Ik heb Axl Peleman als muzikant leren kennen toen hij nog in de groep Ashbury Faith zat. En daarna bij The Paranoiacs en Camden. Hij speelde nog hier en daar en zelfs als bassist bij de Kreuners. Het was dan ook een verrassing toen de zanger met zijn eerste album uitkwam en dan nog wel in het Antwerps. Het genre begon wel wat terug te komen. Voordien was het Antwerps vooral iets van volkse groepen als De Strangers of Katastroof. Kleinkunst was meer iets van de provincies buiten Antwerpen. Hier had je dan weer de rockgroepjes als dEUS waar Ashbury Faith en opvolgers mooi bij pasten. Met de komst van de Fixkes en andere jonge kleinkunstartiesten (soms via Nekka) in hun eigen taal begonnen te zongen, was het geen schande meer om in het dialect te zingen. Nu is dat sowieso geen schande, maar je komt er niet mee op de radio. Axl Peleman brengt met Dagget Wet een album uit dat recht in de lijn van zijn eigen genre licht. Iets tussen kleinkunst en de Nederrock van De Mens, Noordkaap en Gorki. Maar qua teksten veel persoonlijker. Niet ontoevallig zit Frank Vander Linden (De Mens) achter de productie. Axl Peleman speelt tal van instrumenten en heeft (buiten de cover van Doe Maar) alle nummers zelf geschreven. Dat maakt het natuurlijk veel echter en geloofwaardiger. Dat het geen eendagsvlieg zou zijn, blijkt al snel door de opvolger en de verdere richting die Peleman uitgegaan is met oa Volksliekes en kleine projecten als het zingen aan kampvuren bij jeugdbewegingen voor televisie.