Wat is dit een fijn album zeg. Wekenlang heeft Tyler zichzelf de grond in gepraat om alle verwachtingen zo laag mogelijk te houden, toch verwachtte ik veel. En hij heeft het allemaal waargemaakt.
Na de intro begint het album met Jamba. Even wennen aan de beat was het wel voor mij, met de lage techno-achtige synths en de schreeuwende vrouw op de achtergrond, maar Tyler's flow is uitstekend en met name de instrumentale hook is goed. Je kunt er haast niet stil op zitten.
Daarna volgt Cowboy. Dit is voor mij al een van de favorieten. Een duistere beat die terug doet denken aan Bastard. Toch komt hier het voor het eerst het grote verschil boven met dat album. Na het eerste verse, dat alleen een drumbeat en een dreigende bas heeft, komen er vrolijke piano akkoorden samen met hoge synths naar boven. Ook zijn stemgeluid gaat iets omhoog. De hook komt in, "I am the cowboy on my trip", heerlijk.
Tyler heeft voor dit album zijn best gedaan om verschillende geluiden, en met name verschillende stemgeluiden uit zichzelf te halen. Dat laat hij zijn op "Awkward." Toen ik het voor het eerst hoorde, deed zijn stem inderdaad wat onwennig aan. Diep, met een microfoonachtig geluid eroverheen. Lekker sloom nummer, kabbelt lekker voort.
Dan komt de single Domo23, die ik ondertussen toch wat teveel gehoord heb. Zoals Tyler zelf al eens gezegd heeft over zijn muziek "sometimes I feel like jumping around, sometimes I wanna sit down." Dit is er duidelijk één van optie 1. Snelle beat, snelle flow, maar de hook is ronduit slecht. Dat het "fuck that, Golf Wang" live zal werken, daar ben ik zeker van, maar mooi of knap vind ik het niet.
Answer is het eerste nummer met een tekst waar ik echt even voor ging zitten. De teksten gaan ergens over, daarom flowt hij langzamer. Hij vertelt over zijn relatie met z'n vader, die er nooit is geweest. Toch hoopt hij dat zijn vader de telefoon opneemt als hij zou bellen. Fantastische beat achter de verses, een soort van distorted gitaargeluid. Waar bij Domo23 de hook niet echt inspirerend aandeed, doet Tyler hier zijn best om wat melodie uit zijn duistere stem te halen, en dat lukt prima. Aangevuld met wat zinnetjes van een R&B zangeres, is dit ook weer een fantastisch nummer, met name door de lyrics.
Slater, het nummer dat volgt, pakt mij nog niet heel erg, maar zal wel gaan groeien, met name door het enorm fijne stuk van Frank Ocean, wat later in het nummer. Je zou wensen dat hij eerder kwam. De beat pakt me hier voor het eerst niet, maar ja, gewoon blijven luisteren, hierna komt 48..
Wat een nummer is dat zeg, lekkere snelle beat met alweer leuke pianoriedeltjes op de achtergrond. Ook weer een ander synth-geluid, het doet een beetje aan als een accordeon in mijn horen. De hook is hier echt het hoogtepunt, zo catchy als maar kan, alweer met de geweldige stem van Frankie. Tyler's diepe stem past hier heerlijk bij de vrolijke beat.
In Colossus komt Tyler's stem centraal te staan. Weinig instrumentatie, maar wel een fantastische flow, en een grappige tekst over zijn fans.
Dan komt het nummer PartyIsntOver/Campfire/Bimmer. Eerstgenoemde heeft een heerlijke laid-back sfeer. Genoeg instrumentatie, leuk slagwerk. Dan komt Campfire, gaat hij nou nog slomer? Je verliest jezelf in de dromerige sfeer, door de dubbele vocals van Tyler, en de minimalistische beat. Dan komt er ook nog eens een kinderkoor, die je in slap sust, geweldig.
Dan Bimmer, het tempo gaat weer iets omhoog, dan toch weer Frank's stem, met laidback synths. De formule blijft werken, want Tyler blijft agressief flowen, en ook hier heeft hij weer een goeie hook, beter dan ooit tevoren naar mijn mening.
Daarna komt IFHY, waarvan de video trouwens vandaag is uitgebracht. Leuk nummer, Tyler samen met z'n idool Pharell. Toch is dit nummer voor mij minder door de technogeluiden in de hook. Dat is gewoon niet mijn ding, en klinkt ook niet erg lekker vind ik.
Daarna komt toch weer een meesterwerkje, Pigs. Terug naar het begin, Bastard. De beat bestaat uit, dikke drums, politiegeluiden, en begravenisachtige orgelgeluidjes. Tel daarbij een uiterst donkere stem van Tyler op, die erg dichtbij klinkt. Dan de agressieve hook, over de "Odd Future Hooligans." Deze donkere track is een fijne afwisseling op de jazzy beats die we tot nu toe hebben gehoord.
Bij Parking Lot vind ik vooral Tyler's flow en verse erbovenuit steken. Beat is prima, alleen Casey Veggies en Mike G doen me weinig, moet ik zeggen. Toch is de instrumentatie uitstekend, en blijft ook deze track hierdoor overeind.
Dan komt een volgend hoogtepuntje, Rusty. Tyler, Domo, en Earl, de drie beste MC's van OF, samen op één track. Dat belooft veel goeds, en dat is ook zo. Lekkere droge drums op de achtergrond, en vooral Tyler's flow is hier op z'n allerbest. Heerlijk snel, en tot in perfectie uitgevoerd. Als Earl ook nog eens een verse heeft, die ik tot nu toe wel miste op dit album, kan het voor mij niet meer stuk. Gewoon een textbook hiphop track, zouden ze in de US zeggen.
Trashwang, ik kan me voorstellen dat je even fronst als je dit hoort. Het is vergelijkbaar met Bitch Suck Dick van Goblin, een zogenaamde hype-song met al zijn vrienden die helemaal geen MC's zijn. Denk aan de skater Nakel Smith. Toch vind ik het buitengewoon vermakelijk omdat de fun ervanaf spat. Als je voor goede hip-hop gaat, skippen.
Al zijn jazzy beats en akkoorden laat hij vervolgens nog even los op Treehome95. Dit is in feite gewoon kamerjazz, lounge, hoe je het wil noemen. Zo relaxed, en vooral de vocals zijn weer lekker dromerig.
Dan gaan alle remmen weer eens los op Tamale, weer zo'n track waar Tyler niet op stli wil zitten, maar op wil springen. Irritante hook vind ik, een wat raar gegil. Toch past het. En dat is wat Tyler het hele album al doet. Sommige dingen lijken niet te passen, maar door de uitstekende productie krijg je na een aantal luisterbeurten het idee dat het allemaal de bedoeling is geweest.
Vervolgens weer een hoogtepuntje, de afsluiter Lone. Hierbij draait het weer om de tekst, die hij geschreven heeft voor zijn overleden oma. Tyler laat zijn volwassenheid zien.
Tyler heeft voor mij met dit album de ruwe randjes van Goblin van zich afgeschud, daar waar de productie soms nergens heen ging, met teveel nietszeggende nummers. Nu heeft hij dat gecompenseerd met heerlijke laidback, jazzy instrumentatie. Ook weet hij goed de momenten te vinden om wel de duistere kanten van zijn stem en zijn teksten op deze plaat te brengen. De flow is over het algemeen goed doordacht, en sluiten meestal naadloos aan op de beats. Over de teksten kan ik nog niet teveel zeggen, aangezien ik er nog niet heel erg op heb gelet.
Als je van hip-hop houdt met jazz invloeden en nummers die lekker sloom aandoen, maar toch uitgevoerd worden door een rasechte rapper, twijfel niet langer en luister dit album.
4.5*