De tweede plaat van Tom Waits. Een plaat die niet het niveau van zijn voorganger haalt, maar dat is allerminst beschamend. Het is nog altijd ettelijke malen beter dan het gros van het materiaal dat vandaag de dag door de luidsprekers schalt.
De opener, 'New Coat Of Paint' is verrassend swingend. Waits bespeelt de piano en de luisteraar. Knap nummer, ook tekstueel vrij sterk.
Het tweede nummer, 'San Diego Serenade' is een heel ander type song dan zijn voorganger.Het is een ballad die evengoed op 'Closing Time' zou kunnen staan. Waits zingt hier over hoe blind de mensen zijn, en dat men het pas inziet als het te laat is.
Op 'Semi Suite' wordt de saxofoon geïntroduceerd. Verder is het een song met knappe compositie, tekstueel gaat het over een trucker en zijn vriendin, vanuit het standpunt van de vriendin. Zij haat zijn beroep, maar zal er toch altijd voor hem zijn ("But when you hear his engines, you're looking through the window in the kitchen and you know, you're always gonna be there when he calls.").
In 'Shiver Me Timbers' zingt Waits dat hij er niet met z'n gedachten bij is ("My body's at home, but my heart's in the wind"). Iemand moet hem attent maken op de werkelijkheid, anders zou het kunnen uitdraaien op een drama. Tekstueel één van de sterkste nummers, vind ik.
Het vijfde nummer, 'Diamonds On My Wingshield', is ook zo'n tekstueel pareltje. Begeleid door saxofoon en drums probeert Waits thuis te geraken, en dat lukt uiteindelijk. Maar toch is er de eeuwige twijfel. Dit nummer leunt qua compositie al meer aan bij 'Swordfishtrombones'.
Het titelnummer, '(Lookin' For) The Heart Of Saturday Night', is tekstueel ook weer erg sterk. Het gaat over het zoeken naar perfectie, en hoe men tijdens die zoektocht op een muur botst.
'Fumlbin' With The Blues' heeft een erg jazzy en warm sfeertje. Het sluit goed aan op het titelnummer, Waits zingt dat hij de Man wil zijn ("Come and whisper tell me I am the one").
In 'Please Call Me, Baby' wil Waits het uitpraten met zijn geliefde. Waits weet het allemaal niet goed, laat hij uitschijnen. Hij haalt uit naar zichzelf ("I'm selfish and I'm cruel and I'm blind") en wordt verscheurd door het dilemma of hij wil blijven waar hij is of wil verdergaan ("I wish to God you'd leave me, I wish to God you'd stay").
De saxofoon zet 'Depot, Depot' in, en daarmee is de song vertrokken. Waits is in de war; hij weet niet wat hij doet ("What am I doing here?"). Degelijke compositie, opgesmukt met de saxofoon.
'Drunk On The Moon', nummer 10 van deze plaat, is het langste nummer. We betreden Waits' droomwereld, en hij beschrijft die op poëtische wijze. Na ongeveer 3 minuten verandert het tempo van de song, we krijgen een sneller sax-intermezzo, door een provocerende Waits ("It's way wilder down the street"). Waits dacht dat hij een saxofoon hoorde, en dat had ie goed.
De afsluiter van deze plaat is 'The Ghosts Of Saturday Night', een song met enkele mooie oneliners, zoals "Fill 'er up and check that oil; you know it could be a distributor and it could be a coil" en "Adam and Eve on a log, you can sink 'em damn straight". Het thema van de song is dat alles z'n prijs heeft: liefde, diensten, de krant...
Eindconclusie. Met 'The Heart Of Saturday Night' levert Waits een oerdegelijke opvolger van 'Closing Time' af; de mooiste nummers zijn de vrolijke opener, het tekstuele juweeltje 'Shiver Me Timbers' en afsluiter 'The Ghost Of Saturday Night'. Slechte nummers staan er niet op, maar even harmonieus als zijn debuut vind ik het niet.
4 sterren