Het 5e album van Kevin Ayers. Voor mij is het het na het allereerste album van Kevin Ayers 'Joy Of A Toy' en dan is het toch wel even schakelen. En naar het blijkt niet alleen bij mij , het album wordt toch wel wisselend beoordeeld. Dat kan ik wel begrijpen. Kevin Ayers heeft op voorgaande albums zelf sterk de regie gevoerd en dat zorgde voor zeer originele, soms excentrieke albumsongs vol met verrassingen. Dat bezorgde hem een kleine schare liefhebbers die bepaalde tekortkomingen voor lief namen. Maar het grote publiek liet het afweten. Terwijl zijn vriend Mike Oldfield intussen miljoenen verdiende met zijn muziek, was dat bij Kevin toch wel anders.
Vandaar dat Kevin van platenmaatschappij veranderde en bij Island terechtkwam, een label wat bekend stond dat ze veel voor hun artiesten deden qua promotie. Enkel zat daar wel één voorwaarde bij, dat je een stuk zelfstandigheid en eigenheid inleverde. Kevin die zijn eigen platen produceerde moest dat aan iemand over laten Rupert Hine, die voor een commerciëler geluid zou zorgen.
Ergens voel je al aan, dit kan nooit goed gaan. Dat Island er voor ging bleek wel aan alle artiesten die meee wilden werken aan dit commercieel succes voor Kevin, die intussen 27/28 jaar oud was, lukte het nu niet dan nooit. Nico, Mike Oldfield, Mike Ratledge (van de Soft Machine), Michael , Geoff Richardson (van Caravan), verder speelt Mike Giles (ex King Crimson) drums, John Gustaphon van Caravan op bas, Ollie Halshall van Patto gitaar (hij zou op bijna alle andere albums van Kevin ook spelen) en vele anderen stonden klaar om hun vriend net dat zetje te geven. Een droomscenario zou je denken.
Bij kant 1 schrik je eigenlijk wel 'day by day': is dat een nummer van Kevin Ayers, Zo'n soul/funk nummer en dat dames achtergrond koor is dat nou wel zo'n goed idee ? De hele A kant werkt verwarrend, zonder meer door dat soul/funk koortje dat ook nog later een paar keer opduikt, maar waar is het psychedelische gebleven ? Het is duidelijk dat Rupert Hine daar niet zo veel mee heeft. Pas bij het 4e nummer, met een weergaloze gitaarsolo van Mike Oldfield herken je weer wat van de 'oude' Kevin. Nummer 5 met wel een achterlijk lange titel (dat past dan wel weer helemaal bij Kevin Ayers) hoor je ook weer wat terug van de oude Kevin Ayers, naar ik begreep is het een bewerking van een Soft Machine nummer van de eerste plaat. Kant A is is dus verwarrend, misschien ook wat teleurstellend.
Maar dan komt kant B en daar wordt toch wel heel veel goed gemaakt. Hoe psychedelisch wil je het hebben ? Een duistere suite (dat woord zal wel weer door Rupert Hine bedacht zijn, dat was toen erg in de mode), maar waarschijnlijk lukte het hem niet meer om Kevin hier nog in bedwang te houden. Het sinistere gezang van Nico (vergelijk dat eens met het gezang bij 'Day by Day' , een fiks horror gehalte. 4 stukken die ergens een geheel moeten zijn, maar ook afzonderlijk bestaansrecht zouden hebben.
Volgens ProgArchives is dit het album het meest prog achtige van Kevin Ayers. Ik ken ze niet allemaal maar ik geloof het graag.
De suite van 'The confessions of doctor dream' redt het album en het laatste nummer is nog een mooi liedje na de duistere soms sinistere suite. Als je daarna de cd weer opzet met 'day by day' snap je niet dat dit op hetzelfde album staat.
Dit blijft ook op de volgende albums die ongelijker en inconsistenter worden, steeds fragmentarischer, wat best jammer is als je de talenten van Kevin Ayers kent, maar ook als je weet dat hij de gemakkelijke kant van het leven kiest,op naar Ibiza.
Het werd dus niet de mijoenenklapper waarop men hoopte en Kevin bleek dus een artiest die de belofte niet waar maakte qua commercie. Of dat zo erg was weet ik niet, wel dat hij soms wat kansen heeft laten liggen. Aangezien ik kant b weergaloos vindt toch 4 sterren.