Liam Gallagher was voor mij bij Oasis meer Rolling Stones, Noel Gallagher meer The Beatles. Ik blijf een zwak voor het sterk rockende Definitely Maybe houden en heb minder met het gepolijste (What’s the Story) Morning Glory? Oasis… Hoe vaak maakte Liam een vermoeide uitgebluste indruk, en wist hij desondanks verrassend goed op het juiste moment die overtuiging over te brengen. Elke volgende plaat heeft zijn charmes en momenten, toch was die chemie van vooral het debuut al snel verdwenen. Zelfs op (What’s the Story) Morning Glory? werd de rol van Liam steeds kleiner, de breuk was slechts een kwestie van tijd. Eerst worden vakkundig de overige bandleden uit Oasis geschopt, totdat de egocentrisch ingestelde broertjes tot de conclusie komen dat het hoofdprobleem toch echt bij hunzelf ligt. Het verhaal stopte al dertien jaar geleden, en stel dat Oasis ooit een doorstart zal maken, die ochtendglorie zal echt nooit meer aan de horizon verschijnen.
Liam Gallagher revancheerde zich sterk met het sterke Beady Eye Different Gear, Still Speeding debuut, verdwaalde in de BE psychedelica, kreeg een herkansing met zijn eerste soloplaat As You Were, en kwam tot bloei op Why Me? Why Not. Zijn stem heeft een gehavend kortademig randje gekregen, de pure kwetsbaarheid staat op de voorgrond. Het is hem vergeven, dit is ook rock and roll. Op C’Mon You Know hoor je een krachtige Liam Gallagher, die ook die zeurderige bijtende sneer grotendeels heeft afgezworen. Is C’Mon You Know hierdoor ook een betere plaat geworden? Het is in ieder geval een totaal andere plaat geworden. Hij heeft de schijn mee dat de Knebworth documentaire een groot succes was, en dat hij rond de releasedatum twee keer op het memorabele festivalterrein optreedt. Men wil toch een stukje popgeschiedenis herbeleven, en het valt mooi samen. Zoals Liam Gallagher het stiekem terecht opmerkt, Oasis is de laatste echte rockband die echt weet te scoren.
Liam Gallagher heeft niet het schrijverstalent van zijn broer, en sprokkelt zijn ideeën armoedig bij elkaar, maar weet dit wel in fraaie songs om te smeden. Leentjebuur spelen bij Rolling Stones, More Power maakt gebruik van een You Can’t Always Get What You Want kinderkoortje. Beter goed gejat dan slecht verzonnen toch? Hij haakt op de soulrock feeling van bands als Primal Scream en Spiritualized in, zoekende naar kracht en evenwicht. Diamond in the Dark is net zo sexy als het betere donkerrode Arctic Monkeys nachtclub werk waar hij de bevriezende synthpop kilte uit de jaren tachtig bij inmengt. En hoor je daar in World’s in Need de oosterse mystiek van Led Zeppelins Kashmir terug? Dave Grohl verleent zijn schrijf- en drumtalent uit aan het stevig rockende Everything’s Electric. Het is bizar om te weten de dreigende ondergang van zijn Nirvana maatje Kurt Cobain ooit het basismaatwerk voor Live Forever vormde.
It Was Not Meant to Be en Better Days hebben praktisch hetzelfde akkoordenschema en samplergebruik van The Chemical Brothers Let Forever Be klassieker waarop Noel Gallagher een gastrol vervult. Beiden tot Tomorrow Never Knows van The Beatles te herleiden. Uiteraard deelt Liam hier knock-out naar zijn oudere broer uit, door simpelweg dezelfde basis te hergebruiken. Heeft hij dit nodig? Zeker niet, maar het geeft wel aan dat die broederliefde zich nog steeds diepgevroren in de ijskast bevindt. Op de ballad Too Good for Giving Up, met prachtig pianospel van Christian Madden, zal Noel waarschijnlijk ook stinkend jaloers zijn, een song welke stijl technisch precies in zijn straatje past. Het profetische gure Moscow Rules, de juiste song op het juiste moment. De dreigende Koude Oorlog 2.0 heeft nog net niet het brekende vriespunt bereikt, maar hangt wel al in de verstikkende ijle lucht. Liam Gallagher als zelfovertuigende wereldverbeteraar, die de nietsvermoedende kinderen in Oh Sweet Children toespreekt.
Don’t Go Halfway overdonderd als een dreigende Madchester zandstorm, een kamikazevlucht, een roadtrip zonder rem. Het psychedelische C’Mon You Know titelstuk heeft wat opstartproblemen, vervolgens haalt hij alle epische U2 All I Want Is You orkestverwijzingen uit de trukendoos en zweeft vervolgens heerlijk twinkelend de horizon tegemoet. Met de dubreggaetrack I’m Free sluit hij zijn paranoïde cocaïne verslaving af. Better Days, afgekickt, clean, herboren en een vuilniszak aan meeslepende ervaringen rijker. De gehate Damon Albarn connectie heeft hier de overhand, want is I’m Free niet bijna een identieke The Good, the Bad & the Queen song?
Ik heb wat moeite met bonustracks, zeker als er op het schijfje meer dan genoeg ruimte is. Vooruit het handje klappende The Joker gospel en het ruig funkende Wave zijn aangename aanvullingen. Ondanks dat C’Mon You Know een prima plaat is, staan er niet echte memorabele songs op, en zal het toestormende publiek weer om de Oasis klassiekers blijven schreeuwen. Liam Gallagher maakt zichtbaar schaamteloos gebruik van een lost British Songbook en schakelt een dorp aan gastmuzikanten in om C’Mon You Know te construeren. Alleen hij durft dat en komt er mee weg, een andere zanger zal dat risico niet nemen.
Liam Gallagher - C'Mon You Know | Rock | Written in Music - writteninmusic.com