Alsof je een tijdcapsule vindt, in 1983 verstopt. Dat is
The Complete Recordings 1981-1983 van Bible Black, een heavy rockgroep die nooit een platencontract wist te krijgen maar in twee jaar wél de nodige namen zou herbergen die voorheen of juist nadien naam maakten.
In de laatste categorie zitten de drie zangers die in deze groep uit Upstate New York (drie rijden van New York City, vermeldt de binnenhoes) actief waren. Eerst (track 1-3) Louis Marullo, die met het alter ego Eric Adams naam zou maken bij Manowar; dan (track 4-10) Jeff Fenholt, later bij Joshua; tenslotte Joe Belladini, later bij Anthrax bekend als Joey Belladonna.
De binnenhoes van de elpee vertelt het verhaal. In een notendop: dit in 2024 verschenen album is een verzameling van drie opgepoetste demo's. Op vinyl krijg je er bovendien een single bij (track 13 en 14) met nogmaals Fenholt bij de microfoon.
De harde kern werd gevormd door gitarist Andrew McDonald en twee voormalige leden van
Elf, de groep met Ronnie James Dio: bassist Craig Gruber en drummer Gary Driscoll, tevens te horen op de eerste elpee van Ritchie Blackmore's Rainbow. Aanvankelijk nog twijfelend over de koers (hardrock of metal, zo is op
Back to Back pianist Mickey Lee Soule te horen, eveneens ex-Elf), wordt vanaf de tweede demo, dus vanaf track 4, voor een steviger koers gekozen.
Gruber is getrouwd met de vermogende Jennifer Brooks - later het liefje van John Sykes - waardoor de groep in staat is om op te nemen met Kansas' producer Jeff Glixman en lokale optredens kan doen. Als dat huwelijk strandt, droogt de geldkraan op. Fenholt stapt op maar de drie achterblijvers proberen het het nog enige tijd met Joe Belladini.
Dan vertrekt ook Gruber - hij belandt in Engeland in de groep van Gary Moore - en de onbekende Joe Sopp wordt zijn vervanger. Met Belladini/Belladonna worden track 11 en 12 opgenomen. Helaas helaas, ook die demo brengt geen platencontract en McDonald gooit de handdoek in de ring. Bible Black wordt ontbonden.
Wat de binnenhoes niet vertelt is dat McDonald hierna het project
Thrasher deed en bij onder meer
Blue Cheer speelde; Driscoll werd in 1987 noodlottig vermoord.
De band wist dus geen platencontract te scoren, maar deze tijdcapsule is wel degelijk de moeite waard. Aanbevolen voor de liefhebbers van klassieke hardrock, new wave of British heavy metal én de Amerikaanse reactie daarop, U.S. metal. Pakkende hardrock/metal, door audiotechnicus Patrick W. Engel adequaat bijgewerkt in een frisse mix.
In de beschrijving van
namsaap hierboven kan ik me goed vinden, met als enige verschil dat bij track 1 en 2 versus 13 en 14 mijn voorkeur uitgaat naar Fenholt.
McDonald is een prima gitarist die zijn gitaar zowel kan laten racen als huilen: genieten! Cover
Paint It Black, oorspronkelijk van de Rolling Stones, is aangenaam verhardrockt.
De binnenhoes vermeldt ook de bio's van Gruber, McDonald, Driscoll en Fennholt, zoals destijds opgediend:
"an unstoppable quartet". Dat bleken slechts woorden, maar neem van mij aan dat deze tijdcapsule zijn geld waard is. Hij staat hier op vinyl in de sobere maar pakkende hoes.