De bijdragen bij de nieuwe
Robin McAuley - Soulbound waren voor mij aanzet om te vervolgen met de carrière van Michael Schenker - plus eens het werk van McAuley te tsjekken.
In 1987 volgde ik vooral de speed- en thrashmetal, waar de ontwikkelingen over elkaar heen buitelden. Toen keerde een oude held terug. Dat de M in MSG plotseling stond voor de onbekende McAuley vond ik be-la-che-lijk: dit is de groep van Der Michael, ex-Scorpions, ex-UFO, één van de beste sologitaristen ter wereld en bovendien uit duizenden herkenbaar met zijn eigen stijl en geluid. De commerciëlere koers vond ik eveneens niks. Veel aandacht heb ik hier dan ook niet aan besteed.
38 jaar later toch maar eens met frisse oren geluisterd en dat verschillende malen. Kan u melden dat het prima arbeidsvitaminen zijn bij het voorjaarsklaar maken van de tuin. Wat opvalt is dat de productie in orde is, wat bij zijn eerste twee soloplaten niet het geval was. Hier echter een vol geluid dankzij veteraan Andy Johns, waarbij ik me niet stoor aan het typische jaren '80-(drums)geluid.
De eerste drie nummers zijn mid- tot bescheiden-uptempo en radiovriendelijk, in mijn oren gericht op de Amerikaanse markt van toen. Ik hoor in de muziek én zangstijl overeenkomsten met Def Leppard en Ratt: McAuleys rauwe stem is alleen net wat lager dan die van Joe Elliott en Stephen Pearcy. Andere associatie: de groep Whitecross met zanger Scott Wenzel, dat in 1987 debuteerde met een titelloos album,
hier te horen. Schenker speelt uiteraard prachtige solo's, maar het is te dicht bij de radio- of zelfs glammetal van toen.
Met het vierde nummer van kant 1
No Time for Losers (nee, geen poëzieprijs voor de lyrieken) klinkt echter de wildere kant van Schenker met een riff die zo bij UFO had kunnen worden gespeeld. Na een keer of wat draaien viel op dat de coupletten van
Follow the Night in 7/4-maat zijn. Opnieuw iets wat hij in zijn UFO-dagen kon doen: een "rare" maatsoort inzetten.
Met
Get Out de tweede knaller op z'n New wave of British heavy metals, wat ik dus liever heb dan de nummers in de stijl van Def Ratt.
Love Is Not a Game is dan weer op z'n Amerikaans maar wél met een sterke melodie en
Time een ballade met akoestische gitaar, alsof het Scorpions zijn.
Meer akoestische gitaar en echo's van de Scorpions in
I Don't Wanna Lose, dat met z'n opbouw mijn vierde favoriet van het album is. Met
Rock 'til You're Crazy is daar een vierkant rockende afsluiter, prima op z'n plek.
Maatje Edo is tien jaar jonger dan ik en maakte via dit album kennis met Michael Schenker. Ik snapte zijn enthousiasme nooit, maar dat is veranderd. Valt het me mee? Jazeker. Meer dan dat. Een 7,5 als schoolcijfer.