Ik zal hieronder de recensie van DJ Broadcast eens plakken; die maakte mij nog enthousiaster. Inmiddels ben ik aan het luisteren en het klinkt echt ontzettend mooi!
Wonderkind. Dat is toch het minste dat gezegd kan worden van Anders Trentemøller. Met een bescheiden palmares aan eigen producties en een overvloed aan remixes (zo'n 20 per jaar) heeft deze jonge Deense producer in een kleine drie jaar tijd het hart gestolen van de doorwinterde dansliefhebber. Ik herinner me nog goed de euforie - en die van mijn vrienden op de dansvloer - die bezit nam van ziel en lichaam toen de naald het vinyl raakte van zijn eerste internationale release Le Champagne (op het Naked label). Opgewonden kreetjes, vlinders in de buik, perfecte opbouw, vibe, sfeer en een genadeloze productie. Metaforen schieten tekort. Hier was iets bijzonders aan de hand. De minuscule kleine bleepjes, de forse bassline, de melodieuse overgangen. Bijna onwerelds mooi.
Sindsdien heeft Trentemøller een geleidelijke ontwikkeling doorgemaakt van four to the floor beats naar haast esoterische soundscapes. De drang om zich te profileren als artiest in plaats van als house remixer of dj heeft met de jaren de overhand gekregen. Zijn sound en productie blijven groots, beats worden langzaam vervangen door stilte. Een proces van volwassenheid dat zich in volle glorie openbaart op zijn eerste album. Durf en visie zijn hier de sleutelwoorden.
Met een haast onorthodox arsenaal aan instrumenten is Trentemøller aan de slag gegaan voor The Last Resort. Akoestische drums, celeste, glockenspiel, surf gitaren of melodica zijn geen alledaagse ingrediënten op een hedendaagse dansplaat. Opnames maken in donkere studio's van de nationale radio staan in scherp contrast met een zonovergoten studio op bijvoorbeeld Ibiza. Hier is niet gekozen voor makkelijke deuntjes of radio hits, hier overheerst de drang naar het gecontroleerde experiment. Vergeet dus alles wat je weet over Trentemøller en luister met frisse oren naar The Last Resort.
Take Me Into Your Skin start onschuldig met een zweverige sequence, maar muteert al snel via een klassiek middenstuk en een hypnotische gitaar riff naar een Robert Fripp-achtige climax. Het lijken wel drie nummers in één, geen kop of staart maar een woestijn aan sfeer. Als smaakmaker is met deze opener gelijk de toon van het hele album ferm neergezet. Vamp klampt zich vast aan een Cure baslijn (we mochten al eerder in Trentemøller's werk samples van Robert Smith ontwaren), bijt zich hardnekkig in de groove en is een eerste melding van minimal meets blues. De wave-invloeden gaan gestaag verder op Evil Dub en Nightwalker, waar een vervormde bass- en drum onderlaag door een soort Adrian Sherwood dub-mangel worden gehaald en gladgestreken. Scherp tot op het bot, elke delay met gevoel tot in de perfectie afgesteld.
Van een hoog soundtrack gehalte zijn Like Two Strangers, The Very Last Resort en Miss You. Zweverig, zonder steunpunten, hangend in een oneindige ruimte. De verleiding is hier groot om naar de massageolie te grijpen. Iets meer pit en structuur ontwaren we bij Chameleon en Into The Trees. Kleine vulkaanopwellingen van acid en breekbare drumpatronen komen aan de oppervlakte drijven en deinen dan langzaam weer weg naar de achtergrond. Het grootste wapen hier zijn weer eens Trentemøller's productionele kwaliteiten. Van een zuiverheid en precisie die telkenmale op een verfrissende manier de hersenen weet te prikkelen. En voor diegene die toch nog graag de dansvloer op wil is er een bonus cd (11 tracks) bijgevoegd met een overzicht van zijn solowerk en de remixes die Trentemøller verrichte voor Audiomatique en Poker Flat. Inclusief de geweldige remix van Always Something Better.
The Last Resort is geen makkelijk plaat. De aandacht van de luisteraar wordt hier constant op de proef gesteld. Fragmenten van Paris Texas, David Lynch, EG Music, Nick Cave, Tangerine Dream, Music For Airports, Pink Floyd, Krautrock, Soft Machine - kortom, de progressieve, experimentele kant van de jaren zeventig - spoken door mijn hoofd na het beluisteren van het album. Ik ontkom bij deze bespreking niet aan het overdadig gebruik van superlatieven. Trentemøller gebruikt als jong muzikant een ongewoon breed palet aan invloeden en bronmateriaal. Op The Last Resort zijn de traditionele bleepjes en blipjes intact gebleven. Alleen staan ze nu, soms eenzaam, in een woestenij van reverbs en effecten. Trentemøller beoefent hier niet enkel de kunst van het song writing maar ook van sound writing. Een nieuwe standaard is gezet. Minimal wordt ambient en daar worden mijn oren alleen maar blij van.