Het was van voor de tijd van deze blog, maar in 2014 was Southsiders van alternative hiphop-grootmeesters Atmosphere mijn plaat van het jaar. Vroeger dan verwacht kunnen we nu al opvolger Fishing Blues aan onze haak slaan. Zo’n early release is langs de ene kant natuurlijk super leuk, want fuck yeah Atmosphere, maar tegelijkertijd is het moeilijk om niet op zijn minst een heel klein beetje bang te zijn voor een teleurstelling. Is Fishing Blues een mooi afgewerkt product, of waren rapper Slug en producer Ant vrouwen en kinderen plots zodanig beu dat elk excuus goed was om weer voor een paar maanden op zwier te gaan?
Atmosphere is een geval apart binnen de hiphop, al sinds het verschijnen van debuut Overcast! (1997), en zeker vanaf het ironisch getitelde You Can’t Imagine How Much Fun We’re Having (2005). Slug is al een bijna obsceen goede rapper - type rauwe, eerlijke, pissige straatdichter met kater - en in combinatie met de super inventieve Ant (zijn devies: ‘alles kan een goede beat worden’) is het feestje compleet. Bij wijze van spreken dan, want Slugs vaak prachtige teksten hebben alcoholisme, verscheurde familiebanden en vertrokken liefjes als vaakst terugkerende onderwerpen.
Aan die succesformule is opnieuw niet echt gesleuteld op Fishing Blues. Het grootste verschil is dat Slug zijn ding niet altijd meer alleen doet, maar op sommige nummers ook een gastvocalist verwelkomt. Dat pakt bijna altijd wel goed uit (vooral DOOM en I.B.E. zijn vermakelijk) zonder dat je je moet beginnen afvragen waarom Atmosphere dit niet al eerder gedaan heeft. De prijs voor mooiste guest vocal gaat overigens naar de volslagen onbekende Kim Manning, die op Won’t Look Back het refrein verzorgt met de stijl en klasse van een jonge Erykah Badu of Lauryn Hill. Hoogtepunt van de plaat.
Verdere prachtnummers zijn onder andere opener Like A Fire, Ringo (de vooruitgestuurde single), Pure Evil, Perfect en No Biggie. Slug is als tekstschrijver dan wel wat gekalmeerd in vergelijking met tien jaar geleden, hij komt nog altijd met goede vondsten (“You gotta grow more toes if you wanna fill these shoes […] You wanna wake up the world but there's a button for snooze” klinkt het bijvoorbeeld in Perfect) en ook technisch kan hij nog steeds goed mee, zoals we van hem gewend zijn. En ook Ant doet opnieuw zijn ding, en dat doet ie opnieuw goed.
Maar da’s ook een beetje de reden waarom Fishing Blues toch een stap terug lijkt na albums als Southsiders en When Life Gives You Lemons, You Paint That Shit Gold (2008). Op Fishing Blues krijg ik voor het eerst de indruk dat Slug en Ant na bijna twintig jaar op dat punt in hun carrière zijn beland waarop aan kwaliteit dan wel nog niet is ingeboet, maar de magie gewoon niet altijd meer vanzelf komt. Koppel dit aan de inclusie van één of twee vervelende nummers zoals Next To You (ik snap de insteek, maar toch liever poëtisch en subtiel dan direct en plat) en mijn eindconclusie is dit: Fishing Blues is een sterk album waar sommige groepen een moord voor zouden doen, maar in het grote en Jerom van Suske en Wiske-sterke Atmosphere-oeuvre niet één van de prijsbeesten. Er valt zeker genoeg te genieten op deze plaat, maar is dit je eerste Atmosphere-album, dan moet het beste nog komen.
(Dit bericht komt van mijn muziekblog
The Irresistibles. Het is zeker niet de bedoeling dat al mijn blogposts op musicmeter terechtkomen, dus wie benieuwd is naar meer mag altijd de
facebook-pagina liken. Bedankt!)