Tijdens het grasduinen door het werk van Coltrane vind ik het vaak moeilijk om zijn oudere werk (eigenlijk alles voor 'Giant Steps') voldoende aandacht te geven. Het is technisch allemaal prima, maar met al die briljante, grensverleggende platen die de man in zijn latere leven heeft gemaakt, steekt zijn vroege werk daar bijna automatisch bleekjes bij af. Het mag dan een compliment aan Dameron zijn, dat deze plaat daar een uitzondering op vormt.
Want dit is natuurlijk gewoon een plaat van Dameron. De enige reden dat Coltrane op de hoes vermeld staat, is dat Dameron, die net als Coltrane te vroeg is gestorven, in tegenstelling tot Coltrane bijna vergeten is buiten een select clubje liefhebbers. Niet helemaal terecht, want de man heeft schitterend muziek gemaakt. Romantisch, licht nostalgisch, en tot in de puntjes gestileerd. Op papier niet per se een logische match met ultieme chaoot/ regelbreker Coltrane, ware het niet dat je duidelijk hoort dat de saxofonist zijn bandleider hier niet alleen begrijpt, maar ook de ruimte krijgt op er zijn eigen draai aan te geven. Meer nog dan bij Miles Davis, eigenlijk.
Laten we ook de drummer niet vergeten: 'Philly' Joe Jones klinkt alsof het allemaal belachelijk makkelijk is, maar legt een perfecte groove onder de soms toch verraderlijk lastige composities, en bewijst maar weer eens een van de beste drummers van zijn tijd te zijn geweest. Bijzonder lekker album.