Mijn tweede Carter/ Bradford, en wederom geen gemakkelijke plaat. Jazz voor gevorderden, zou je bijna zeggen, maar dat klinkt altijd zo aanmatigend (alsof je een cursus gedaan zou moeten hebben om iets van waarde te kunnen ontdekken in deze muziek). Laten we het erop houden dat deze bij mij best lang in de playlist is blijven hangen, ook omdat ik niet elke dag zin of aandacht had om me hierin te laten onderdompelen.
Met geen pianist, maar wel twee bassisten, is de ritmesectie er percussief en vrij hectisch, waar ik me, in combinatie met de vrije, meanderende opzet van de nummers, soms wat verloren bij voel. Zoals
Soledad in het bericht hierboven zegt, het is een plaat die wat aandacht vraagt. Aandacht eist, zelfs, want als achtergrondmuziek klinkt het inderdaad bijna als oeverloos gepriegel.
De sfeer die de muziek oproept, en de bijna verhalende blaaspartijen van de twee bandleiders, zijn dan wel weer echt totaal uniek. Inmiddels heb ik er vaak genoeg met plezier naar geluisterd om een voorzichtige vier sterren uit te delen. Meer nog dan dat ik verwacht dat die waardering in de toekomst nog zal stijgen of dalen, heb ik het gevoel dat dit zo'n plaat is waarbij elk oordeel in sterren eigenlijk tekortschiet om de luisterervaring te beschrijven (ja, dat is nogal een open deur, sorry).