Seventh Star is een vreemde eend in de Sabbath-bijt. Na Ozzy en Ward gaf ook Butler er na de Born Again-tour voor het eerst de brui aan, waardoor Iommi alleen overbleef en ervoor koos om een andere richting uit te gaan qua stijl en sound. Dit album was dan ook bestemd als Iommi's eerste soloproject, maar werd onder druk van het label uitgebracht onder de naam Black Sabbath, zoals ook bij de voorganger het geval was. Zo krijg je de bizarre betiteling "Black Sabbath featuring Tony Iommi" op de hoes, alsof Iommi gastmuzikant is bij zijn eigen band die al volledig de deur uit was!
Enfin, om maar te zeggen: de Sabbath-bril afzetten helpt om dit album te beluisteren voor wat het is. Met uitzondering van wat smakelijke synthesizers en een aantal karakteristieke Iommi-solo's heeft dit namelijk weinig meer met Sabbath van doen. Seventh Star ademt meer de sfeer van de hard rock uit de jaren '80 uit, met de typische galmende (maar, althans in de remaster op Spotify, ook wel warme en dynamische) productie en spierballen-rockers afgewisseld met de occasionele melodramatische ballade. Hoeveel je geniet van dit album, zal behoorlijk afhangen van de mate waarin je muzikale smaakpalet ruimte heeft voor dit tijdperk en deze sound. Voor mij roept het een soort nostalgie op naar een glorieus tijdperk dat ik als kind van de jaren '90 niet heb mogen meemaken. Met andere woorden: ik kan het prima hebben.
Glenn Hughes verdeelt hier de meningen als zanger, maar voor mij geldt: als hij zijn rauwe strot opentrekt, ga ik spontaan breed glimlachen. De beste man heeft zijn roeping als rockster niet gemist. Een volledig album met hem achter de microfoon werkt wel vermoeiend op de trommelvliezen, dus ik ben blij dat dit album slechts 35 minuten aantikt.
In for the Kill hakt er stevig in als opener. Heerlijk, die vibrato en harmonieën van Hughes op het refrein en de gedreven solo's van Iommi. De intro van No Stranger to Love is een soort herhalingsoefening van het begin van Die Young, waarna we een zeemzoete ballade voorgeschoteld krijgen. De videoclip is een hilarisch stukje jaren '80 kitsch waarin Iommi doet alsof hij iets heeft met een blonde Barbiepop met te veel haarlak en iedereen lang en ongemakkelijk in de camera staat te kijken. Behoorlijk dertien-in-een-dozijn nummer, maar ik stoor me er niet aan.
Turn to Stone schroeft het tempo gelukkig weer op met een stevig drumintro en gaat naadloos voort op het elan van de opener. Voor mij hadden er zo nog meer op mogen staan. Iommi toont dat hij zich prima staande kan houden tussen de jonge generatie rockgitaargoden die in dit decennium in het kielzog van Van Halen is opgestaan. Hierna krijgen we met Sphinx een sfeervol synth-interlude als introductie voor het epische titelnummer. Geweldige groove en hoofdriff heeft dit nummer. Halverwege krijg ik Kashmir-vibes van de oosters getinte melodieën en de koorzang op de achtergrond heeft wat weg van Supertzar en Children of the Sea uit eerdere projecten. Absoluut een ondergewaardeerde topper wat mij betreft.
De tweede helft van het album trapt af met Danger Zone (voor alle duidelijkheid géén cover van Kenny Loggins uit de Top Gun-soundtrack van datzelfde jaar), een degelijke maar niet opmerkelijke midtempo rocker die uit de koker van Thin Lizzy had kunnen komen. Heart Like a Wheel is pure zompige blues waarbij Iommi minutenlang heerlijk losgaat met gitaarsolo's. Ik heb het al eerder gezegd: ik ben onder de indruk van de groei die hij als melodische sologitarist heeft doorgemaakt sinds de eerste albums, waar hij nog heel repetitieve en rudimentaire solo's speelde. Zesenhalve minuten zijn hier om vooraleer ik er erg in heb. Afsluiten doen we met Angry Heart/In Memory, dat van robuuste rocksong in gevoelige, slepende ballade overgaat. De tweede helft beklijft hierbij meer dan de eerste.
Seventh Star scheert als geheel misschien niet de hoge toppen van het beste werk uit het Sabbath-oeuvre, maar er is hier voldoende te genieten dat ik zeker meer positief gestemd ben over dit werkje dan de gemiddelde luisteraar hier. In for the Kill en Turn to Stone doen het testosteron rijkelijk vloeien, Sphinx/Seventh Star is een schitterend mini-epos, en Heart Like a Wheel toont dat Iommi de voeling met de blues nog helemaal niet is verloren. Ik zet 'm net onder Vol. 4 in de rangschikking, maar eerlijk: hij zou er zomaar nog overheen kunnen wippen afhankelijk van hoe hij rijpt in mijn beleving.
1. Heaven and Hell
2. Black Sabbath
3. Paranoid
4. Mob Rules
5. Sabbath Bloody Sabbath
6. Master of Reality
7. Vol. 4
8. Seventh Star
9. Technical Ecstasy
10. Never Say Die!
11. Sabotage
12. Born Again