Dat hardrock een groeiende groep fans trok, had Alfred Lagarde al gemerkt aan het succes van zijn Betonuur op de dinsdagmiddag. Ik was één van die jonge puberjongetjes die tot zijn blijde verrassing in mei-juni 1979 meemaakte dat in de Nationale Hitparade
I Want You to Want Me van deze
At Budokan maar liefst vijf weken #2 en drie weken #1 stond, gevolgd door
Surrender (#9 in juli) en een cover van Fat's Domino's
Ain't that a Shame (#25 in september).
Die zomer was dus van Cheap Trick, waarover vervolgens regelmatig was te lezen in Muziek Expres, dat behalve aan de fotogenieke frontman Robin Zander en bassist Tom Petersson ook aandacht besteedde aan de maffe truien en dito
gitaren van gitarist Rick Nielsen, alsmede drummer Ben E. Carlos (die naam!), de a-typische drummer die oogde als een licht-mollig ex-lid van het studentencorps en veteraan van vele ontgroeningen.
Een jaar later bleek een neef van me de elpee te hebben, die hij op zijn grote stereo-installatie mét equalizer afspeelde. Dat was nog wel eens wat anders dan mijn radio-cassettespeler! Nog sterker werd ik omver geblazen, hoe jammer was het dat we weer naar huis moesten!
Inmiddels heb ik 'm op tweedehands vinyl. De vorige eigenaar heeft in het fraaie, twaalf pagina's tellende
albumboekje geschreven. Bij
Big Eyes staat "Goed Ruig", bij
Ain't that a Shame "Goed Ruig Begin Verder erg goed" en bij
I Want You to Want Me "erg goed".
Toen ik enkele jaren geleden een afspeellijst van hun beste nummers maakte, viel op dat de albums vaak niet sterk zijn, maar dat er minimaal één heel sterk nummer op iedere plaat staat; bovendien merkte ik dat ze qua muziek aanvankelijk nogal door Britse glamrock uit de eerste helft van de jaren '70 waren beïnvloed.
Dat laatste is op de A-kant te merken met bijvoorbeeld
Hello There, dat qua muziek weg heeft van The Sweet of T-Rex. De warm-romantische stem van Zander komt echter pas goed uit de plooi aan het einde van de eerste helft in het slepende
Need Your Love, dat na enige tijd versnelt waarbij de gitarist Nielsen ruimte krijgt voor improvisatie. Dat Zander ook gitaar speelde, maakt dat geluid vol is, veel steviger dan tevoren op hun studiowerk.
De B-kant is mijn favoriete. De drie hitsingles komen als eersten aan bod, waarbij in het eerste deel van
Ain't that a Shame wederom stevig wordt geïmproviseerd door Nielsen. Vooral
Surrender is een machtig nummer gebleven met dat massieve gitaargeluid en die heerlijke melodie, geknipt voor mooie jongen Zander. Maar ook
Goodnight Now en toegift
Clock Strikes Ten knallen de speakers uit. Het rockt stevig en tegelijk klinkt het als Paul McCartney in zijn stevige muziek met Wings; maar dan als vette Amerikaanse hardrock 'n' roll.
Het is een heerlijke avond, ik zit in de tuin en met dit album wordt het zomergevoel nog eens verdubbeld. Uiteraard is dit geen briljante liveplaat en evenmin is Cheap Trick de beste hardrockgroep ooit. Maar het enthousiasme spat uit de groeven en diverse liedjes blijven heerlijk.
In 1993 verscheen
Budokan II, die ik online voor een prikkie tegenkwam en inmiddels naar me onderweg is. Ook verschenen de twee in 1998 als
één album.
Hoop ik volgende week op terug te komen. En misschien ook eens hun discografie gaan doorploegen om die afspeellijst uit te breiden.