Met: Miles Davis (trompet); Wayne Shorter (tenorsax, sopraansax); Chick Corea (elektrische piano); Dave Holland (elektrische en akoestische bas); Jack DeJohnette (drums)
Niet te verwarren met de liveplaat
At Fillmore (1970), opgenomen in juni van hetzelfde jaar in dezelfde concertzaal, waarin Keith Jarrett tweede toetsenist is geworden en hij en Corea elkaar proberen af te troeven in onbeluisterbare piep-kraak-tuut aandachttrekkerij. Een paar maanden eerder speelde Davis ook al in de Fillmore West (Los Angeles) en die kwam dan weer uit als
Black Beauty (1973).
Deze bleef tot 2001 op de plank liggen maar dateert van een aantal weken eerder, met Wayne Shorter nog in de gelederen: het was zelfs zijn laatste concert met Miles Davis. Zijn aanwezigheid maakt alle verschil, hij staat hier echt als een beest te spelen, wild en vrij maar toch dienstbaar. Zelfs Corea klinkt beter op de momenten dat Shorter soleert, al moet ik bij het toetsenwerk van eerstgenoemde in de Davis-band nog wel af en toe denken aan iemand die zijn medicijnen niet op tijd heeft ingenomen.
De muziek is bijtend en avontuurlijk, de opnamekwaliteit is meer dan aardig, al met al zeker de moeite waard om te horen zelfs als je het uitbrengen van nieuwe concerten van dode muzikanten geldklopperij vindt. Bizar ook om te beseffen dat Neil Young op hetzelfde podium die avond de opnames maakte voor zijn redelijk legendarische
optreden met de klassieke Crazy Horse-opstelling. Wilde tijden!