De Engelse band Genesis heeft verschillende periodes gekend, waarin verschillende bezettingen de dienst uitmaakten. Het begon met de "prehistorische" Genesis tot de tweede helft van 1970, de "klassieke" Genesis met Peter Gabriel, Tony Banks, Mike Rutherford, Phil Collins en Steve Hackett, de overgang periode van 1975 tot 1977 en de commerciële bezetting vanaf 1978. Op dat moment waren Gabriel en Hackett vertrokken en "toen waren er nog maar drie". In 1978 scoorden ze ook hun eerste Top 40 hit met "FOLLOW YOU FOLLOW ME" en nam Phil Collins een steeds grotere rol aan, zeker als zanger en drummer, maar later ook als componist.
De commerciëlere bezetting wist zeker in de jaren tachtig en begin negentig hits te scoren. Na het vertrek van Collins probeerde Genesis het met Ray Wilson als zijn vervanger. Persoonlijk vind ik het album met Wilson, "CALLING ALL STATIONS", een erg fraaie plaat, maar op voorhand kon je al wel voorspellen dat het succes minder zou worden. Dat had, volgens mij, niets met de vocale capaciteiten van Wilson te maken, maar meer met de rol van Collins als entertainer en boegbeeld van de band. Sinds het eerste solo album van Collins, ontwikkelde hij zich als frontman, scoorde hij grote hits en nam hij Genesis in die succesvolle slipstream mee.
"GENESIS" uit 1983 was een commercieel succes, mede dankzij de hit "MAMA". In 1984 en 1985 was Phil Collins niet weg te slaan uit de hitparades, als solo artiest of als sessiemuzikant bij anderen. Zijn populariteit heeft ongetwijfeld bijgedragen aan het enorme succes van het vijftiende album van de in 1967 opgerichte band. Op 6 juni 1986 verscheen "INVISIBLE TOUCH", waarvan vijf singles in de top 5 van de Amerikaanse Billboard Hot 100 kwamen, het titelnummer zelfs op de bovenste plek. Dat titelnummer, "INVISIBLE TOUCH" dus, opent het ruim 45 minuten durende album. Het bloedcommerciële nummer is de eerste van acht tracks, en is tevens de kortste. Een pakkend, dansbaar ritme en aanstekelijke melodie maken van dit nummer een echt radiovriendelijke song. "TONIGHT TONIGHT TONIGHT" is het één na langste nummer van het album en kwam in een radio-edit op single. Het wat dreigende nummer is pakkend, het drumwerk hypnotiserend, het instrumentale tussenstuk zit vol met jaren tachtig geluiden, waarna de toetsen het overnemen. De drums zijn elektronisch, maar ook de “normale” trommels zijn te horen. “LAND OF CONFUSION” werd een hit in Nederland, mede door de Spitting Image videoclip. Pakkend nummer met een tussenstuk waarbij de band het tempo verandert en juist die variatie maakt het tot een geweldig nummer. “IN TOO DEEP” is een typische Phil Collins ballad. Mooie melodielijn, goed drumwerk, subtiel gitaarwerk en korte solo’s.
“ANYTHING SHE DOES” is een a-typisch Genesis nummer, waar ze in de jaren tachtig vaker mee kwamen. Uptempo, pakkend ritme en Collins die heerlijk voluit zingt. Het persoonlijke hoogtepunt is het ruim tien minuten durende “DOMINO”, dat opgedeeld is in “PART 1 – IN THE GLOW OF THE NIGHT” en “PART 2 – THE LAST DOMINO”. Het eerste deel van ruim vier minuten is een midtempo ballad, met fantastisch toetsenspel van Tony Banks en leidende drums van Phil Collins. Tegen het einde van het nummer gaat het tempo omlaag, is het alleen zang en toetsen, waarna elektronische drums het tempo omhoog stuwen. Ongelofelijk pakkend, met op zijn tijd een tempowisseling met passend toetsenspel van Banks. Mike Rutherford laat in dit nummer horen dat hij tot één van de beste ritme gitaristen uit de progressieve rock scene behoort. Schitterende riffs geven het nummer extra kracht, waardoor het voor mij het hoogtepunt is. “THROWING IT ALL AWAY” is weer zo’n Collins ballad, in Nederland slechts een tipsingle, maar in Amerika nummer vier in de Billboard lijst. Mooi nummer, pakkend, tempo gaat halverwege omhoog en het trio laat hierin horen ook goede kortere liedjes te kunnen schrijven. Het instrumentale “THE BRAZILIAN” is wat mij betreft hoogtepunt nummer twee. In dit slokakkoord laten Collins, Banks en Rutherford op hun instrumenten horen dat ze die tot in de perfectie beheersing. Heerlijke melodielijn, mooie gitaarwerk en Collins zorgt met de elektronische drums voor een jaren tachtig gevoel. Niet dat het nummer daardoor gedateerd aanvoelt, het heeft voor mij de tand des tijds makkelijk doorstaan.
“INVISIBLE TOUCH” bracht Genesis naar de absolute top in de muziekwereld van de tweede helft van de jaren tachtig. Stadionconcerten volgden elkaar in rap tempo op en de Rotterdamse Kuip stond in 1987 ook op het tourschema. Een prachtig concert, met een goede setlist waarop oud, maar zeker nieuw werk stond. Genesis trok de status met “WE CAN’T DANCE” uit 1991 moeiteloos door en ook toen was een stadiontournee noodzakelijk om alle fans te kunnen voorzien van een avondje klasse muziek. “INVISIBLE TOUCH” was en is een onmiskenbare schakel in het oeuvre van de Engelsen, met een aantal geweldige songs!