menu

Jethro Tull - Aqualung (1971)

mijn stem
4,01 (486)
486 stemmen

Verenigd Koninkrijk
Rock
Label: Chrysalis

  1. Aqualung (6:37)
  2. Cross-Eyed Mary (4:07)
  3. Cheap Day Return (1:18)
  4. Mother Goose (3:50)
  5. Wond'ring Aloud (1:52)
  6. Up to Me (3:14)
  7. My God (7:11)
  8. Hymn 43 (3:15)
  9. Slipstream (1:08)
  10. Locomotive Breath (4:38)
  11. Wind-Up (5:59)
  12. Lick Your Fingers Clean * (2:45)
  13. Just Trying to Be * (1:37)
  14. My God [Early Version] [Previously Unreleased] * (9:10)
  15. Wond'ring Aloud (13th December 1970) [Previously Unreleased] * (1:48)
  16. Wind-Up [Early Version] * (5:18)
  17. Slipstream [Version 2] [Previously Unreleased] * (0:52)
  18. Up the 'Pool [Early Version] [Previously Unreleased] * (1:09)
  19. Wond'ring Aloud, Again [Previously Unreleased] * (7:04)
  20. Life Is a Long Song * (3:16)
  21. Up the 'Pool * (3:09)
  22. Dr. Bogenbroom * (2:58)
  23. From Later * (2:04)
  24. Nursie * (1:35)
toon 13 bonustracks
totale tijdsduur: 43:09 (1:25:54)
zoeken in:
avatar van musicfriek
4,0
musicfriek schreef:
Heb het album nu en vind het toch teveel van hetzelfde klinken... Vind het wel goed, maar dat ik nu sta te springen? Nee... 3*

Maar nu anderhalf jaar later dus wel. Wat een mooi album is dit eigenlijk. Ik hoorde dat er destijds totaal niet in, maar nu hoor ik het ene mooie nummer na de andere. Aqualung, Mother Goose (het lijken de middeleeuwen wel! ) en Locomotive Breath zijn echt toppers. Ik verhoog naar 4*.

Op naar Thick as a Brick

avatar van deric raven
3,0
De Catweasel achtige hoes heeft mij altijd wel getrokken, een soort van verschoppeling die bij de Britse pubs geweigerd wordt vanwege het altijd platzak zijn.
Maar Jethro Tull heeft nou eenmaal de uitstraling van Men in Tights.
Blije Middeleeuwse muziek met de dwarsfluit in de hoofdrol.
Ik heb niks met de bijdrage van Thijs van Leer in Focus, maar Barry Hay overtuigd mij wel met Back Home, al blijkt die volgens eigen zegge niet eens zo’n geweldige speler te zijn.
Aqualung is beter dan wat ik verwachtte, het rockt absoluut, en de dwarsfluit is minder dan verwacht op de voorgrond.
Ian Anderson ziet er uit als een softe Mick Fleetwood, maar dan gekleed in de meest foute creaties die je maar kan bedenken; een glamrocker, maar dan zonder plateauzolen.
Vandaag voor minder dan een Euro The Broadsword and the Beast kunnen scoren, en ondanks de lauwe beoordelingen, was ik wel enthousiast, en dan wil je vervolgens wel het bekendere werk horen.
En dit valt niet tegen, het doet mij nog wat aan Deep Purple denken, maar dan hun eerste albums, waarbij ook de nodige folk invloeden zitten.
Is dit nou een album waarvoor ik volgende week haastig naar op zoek ga in de platenzaak?
Nee, dat niet, maar mijn vooroordelen zijn wel verdwenen.

avatar van RonaldjK
4,0
Toen ik in de tweede helft van de jaren '70 naar Hilversum 3 ging luisteren, de enige popzender die ons landje telde, kende dit station nog geen formats. Iedere omroep draaide wat haar uitkwam, met als gevolg een lappendeken aan programma's. In het boek 50 jaar 3FM: van vrolijke puinhoop naar serious radio (2015) van Arjan Snijders wordt ook op die periode uitgebreid teruggeblikt.
Die jaren van 'vrolijke puinhoop' hadden ook voordelen: als beginnend luisteraar trokken alle genres aan mijn oren voorbij, van hardrock bij Alfred Lagarde tot soul en disco bij Ferry Maat. Dat hielp om een bredere smaak te ontwikkelen. Met de huidige radiostations wordt veel minder gevarieerd geprogrammeerd en veel meer op luistercijfers gemikt, met voorspelbare playlists tot gevolg.

In Arbeidsvitaminen, waarin nonstop muziek klonk, kwam bijna wekelijks Aqualung of Locomotive Breath voorbij, bij verschijnen in 1971 niet meer dan een tipparadehitje. Een interessante eerste kennismaking.
Toen ik in 1983 met de trein ging forensen naar mijn nieuwe opleiding, deed ik dat met een studiegenootje. Zij had oudere broers die haar op het spoor van Jethro Tull hadden gezet en vertelde daarover. Het werd dus tijd om deze plaat uit de fonotheek te lenen, een hele stap voor iemand die vanaf 1978 vooral voor hardrock, metal en new wave was gegaan. Wat hielp was de wetenschap dat gitarist Tony Iommi van Black Sabbath eind 1968 een maandje of twee in de band had gespeeld.

De hoes vond ik prachtig, al denkt zanger Ian Anderson daar anders over; volgens de biografie Jethro Tull: a History of the Band, 1968-2001 (2002) van de Amerikaan Scott Allen Nollen was (en is!) die er niet blij mee dat schilder Burton Silverman uitgerekend hem als model had genomen voor de zwerver op de cover.
Al bij de eerste tonen hoorde ik overeenkomsten met de licks van Tony Iommi, al heeft die natuurlijk niets met dit album te maken. Toch herkende ik de sfeer, die tegelijkertijd veel breder uitwaaierde. Folk, klassiek en progressieve rock worden door Andersons typerende stem aaneen gesmeed. De ander die mij opviel was gitarist Martin Barre, die het rijke kleurenpalet creatief invult, van scheurende rock naar ingetogen folk. Uiteraard is daar de dwarsfluit die hier en daar verrassend heftig klinkt. Plus intelligente, verhalende teksten, waarin hij op de B-kant opvallend intens met God, mens en religie worstelt.

Toch denk ik dat ik nog niet rijp genoeg was voor deze muziek; toen ik in 2014 de discografie van de band voor het eerst chronologisch doorploegde, (her)ontdekte ik op deze door mij bijna vergeten plaat veel pareltjes. De titelsong, lang maar met onderling sterk verschillende delen; Cross-Eyed Mary met zijn zware riffs, hóe heerlijk; Mother Goose bleek het liedje te zijn dat mij al zo'n 30 jaar regelmatig te binnen schoot, waarvan ik niet meer kon thuisbrengen van wie het was of hoe het heette; Hymn 43 met zijn felle gitaarwerk en gospelachtige pianogroove.

Niet alles vind ik even sterk, wat niet wegneemt dat dit een monument van een plaat is. Bovendien van een band met een volstrekt eigen stijl en tegelijkertijd een amalgaam van al die verschillende invloeden, waardoor afwisseling troef is.

avatar van metalfist
Er zijn zo van die albums die echt een totaalpakketje zijn. Een band op het hoogtepunt van zijn kunnen, geen enkel nummer dat misplaatst aanvoelt en artwork dat tot de verbeelding spreekt. Iedereen zal wel zijn eigen voorbeelden hebben, maar Aqualung van Jethro Tull hoort absoluut in dat lijstje voor mij. Het was één van mijn eerste kennismakingen met de heren van Tull en na al die jaren blijft dit nog altijd één van mijn go-to albums als ik even iets door de boxen wil laten knallen om mijn gemoedstoestand te verbeteren. Aqualung - en dan heb ik deze keer specifiek over de openingstrack - leent zich daar dan ook perfect voor met die heerlijke gitaar in de intro, maar sowieso zitten er hier een aantal geweldig rockende nummers tussen. Sowieso een aantal klassiekers in het oeuvre van Jethro Tull (wat is en blijft Locomotive Breath toch een geweldig stuwend nummer), maar sowieso vind ik hier geen enkel zwak nummer op staan. Het is dan ook moeilijk om hier favorieten aan te duiden, maar ik ben misschien alsnog net iets meer gecharmeerd door de eerste helft van het album. Die eerste 6 tracks zijn het beste wat Tull te bieden heeft, maar daar doe ik dan onder andere zo'n Hymn 43 weer oneer mee aan. Schrap die laatste zin dus maar. Ik heb zelf de 1996 reissue in huis (dus die met onder andere het interview met Anderson) en daar staat dan ook nog eens Lick Your Fingers Clean bij op. Een nummer dat werd opgenomen tijdens de Aqualung sessies, maar uiteindelijk niet op het album is terecht gekomen. Zonde, want ook dat is één van mijn favoriete nummers van Anderson en co en had hier ook niet op misstaan.

avatar van Roxy6
4,5
Aqualung vormde voor mij, in de tweede helft van de jaren zeventig, de eerste echte kennismaking met Jethro Tull. En dat was echt een bominslag. Ik weet nog goed dat ik gebiologeerd was door de dwarsfluit en ook door de verschijning van Ian Anderson, die tijdens optredens vaak zijn kenmerkende pose met het opgetrokken been in nam, ik vond hem direct een virtuoos op diverse gebieden.

DIt album staat stijf van de fantastische tracks en het gekke is, aan de ene kant vind ik het album tijdloos (de kwaliteit) maar ook weer tijdsgebonden (de sfeer ademt jaren 60-70)
maar de songs zijn absoluut tijdloos en heel bijzonder, niet enkel de titel track maar zeker ook Cross-Eyed Mary, Mother Goose, Wond'ring Aloud, My God (heerlijk fel gezongen) Hymn 43 en het onvolprezen
Locomotive Breath.

Het album maakt onderdeel uit van de muzikale stijlkaart van mijn jeugd en heb ik daarna ook nog vaak gedraaid. Binnen het JT oeuvre behoort het ook tot mijn favorieten.

Ik deel de gedachte van metalfist over het totaalpakketje, dat heb ik ook o.a. bij Bowie's Diamond Dogs, Roxy Music's Avalon, Supertramps Crime of the Century, The Eagles Hotel California.... among others...:-)

avatar van BoyOnHeavenHill
5,0
Ik probeer me altijd zo ruim mogelijk op te stellen en zoveel mogelijk in andermans schoenen te gaan staan om te horen wat hij of zij nou zo mooi of lelijk vindt aan muziek die ik juist lelijk of mooi vind, maar Aqualung is één van de weinige platen waarbij ik hopeloos tekort schiet, want ik kan me eigenlijk niet voorstellen dat een rockliefhebber dit niet een geweldige plaat zou kunnen vinden: elf pakkende melodieën die ook 50 jaar later nog boeien, intelligente teksten, zeer gevarieerde arrangementen met akoestische en elektrische gitaar, fluit en nu ook piano (en wat voegt John Evan hier veel aan toe!), en een lekker volle sound die indertijd al perfect klonk en die nu nog steeds niet gedateerd klinkt (hoewel ik bij mevrouw OnHeavenHill niet met een dwarsfluit hoef aan te komen, en dát terwijl ik nu net ook een Focus-bui heb). Eigenlijk begint het al met de vormgeving; ik heb dit album inmiddels op CD, maar ik voel gewoon nog het aparte "ribbelige" karton van de oorspronkelijke klaphoes. Het is voor mij in alle opzichten een plaat die het woordje klassieker belichaamt.
        Ik leerde dit kennen via Locomotive breath op een verzamelelpee, en toen ik het album kocht stond ik in het begin wel even te kijken van dat piano-intro, maar na drie of vier keer draaien was ik er geheel aan gewend, en nú zou ik het niet meer anders willen, met dat aarzelende begin en daarna de up-tempo-inleiding met de piepende elektrische gitaar die ook een handje komt helpen. Los van de muziek hadden echter ook de teksten een redelijke invloed op mij. Ik ben geboren in een gezin (en een stad) waar het geloof geen rol speelde, en ik heb nooit enige religieuze neiging of behoefte gevoeld; de dingen die ik daar over hoorde en las (en een klein beetje onderwezen kreeg) ervoer ik alleen maar als bevreemdend, en eigenlijk kreeg ik pas aan het begin van mijn middelbare school twee kunstzinnige uitingen onder ogen die mij iets duidelijk maakten over wat het geloof kon zijn en hoe ik me daartegenover zou kunnen verhouden. Eén van die uitingen was Jesus Christ superstar (de oorspronkelijke dubbelelpee, dus de oerversie met Ian Gillan), dat mij pas de ware betekenis en het belang van het offer van Christus echt liet doorvoelen, en de andere was Aqualung en dan specifiek het idee van Ian Anderson dat "he's not the kind you have to wind up on Sundays", hetgeen voor mij helder maakte dat het geloof niet hetzelfde is als (en in sommige opzichten diametraal staat tegenover) de Kerk. Een paar jaar later kwamen daar andere schrijvers en denkers bij en werd het voor mezelf allemaal nog veel duidelijker, maar Ian Anderson en Tim Rice hebben toch ook wel een bepalende invloed gehad.
        (Mooie dubbelzinnige titel trouwens, dat Wind up: het verwijst naar het "opwinden" van God alsof hij een wekker zou zijn aan wie door middel van het zondagse kerkbezoek de zegening moet worden afgesmeekt, maar het betekent hier ook dat het laatste nummer de plaat afrondt, "winding up the album".)
        Tenslotte: er zijn ongetwijfeld nóg ergere voorbeelden van vooringenomenheid (bijvoorbeeld bij Robert Christgau), maar als prachtig voorbeeld van ergerniswekkende onredelijkheid staat mij altijd een opmerking in de Rock Almanac (1978) van Stephen Nugent en Charlie Gillett bij. Daarin heeft Dave Marsh een lijst van de 100 essential rock albums van tussen 1955 en 1972 samengesteld, en onder het kopje The British invasion, its reign, and its transformation is op nummer 43 ook Stand up van Jethro Tull opgenomen. En in het bijbehorende tekstje schrijft Marsh: "In some cases [...] I based my selection on the record that seemed to be most important to the group's fans. (Exception: 43, whose fans would argue for "Aqualung", but I figure I had to be able to sit all the way through every one of these at least once." (mijn cursivering) Ik kan er nog steeds kwaad om worden. Zou hij afgehaakt zijn bij dat "La la la la"-stukje halverwege My God?

avatar van jorro
5,0
Het album Aqualung van Jethro Tull, uitgebracht in 1971, is ongetwijfeld een van de meest iconische en invloedrijke albums uit de jaren '70. Met zijn rijke mix van rock, folk en progressieve elementen, markeert het een cruciaal punt in de muzikale reis van de band en blijft het een favoriet onder fans en critici. Aqualung is niet alleen opmerkelijk vanwege zijn muzikale virtuositeit, maar ook vanwege de diepgaande thema's die het verkent, waaronder religie, sociale onrechtvaardigheid en de complexiteit van het menselijk bestaan.

De titeltrack Aqualung zet meteen de toon voor het album met zijn krachtige gitaarriffs en onvergetelijke fluitmelodieën. De vertelstem van Ian Anderson, vol karakter en expressie, introduceert de luisteraar in de wereld van Aqualung, een dakloze man wiens verhaal een diepe sociale en emotionele resonantie heeft. De complexiteit en het dynamische bereik van dit nummer tonen de muzikale bekwaamheid van de band en hun vermogen om boeiende verhalen te vertellen.

My God is een ander hoogtepunt van het album, een nummer dat religieuze hypocrisie en dogmatisme aan de kaak stelt. De combinatie van akoestische gitaar, fluit en orgel, samen met de indringende teksten en de krachtige zang van Anderson, maken dit nummer tot een krachtig en ontroerend statement. De toevoeging van een koor halverwege het nummer versterkt de plechtige en contemplatieve sfeer, waardoor het een van de meest memorabele momenten op het album is.

Wind-Up, dat het album afsluit, reflecteert op de opgelegde verwachtingen en de zoektocht naar persoonlijke vrijheid. Het nummer begint met een zachte piano-introductie en bouwt op tot een rijke, volle compositie die de frustraties en verlangens van de jeugd verkent. Anderson's lyrische scherpte en de emotionele diepgang van de muziek maken "Wind-Up" tot een passende en doordachte afsluiting van het album.

Aqualung van Jethro Tull is niet alleen een muzikaal meesterwerk, maar ook een album dat belangrijke vragen stelt over de maatschappij, moraliteit en spiritualiteit. De combinatie van technische vaardigheid, lyrische poëzie en thematische ambitie heeft ervoor gezorgd dat het album de tand des tijds heeft doorstaan als een van de mooiste werken van de jaren '70. Het blijft een essentiële luisterervaring voor iedereen die geïnteresseerd is in de progressieve rock en de kracht van muziek om diepgaande verhalen en ideeën over te brengen.

Eerder verschenen op www.jorros-muziekkeuze.nl

Gast
geplaatst: vandaag om 18:56 uur

geplaatst: vandaag om 18:56 uur

Let op: In verband met copyright is het op MusicMeter.nl niet toegestaan om de inhoud van externe websites over te nemen, ook niet met bronvermelding. Je mag natuurlijk wel een link naar een externe pagina plaatsen, samen met je eigen beschrijving of eventueel de eerste alinea van de tekst. Je krijgt deze waarschuwing omdat het er op lijkt dat je een lange tekst hebt geplakt in je bericht.

* denotes required fields.