Toch weer even een wat uitgebreider stukje tekst schrijven bij deze plaat. Op de een of andere manier kom ik daar toch nooit onder uit bij deze man.
Op 4 sterren stond hij al bij mij, want een sterke plaat vond ik het altijd al. Toch draaide ik hem niet vaak: het nieuwere werk beviel mij toch net wat beter. Maar de laatste tijd sluipt deze toch steeds vaker de cd speler in. Niet omdat ik op de andere platen ben uitgekeken, maar ik begin langzamerhand toch ook het minder subtiele en zoetsappige werk van de man te waarderen.
En daar is deze plaat een fantastisch voorbeeld van. Naar mijn idee kan je toch ook wel duidelijk horen dat deze eerder in de reeks komt. Hier wordt geëxperimenteerd, terein verkend. De ingrediënten voor zijn latere warme en zoetsappige muziek worden hier minder toegepast. 'Two Way Action' valt dan meteen met de deur in huis. Geweldig nummer, met een heerlijk up-tempo instrumentaal gedeelte waar Andrew flink los gaat op zijn viool, afgewisseld met vocalen waar hij wordt bijgestaan door een jongedame. Stevige 5 sterren materiaal. 'Core and Rind' klinkt ook lekker fris, maar weet net wat minder te overtuigen. Dan wordt er flink wat gas terug genomen bij 'Why'. Een wat ingetogener nummer wat instrumentatie betreft waarbij de zang meer vrij spel krijgt, en Andrew met zijn stem de melodie voornamelijk bepaald, al zijn er wel nog zeer mooie rifjes te horen, vermoedelijk getokkeld op een viool met flink wat effect erover. Prachtig nummer. '11.11' is ook van grote klasse. Het begin doet even denken aan een klassiek stuk met veel strijkers, die overigens de hele track mooi te horen zijn. Hieruit blijkt weer dat meneer Bird klassiek geschoold is. Ook dit is weer een erg sterk nummer maar met een stuk warmere sfeer dan het voorgaande. Tokkelend op de viool luidt Bird dan 'Case in Point' in. Een wisselend nummer. Een sterk refrein, maar de rest spreekt mij wat minder aan, maar het stoort ook zeker niet. 'Too Long' is zeer luchtig en daarom ook wel aangenaam. Op de achtergrond is iets van een tuba te horen wat wel iets lomps heeft, maar is juist daarom wel weer grappig.
'Way out West' legt het tempo weer wat hoger. Een beetje een vreemd nummer, doet mij denken aan cowboys en indianen, of iets in die richting in ieder geval. Niet mijn favoriet maar ik kan het wel waarderen. Dan 'Waiting to Talk': zachte brushes en rustige viool partijen bepalen het karakter van deze track. Geen hoogvlieger, maar wel weer anders dan ieder ander nummer op het album. 'Fatal Flower Garden' begint rustig, maar na 3 minuten komt er dan een zeer aardige muzikaal intermezzo die de track erg opleukt. Voor de rest ook een prima track, al komt het allemaal net niet lekker uit de verf vergeleken bij veel eerdere nummers. 'Satisfied' is een nummer waar ik eerst wat moeite mee had, maar momenteel vind ik het toch wel erg leuk. Het tempo ligt weer een stuk hoger en een wat rauwere gitaren en zang zorgen voor een lekker nummertje. De schelle viool solo is compleet op z'n plaats in dit nummer. Lekker brutaal en compleet contrasterend met al die warme viool klanken waar Bird bekend op staat. En daarmee kom ik toch tot de conlusie dat dit toch wel een behoorlijk sterk nummer is. Bij 'Headsoak' worden de harde klanken aan de kant gegooid en wordt plaats gemaakt voor subtielere melodiën die doen denken aan een ver verleden. Bijna een jazzy sound mag wel gesteld worden, maar met toch een eigen draai, fantastisch. Vervolgens slaat het weer helemaal om, en slingeren we alle kanten op met 'How Indiscreet'. Een hoog Rock-'n-Roll gehalte met een snelle contrabas (vermoed ik) en weer zo'n lekkere viool solo. Dan wordt er afgesloten met 'Dear Old Greenland' dat ook doet denken aan muziek van een paar decenia terug, maar toch ook weer helemaal niet. Zeer aardig nummer, maar ik had hem zelf niet als afsluiter gekozen.
En dan zit de luisterbeurt er al weer op. Bird haalt alles uit de kast, loopt langs een heel scala aan muziekstijlen, verwerkt hier elementen uit en geeft er zijn eigen draai aan. Resultaat: een album met 13 totaal verschillende nummers die alle kanten op slingeren. Mij bevalt het wel, een lekker gedurfde plaat. Wie het geëxperimenteer dan zat is kan beginnen aan het nieuwere en meer ingetogen werk. Voor nu zet ik deze nog een keer op
En och, dan kan er wel weer een halfje bij, waarom ook niet
