Met 'Paint This Town' van Old Crow Medicine Show kom je in een heuse revival van alt-country terecht. Robuuste extraverte americana vol geestdrift en hectiek. Countryzang, banjo, harmonica, strijkers en drums, ja, The Old Crows zijn zuiderse mannen met karakter die duidelijk hun stiel kennen.
Ze doen nu wel swingend en opgewekt, maar misschien is het ook wel om de pijn van de ziel van frontmant-songschrijver Ketch Secor en bij uitbreiding die van ons te verzachten. Want op dit album zijn, naast de liefde, politieke stellingnames à la Springsteen en donkere gedachten allerhande absoluut niet veraf. Zie het als een plaat voor veler gebruik, je kan er zwetend op uit de bol gaan, rondspringen en dansen, maar tegelijk zit er voor het huidige gepolariseerde Amerika, met zijn brede sociale en raciale kloofgebieden, best genoeg in om even over te bezinnen. Of zoals ze het dan zelf zeggen, 'eerst proberen we, als op straat, wat van je dolllars in onze gitaarkoffer te krijgen, eens we je aandacht hebben zullen we over milieu, oversterfte door verslaving en alle moeilijke dingen in de wereld zingen, met het dansje erbij.'
Het begint al met het aanstekelijke 'Paint This Town', anthemische lofzang bijna over verveling bij het opgroeien in vergeten elementaire plaatsjes in de Amerikaanse middle of nowhere, stoemelingse ruigheid à la John Mellencamp, geestesgenoot van Springsteen. In de luchtige rockabilly-bluegrasser 'Bombs Away' diept Secor een groot lied over relatiebreuk en scheiding op, niettemin: luid en op speed. 'Gloryland', koortsdromen over een wereld waarin alles vierkant draait, aantrekkelijke deuntjes trekken je nauwer bij de les. De boogieër 'Lord Willing and the Creek Don't Rise', met stevige pianopartij, een ouderwetse ravotter voor de feestvarkens. 'Honey Chile', fraaie vioolballade over liefdesverdriet. 'Reasons to Run', over de existentiële vermoeidheid van de eenzame lonesome cowboy. De pijlsnelle bluegrass en rock&roll van 'Painkiller' dan weer, over de ontberingen in Amerkaanse steden veroorzaakt door drugsverslaving. 'Used to Be a Mountain', over klimaatverandering.
Als een oude dronkemansdans is 'Deford Rides Again' een energieboost aangeblazen vanop de mondharmonica. Tribute voor de talentvolle zwarte harmonicaspeler DeFord Bailey uit de twenties van de vorige eeuw, die door puur racisme toch uit Nashville geweerd werd. Het tragere 'New Mississippi Flag' is een bezinnende pianoballade voor de staat Mississippi, vanuit een 'ze hebben toch ook veel om trots op te zijn'-perspectief, in de deprimerende achtergrond van de BLM- beweging en het Trumpisme. 'John Brown's Dream' gaat over John Brown, slavernijbestrijder, geëxecuteerd omwille van z'n aanval in 1859 op een wapenarsenaal.
'Hillbilly Boy' is tenslotte de in vreugde afsluitende meezinger.
Dit is een album vol drumbeat en harmonieën, blijkbaar met ontzettend veel plezier en energie gemaakt, dermate dat je zelf met evenveel genoegen meehost in de maalstroom. Dit is volksmuziek in een aangepast jasje, met een diepe bodem, voor al wie leeft in de 21ste eeuw.