Voor mij was
Built to Destroy de vierde studioplaat van MSG die ik bewust meemaakte, na in 1980/81 te zijn ingestapt met UFO's
Strangers in the Night en Schenkers eerste twee platen met MSG. De middelbare school was bij verschijnen in september 1983 net afgerond en met mijn muziekmaatje deelde ik de ervaringen op onze vervolgopleidingen. Uiteraard diende de nieuwe MSG als soundtrack bij ons gesprek; hij was enthousiast over
Built to Destroy.
We vonden het “onwijs jammer” dat Graham Bonnet na dat fenomenale
Assault Attack alweer was verdwenen, maar fijn dat Gary Barden terugkeerde in plaats dat weer een volgende naam bij de microfoon verscheen. In zijn prachtige recensie legde
Lonesome Crow in 2011 uit hoe hij de plaat beleefde. Wij waren echter positiever, zeker de maat die als grote Schenkerfan de plaat had gekocht.
Vijf nummers zette ik in die periode op cassette:
Rock My Nights Away vond ik een heerlijk pakkend nummer, beetje popachtig misschien maar een aangenaam liedje in de jukebox van mijn hoofd;
The Dogs of War had voor de verandering een politieke boodschap en bovendien is het een sterke compositie;
Systems Failing vond ik lekkere melodie hebben, een lekkere toetsenlijn en Bardens stem vind ik hier juist aangenaam; toen ik rond 2008 met mijn kinderen naar museum Nemo in Amsterdam ging, dook in mijn hoofd
Captain Nemo op. Hoe klonk dat ook alweer? Het bleek nog altijd een heerlijk instrumentaal nummer dat te kort duurt. Bij afsluiter
Rock Will Never Die leek het alsof Schenker weer bij Scorpions zat, een rockballade zoals die groep dat zo goed kan, waarna het op UFO-achtige wijze naar een climax gaat.
Dat de onbekende toetsenist Andy Nye bij de bezetting was gekomen, was een aanwinst; al moest ik met het intro van
Time Waits consequent denken aan
Net als in de film van Toontje Lager

met dat toetsenlijntje. Maar goed, dat konden ze in Londen ook niet weten.
De afgelopen week voegde ik een favorietje toe:
Red Sky is ook een aangenaam stampend met lekkere solo. Overigens is ook op de mindere composities het gitaarwerk voortreffelijk, met het typische geluid van Der Michael. Mooie melodieën met steevast snelle details.
De productie was inderdaad minder dan die van de voorganger, denk niet dat je het werk van Martin Birch kunt evenaren, laat staan overtreffen. Van Lonesome Crow begrijp ik dat het budget op was. Ons stoorde de productie indertijd niet, in tegenstelling tot het afgeknepen geluid van de eerste twee MSG's. Gewoon extra hard zetten, zoals mijn maatje deed. Hij droeg niet voor niets een kapotte weerstand om zijn nek, gevolg van het opblazen van zijn versterker, enige tijd daarvoor.
Pas eergisteren ontdekte ik dat er ook van dit album een Amerikaanse mix is verschenen, net als Whitesnake zou doen met
Slide it In. Gedaan door ene Jack Douglas en al in datzelfde '83 verschenen. Ook bij MSG is de trackvolgorde veranderd en vooral de toetsen liggen er wat dikker op. Al sinds 2009 op 2cd verkrijgbaar, compleet gemist door mij.
Grootste verschil hoor ik bij mijn überfavoriet van dit album,
Rock My Nights Away dat een ander intro heeft en een elektrische piano in het thema; en het matige
Still Love that Little Devil wordt hier gezongen door Derek St. Holmes, waarbij het een filler blijft.
MuMe geeft aan dat St. Holmes op alle tracks zingt, maar volgens Discogs klopt dat niet,
zie de credits. Iemand die de US-versie fysiek in huis heeft en meer weet?
Wat betreft de hoes en albumtitel weet ik meer: het idee daarvoor ontstond toen Schenker bij een ruzie met zijn gitaar op een auto had
staan meppen, wat gezien werd door de politie. Hoe je van iets kwaads iets moois kunt maken.
Als mijn geheugen me niet bedriegt, was ons onbekend dat Schenker eind '83 de stekker uit MSG trok. Daarom vonden we het vreemd dat er al in 1984 een tweede livealbum van de groep verscheen. Op naar dat
Rock Will Never Die, het voorlopige afscheid van MSG.