Het eerste nummer begint nog zó sprookjesachtig dat je zou kunnen denken in een soort New Age-
Faerieland verzeild te zijn geraakt, maar wanneer in het tweede nummer een brutale blazer zijn opwachting maakt zit je plotseling in Gentle Giant-territorium, en verderop zijn er voorzichtige echo's van Camel en Genesis, met een mooi warm geluid van de keyboards waardoor de sound nauwelijks achterhaald klinkt. Kortom, typisch Engelse progrock van hoog niveau – afgezien van het feit dat deze band opgericht werd in Harrisonburg, Virginia. De tweede helft van het album leunt wat meer tegen de jazzrock aan, met in
Carousel,
Knee bitten nymphs in Limbo en
Hidden moods helaas af en toe een synthesizergeluid dat ik met Chick Corea associeer en dat enigszins gedateerd aandoet, en de stem die op twee nummers opduikt past misschien niet helemaal bij de muziek (ongewild zie ik er de grijns van Zappa bij, tevens ongewenst), maar de instrumentale passages zijn bijna zonder uitzondering om je vingers bij af te likken, en aangezien we dan praten over ongeveer 90% van de plaat kom ik toch uit op een behoorlijk hoge score voor een bijzonder aangename ontdekking, met dank aan
Aproxis.