Eigenlijk heel simpel: diverse fraaie popliedjes, gezongen met een innemende stem en geproduceerd zonder naar modieuze synthesizers, ritmeboxjes of hiphop-beats te grijpen, en met bovendien als belangrijkste ingrediënt die twee stemmen die zo wonderwel bij elkaar passen en waarvan de samenzang mij de hele plaat lang geboeid houdt. Hoe zou het zijn geweest toen ze voor het eerst bij elkaar gingen zitten? "Zullen we eens kijken hoe het samen klinkt? Eh... hoor je dat? Wat is dit? Hoe kan dit?" Mirjam Timmer lijkt eigenlijk in haar eentje de band te zijn (10 van de 11 nummers geschreven, waarvan 8 in haar eentje, en op 10 nummers leadzang), maar Johan van der Veen lijkt wel gebóren om die tweede stem te brengen, en dat is een niet te onderschatten bijdrage aan deze plaat.
Minpuntjes zijn dat er weliswaar geen hippe produktionele trucjes worden ingezet maar dat er wèl steeds erg gauw een beroep op wollige strijkers wordt gedaan, en dat wat mij betreft de beste nummers helemaal aan het begin staan (1, 2 en vooral 4 volgens bovenstaande tracklisting – op Spotify is de volgorde veranderd in 2 tot en met 11 gevolgd door 1, daar is Standing still dus van het begin naar het einde van de tracklisting geschoven). Gelukkig zakken de nummers nergens door een ondergrens en blijft het niveau eigenlijk de hele plaat lang hoog. Na vele jaren nog niet op uitgekeken en –geluisterd, een mooie popplaat dus.
(Als ik overigens het hoesje zie denk ik altijd éven naar Rachel McAdams in een T-shirt van de Free Record Shop te kijken.)