Het is alweer 7 jaar geleden dat The Tea Party ons enigszins veraste met The Ocean at the End, een redelijke plaat maar zeker niet beter als het voorgaande materiaal van de band. Ik ben zanger Jeff Martin altijd wel blijven volgen. De muziek waarbij de heren altijd op een fraaie manier Oosterse instrumenten in hun stuwende rockmuziek wisten te verwerken heeft mij altijd wel geïntrigeerd. Dat men flink leentjebuur speelde bij bands als The Doors en Zeppelin heeft mij dan ook nooit geërgerd. Nu komen de mannen met Blood Moon Rising, een album met fraai artwork, daar hebben de heren ook altijd goed oog voor gehad. Dan de plaat, het eerste wat opvalt; het songmateriaal is overwegend toegankelijk van aard, hoewel dat niet gek is met het verstrijken der jaren. Dan het album;
Black River kent de typische Tea Party signatuur, een dwingende ritmesectie, de diepe vocalen van Martin en overtuigt.
Way Way Down gaat op dezelfde voet verder, wat met name opvalt; de compactheid van de song, net als zijn voorganger gaan de mannen recht op hun doel af. Swingende Rhythm & blues waarbij flink geput wordt uit de rockmuziek van de jaren 70. Een degelijk nummer.
Dan Sunshower een wat stemmiger nummer, rustiger en semi-akoestisch. Een fraaie track, waarbij de mannen wat mij betreft wel wat meer aandacht hadden mogen besteden aan het refrein, de eenvormigheid hiervan contrasteert enigszins met de coupletten.
De eerste tonen van So Careless hadden zo uit de beginjaren van U2 kunnen komen, maar dat is van korte duur, een catchy song, toegankelijker dan dit heb ik de band eigenlijk niet eerder gehoord. De mannen komen er echter mee weg.
Our Love gaat door op de toegankelijke weg, de vocalen van Martin klinken afgemeten en staan volledig in dienst van het nummer. Het breed uitwaaierende refrein pakt mij niet volledig in. Het is mij net wat te glad, en dat is jammer.
Een van de beste nummers van de plaat is Hole In My Heart , wederom stuwend, het typische ritmewerk overtuigt, prima zanglijnen, echter zonde van de vervormde vocalen van Martin in de refreinen. Echt iets voor de jaren 90 maar niet meer anno 2021.
Shelter is fraai gearrangeerd maar mist ook wat richting. Een track die voor mijn gevoel onvoldoende is uitgewerkt. De arrangementen en gitaarsolo's maken echter veel goed.
De volgende titel; Summertime is wederom enorm pakkend, waarbij met name de simpele lyrics over zomerse taferelen uit het verleden opvallen. Het is niet erg maar dergelijke teksten zouden in het verleden nooit de plaat hebben gehaald. Het is overigens wel een catchy song die je direct inpakt.
De cover van Zep's Out on the Tiles is overbodig, dit voegt niets toe
The Beautiful is aardig en lijkt veel op een solotrack op een van de platen van Martin hoewel ik niet op het nummer kan komen. Echter geen topnummer.
Dan zijn we aanbeland bij de laatste titel van de schijf; Blood Moon Rising, akoestisch van aard, midtempo, fraaie vocalen, een lichte country touch, wat echter niet misstaat.
Daarmee zijn we aanbeland bij het einde van de plaat. Als liefhebber van The Tea Party moet je je verwachtingen wat aanpassen aan het gebodene. Liefhebbers van het harde Transmission zullen hier meer moeite voor moeten doen. Ben je op zoek naar Oosterse muzikale arrangementen kom je ook bedrogen uit. Blood Moon Rising vormt de meest toegankelijke schijf in het oeuvre van de band, bij vlagen lijkt het wel of de mannen songs hebben geschreven die gericht zijn op een groter publiek en dat mag.
Ik vermaak mij prima met deze worp, hoewel ik de alternatieve invalshoek en de Oriëntaalse invloeden mis. Geef je daar niet zo om, en hou je van compacte rocksongs, flink beïnvloedt door de jaren 70, dan heb je met Blood Moon Rising een heel aardige plaat in handen.