enfin, Sampedro had samen met Billy Talbot LSD genomen, zonder dat mede te delen aan de rest van de band. Tijdens Cowgirl in the Sand liepen ze naar de microfoon om hun harmoniezang te verzorgen en toen ze hun ogen open deden zagen reusachtige mandala’s uit hun achterhoofd komen; ze waren blijkbaar zo high dat ze hun hoofd niet eens rechtop konden houden. Neil merkte droogjes op: jongens, het is echt een psychedelische avond vandaag. Wist hij veel. De rest van de avond zou foutloos verlopen, althans in de ogen van Sampedro.

Het vertrek richting Europa ging niet zonder slag of stoot. Op het vliegveld ontstond een woordenwisseling tussen Young en een Japanse meneer die hem een pakketje probeerde te overhandigen. In een moment van helderheid realiseerde Sampedro zich dat het hun paspoorten en tickets waren. Nog steeds high als een konijn zien ze ineens mannen met machinegeweren staan, waarop Sampedro rechtsomkeert maakte, zo het vliegveld uit. Het kostte wat tijd om hem te overtuigen dat het cameramensen waren, die beelden aan het schieten waren voor de docu.

Eenmaal geland in Amsterdam werd er een flinke hoeveelheid has gescoord, die nog niet op pas tegen de tijd dat ze van Duitsland naar Frankrijk vlogen. Toen ze goed en wel aan boord zaten en ze dus dachten het spul succesvol door de douane te hebben gemokkeld, werden ze van boord gehaald, door bewakers, dit keer wél met geweren. Bleek dat ze alleen een handtekening wilden…

De Drive back die werd opgenomen op 10 Maart, had bijna al op Decade gestaan, evenals Pushed it Over the End van de CSNY 1974 tour. Op het laatste moment besliste Neil echter anders. We moesten het tot 2020 dus doen met de album versie, die op Zuma stond. Jammer, want deze Drive Back overtreft de studio versie ruimschoots. De manier waarom de drums erin komen na de eerste noten van Neil Young op gitaar is geweldig.

Dat de heren zeker niet nuchter op het podium stonden is te horen bij het intro van Don’t Cry No Tears, waar Neil na het gehuil van een hond na te hebben gedaan vraagt of er ‘hounds in the house’ zijn. Deze bewerking van I Wonder doet het ook live erg goed, de harmoniezang van Talbot, Sampedro en Molina is niet van het niveau CSN, maar werkt goed. Ook de groove die Molina en Talbot neerleggen is meer dan prima, vooral de funky bas van Talbot. Het nummer is net als de rest opvallend compact gespeeld (in tegenstelling tot concerten van recenter jaren), zo duurt ook Cowgirl in the Sand maar 4:55, nog niet de helft van de album versie. Kwaliteit over kwantiteit.

Lotta Love was in die tijd een Live Staple, ook op Live Rust én de concertfilm Rust Never Sleeps zou het nummer staan. Op het nummer is piano te horen, de credits op de info card geven echter aan dat zowel Young als Sampedro gitaar spelen. Dit lijkt een foutje, want op de beelden van het concert zit Poncho aan een keyboard. De gitaar die Young gebruikt is zijn witte Gretch, met een stereo pick-up, wat kan verklaren dat de gitaar ‘dubbel’ klinkt, op Live Rust gebruikt hij een akoestische gitaar. De harmoniezang is overigens van Talbot en Molina. Het blijft een A-typisch Crazy Horse nummer, wat maar eens aangeeft hoezeer de band in vorm was in deze tijd, ook al moest Young als gevolg van het wat beperktere gitaarspel van Sampedro wat meer ‘simpele’ nummers schrijven.

We sluiten Odeon/Budokan af met Cortez the Killer. Net als Cowgirl in the Sand korter dan de album versie, hetgeen zeer ongewoon is voor Young, al is het verschil hier slechts 30 seconden. Voornaamste verschil is het inkorten van het intro met ruim 1,5 minuut, wat hem de ruimte geeft om de solo in het midden van het nummer wat uit te breiden. Hier valt het snerpende gitaarspel op, hij soleert redelijk vrij. Dit is één van de vroegst bekende uitvoeringen van het nummer ooit, anno 2020 heeft hij het nummer zeker 542 keer gespeeld, dit is voor zover bekend pas de zesde keer. Het gepluk aan zijn gitaar op het einde zou hij later veel uitgebreider doen, onder andere op Live Rust. De harmoniezang is hier nog niet zo uitbundig als latere jaren, maar het door sommigen zo verfoeide ‘Inca-accent’ laat hij hier achterwege.

Ook al is het slechts een beknopte weergave van een live concert en is de akoestische kant, hoe goed ook (met name Old Laughing Lady en Stringman) een beetje dubbelop, de Crazy Horse nummers maken dit meer dan goed. Toch is het jammer dat we niet direct een uitgebreide versie krijgen met ook Like a Hurricane, Country Home en No One Seems to Know. Laten we hopen dat Neil de belofte van een concertfilm waar maakt. Al met al kom ik voor deze schijf uit op een 4,5*.

avatar van harm1985
4,5
Lang verwacht, toch gekomen, Odeon Budokan op vinyl. De extended versie zal er wel niet van komen, maar de film zal onderdeel uitmaken van Archives Vol. III net als een compilatie van de tour van het najaar van 76, een soort elektrische tegenhanger van Songs for Judy.

avatar van Twinpeaks
4,5
Toch ook maar op LP aangeschaft. Als losstaand album dan een beoordeling aan moeten geven terwijl ik hem al had meegenomen in de totaliteit van Archives II is een dingetje. Ik merk dat ik de archives box niet zo heel veel opzet , maar sinds binnenkomst van dit vinyl deze regelmatig op de draaitafel deponeer. Ja , blijft mooi deze . Ik begin op 4.5 sterren

Gast
geplaatst: vandaag om 19:55 uur

geplaatst: vandaag om 19:55 uur

Let op: In verband met copyright is het op MusicMeter.nl niet toegestaan om de inhoud van externe websites over te nemen, ook niet met bronvermelding. Je mag natuurlijk wel een link naar een externe pagina plaatsen, samen met je eigen beschrijving of eventueel de eerste alinea van de tekst. Je krijgt deze waarschuwing omdat het er op lijkt dat je een lange tekst hebt geplakt in je bericht.

* denotes required fields.

Let op! Je gebruikersnaam is voor iedereen zichtbaar, en kun je later niet meer aanpassen.

* denotes required fields.