De aanloop naar deze reünie volgde ik op de voet. Doogie White, van de laatste incarnatie van Rainbow (1995), was de ideale zanger geweest om de verschillende periodes van de groep te overbruggen. Ritchie Blackmore koos echter voor andere muzikanten plus een dameskoortje, waarin ook zijn eega Candice Night. Van de nieuwe namen kende ik alleen klasbak Jens Johansson van respectievelijk Silver Mountain en Yngwie Malmsteen's Rising Force.
De dag na hun eerste optreden verschenen de eerste beelden op YouTube. Ik fronste de wenkbrauwen: een bedaarde hippiebassist in een harembroek en een drummer met een klein drumstel en een hanenkam? Dat was andere koek dan hun voorgangers!
Was Ronnie Romero inderdaad de wereldzanger, zoals bandleider Blackmore hem had gepresenteerd? Ik bleek allergisch voor zijn scherp-rauwe stem en vooral zijn geknepen stembanden. Blackmore zelf speelde stram, duidelijk ouder geworden. Ik kon hier niet naar kijken zonder dit Rainbow te vergelijken met de legendarische versies van de jaren '70 en '80, maar ook die kortstondige fase in 1995 was stukken overtuigender.
Bijna negen jaar later valt het me eigenlijk mee, al is de som der delen veel te mager. Drummer David Keith bijvoorbeeld is gewoon góed en dat hij een t-shirt van Depeche Mode draagt (album
101) is een leuk detail. Belangrijker is de muziek.
Grootste bezwaar, hierboven reeds door
Sir Spamalot opgemerkt, is dat de groep niet goed ingespeeld lijkt. Het is te vaak te aarzelend, zeker rond het in- en uittro van een nummer. Tweede minpunt is dat energie en dynamiek hier en daar node worden gemist. Ik noem als voorbeelden
Since You Been Gone (te langzaam) en
Stargazer (mislukte climax).
Derde manco is dat Blackmore door artritis de dynamiek in zijn spel ontbeert, met de flauwe solo in
Stargazer als meest schrijnende voorbeeld. Ten slotte is jammer dat niet één nummer van album
Stranger in Us All langskomt; daar had wel een Purple-meezingnummer (
Black Night,
Smoke on the Water) kunnen worden ingekort of weggelaten.
Romero is, ondanks sympathieke uitingen over zijn overleden voorganger Ronnie James Dio tijdens
Man on the Silver Mountain, niet de man om diens kwaliteit ook maar te benaderen. Ook zijn vlakke vertolking van
Mistreated is kenmerkend, waar ik met heimwee terugdenk aan wat Coverdale en Dio hier deden. Hij mist simpelweg talent, zowel qua stembanden als emotie.
Wél positief ben ik over de toetsenpartijen van Johansson, die op het niveau van van eerdere klavierenmannen in de entourage van Blackmore musiceert: Jon Lord, Tony Carey, David Stone, Don Airey en David Rosenthal.
Een laatste reeks optredens onder de vlag van Rainbow had een uitroepteken verdiend, niet een een kaarsje dat op z'n best wat flakkert. Het publiek had zicht- en hoorbaar een leuk avondje uit - gelijk hadden ze! - voor thuis kan men beter één van de vele eerdere livealbums van de groep kopen.
Wie het met mij oneens is, kan bovendien de alternatieve concerten van deze regenboog aanschaffen:
Live in Birmingham 2016 en
Memories in Rock II.
Met
het recente nieuws over Blackmores hartaanval wilde ik dat ik milder was. Toch is mijn conclusie dat Blackmore een reünie als deze eerder had moeten doen, toen hij nog meer dynamiek in zijn spel kon leggen. Daarbij vrees ik dat het nog veel erger kan: later dit jaar volgt een reünie van Black Sabbath, waar de zanger noodlottig genoeg weinig meer schijnt te kunnen... Hopelijk krijg ik daarin ongelijk.