Op zijn website noemt John Norum zichzelf "
rock and blues guitarist". De blues zit er op zijn latere solowerk inderdaad sterker in, qua rock zit hij in de heavy hoek. Meestal zwaarder dan in moederschip Europe. Zijn stem heeft aan heesheid gewonnen, zijn gitaarwerk spettert onverminderd. Eén van de beste sologitaristen die er rondlopen, omdat hij ertoe in staat is daarmee een liedje in een liedje te construeren. Razendsnel snarenracen, maar opbouw en gevoel zijn altijd het belangrijkste.
Voices of Silences is een ijzersterke, hardrockende opener waar alles klopt: riffs, melodie, gitaarsolo en bovendien een fraai akoestisch slot. Het melancholieke
Sail On doet enigszins aan het werk van Whitesnake denken, maar hij werkt met een driemansband, met recht een powertrio.
Wel is hier en daar hulp ingeroepen, zoals toetsenist Mats Schubert in onder meer het titelnummer; diens bijdragen geven de muziek een extra laag.
Gone to Stay heeft tot dan toe de sterkste invloed vanuit de blues.
In
One by One met gastzanger Åge Nilsen lijkt Norum terug te blikken op de tijd met zijn echtgenote Michelle Meldrum, in 2008 overleden. Een dramatisch hoofdstuk, maar in de categorie shownieuws vertelt zijn website dat hij afgelopen februari na vele jaren samenzijn dan eindelijk met Camilla Wåhlander
trouwde.
Daarna volgt meer stevige blues-hardrock, enigszins vergelijkbaar met het werk van Stevie Ray Vaughan. Ik heb daar minder mee, maar met David Bowies
Lady Grinning Soul is het weer helemaal ráák.
Norma is dan weer voluit rockend met op zang Nilsen, bijgestaan door het Stockholm Philharmonica Orchestra. En wát een solo komt weer voorbij; zwijmel...
Dan is het beste van het album geweest, al is het vlotte
Terror over Me aardig. De ingetogen remake van zijn eigen
Face the Truth doet me niets. Al met al een prima album, verrassender dan de laatste van Robin McAuley die ik de afgelopen dagen om en om afwisselde met deze. Wel is de bluessaus bij Norum me soms iets te vet en massief.