Het meesterwerk van Jimi Hendrix, de plaat waarop hij zijn muzikale visie volledig heeft kunnen verwerkelijken alvorens verder te gaan richting... ja, wat? De jazz? Hoe dan ook, ik kan de hoge waardering wel begrijpen, maar er in mee gaan kan ik absoluut niet, want er staat voor mij teveel middelmatig werk op: Crosstown traffic, Long hot summer night, Come on – het zijn nog nèt geen opvullertjes, maar voor m'n plezier zet ik ze niet op, en Reddings stompzinnige Little miss Strange is echt te flauw voor woorden (inclusief het gitaarspel, het lijkt wel alsof Redding daar zelf de gitaarpartijen heeft ingespeeld). Pas op het einde van kant 2 komt het album op niveau, met de killer-riff van Gypsy eyes en het slepende maar interessante Burning of the midnight lamp (hoewel de sound van dat laatste nummer wat mij betreft te zompig is, zeker wanneer dat koor erbij komt).
Voor mij is het kant 3 die dit album echt speciaal maakt. Rainy day dream away begint een beetje gemaakt-relaxed maar komt na twee minuten in de juiste stemming en zet een minuut later nog even een "pratende" gitaar in als sfeervolle voorbereiding op het volgende nummer, en dat 1983... (a merman I should turn to be) is wat mij betreft samen met Voodoo child (slight return) het absolute hoogtepunt van het hele album. De rondcirkelende gitaren, de precieze drums en de vervormde stemmen passen perfect bij de half sprookjeachtige half apocalyptische tekst, en eens te meer verbaas ik me over Hendrix' onzekerheid over zijn eigen zangstem, want hij brengt hier perfect alle nuances over van iemand die ingetogen maar zelfverzekerd zijn plan ontvouwt. Daarna is het de beurt aan psychedelische geluidseffecten die gelukkig nèt niet te lang doorgaan, want na een kleine zes minuten is Hendrix' gitaar weer te horen tegen een voorzichtige achtergrond van een rustige ritmesectie, Chris Woods fluit en Hendrix' eigen feedback-effecten. Er is ruimte voor een bassolo, er volgt een laatste couplet, daarna nog wat geluidseffectjes die een heel eigen tracknummer hebben gekregen (althans volgens de meeste track-indelingen – zie verderop), en op het eerste nummer van kant 4 mag het feestje nog even doorgaan middels een lange jam van gitaar en orgel. Deze 22 minuten vormen voor mij het hart van het album en de voornaamste reden waarom ik het eigenlijk draai.
Nou, die vierde kant is natuurlijk ook niet slecht, met na de opener nog het marsritme en de furieuze gitaarsound van House burning down, daarna Hendrix' bejubelde cover van All along the watchtower (Dylan schijnt zelfs gezegd te hebben dat het nummer vanaf deze cover niet meer van hèm maar van Hendrix was) en tenslotte de verzengende afsluiter Voodoo child (slight return), dat ik persoonlijk oneindig veel liever hoor dan de ietwat melige jam op kant 1 waar maar geen einde aan lijkt te komen. En wat All along the watchtower betreft, dat zit bij de Favorieten vrij stevig in het zadel op de eerste plaats, maar ik moet bekennen dat ik Dylans oorspronkelijke akoestische versie toch prefereer, en voor een echt opwindende elektrische versie luister ik liever naar de briljante en zeer opzwepende uitvoering met The Band op Before the flood.
Op mijn CD (een remaster door Joe Gastwirt, zonder jaartal, met de bordeauxrode hoes met een bewerkte rood-oranje close-up van Hendrix' gezicht en geen blote dame in zicht) duurt 1983 5:43 en Moon turn the tides 8:53, dus niet respectievelijk 13:39 en 1:02 zoals op de tracklisting hierboven. Dat lijkt me ook een veel logischer opsplitsing omdat Hendrix vanaf dat 5:43-punt weer gitaar gaat spelen, maar volgens de Engelse wikipedia is die 13:39/1:02-indeling toch de juiste, althans volgens "the 1968 international Polydor Production album". Discogs geeft geen uitsluitsel wanneer je op de allereerste persingen zoekt; misschien dat iemand hier nog een origineel exemplaar uit 1968 heeft en daarbij de "tussengroeven" van kant 3 kan bekijken?