Als Elvis in Nashville opnam dan was ie gemotiveerd.
Dan was er goed materiaal.
En een gemotiveerde Elvis met goed materiaal is goud.
"Elvis is Back", "Pot Luck", "His Hand in Mine"en "How Great Thou Art" zijn het beste bewijs dat een goeie, gemotiveerde Elvis tussen comeback (dienst) en comeback ('68 en later het briljante "From Elvis in Memphis") meer dan uitstekende albums kon leveren.
Als Elvis in Hollywood opnam dan was er zelden goed materiaal.
Vaak moest een bepaald nummer de situatie uit de film schetsen.
Uiteraard, meestal flut.
Een gemotiveerde Elvis die in Hollywood nummers opnam was een zeldzaamheid.
Een uitzondering.
Zoals "Fun in Acapulco".
En de beste bonusnummers staan op "Spinout", "Clambake" en "Speedway".
Waarom?
Simpelweg omdat er geen studioalbum tussen "How Great Thou Art" ('66) en "From Elvis in Memphis" ('69) gemaakt werden, maar wel degelijk goed materiaal is opgenomen.
De mindere bonusnummers staan op eerdere soundtracks.
De beste nummers van die sessies kwamen op de studioalbums of op single, de 'mindere' nummers werden bonusnummers op soundtracks.
Bijvoorbeeld "Slowly But surely".
Deze komt toch echt van dezelfde sessie van 26 en 27 mei '64, wat toch ook nummers als "Devil in Disguise", "Please Don't Drag That String Around", "Witchcraft", "Memphis Tennessee" en "Ask Me" opleverde.
"You Can't Say No...
...In Acapulco"