Gisteren las ik het nieuws dat Ritchie Blackmore anderhalf jaar geleden een hartaanval had en daarom niet zal vliegen (hij woont in de VS). Zie
Classic Rock Magazine en
dit interview met vrouwlief Candice op YouTube. Ik realiseerde me dat ik Rainbows discografie nodig eens moest vervolgen.
Met gevoelens van deja-vu volgde ik het nieuws van eind 1993 en begin 1994 rond zijn plotselinge vertrek uit Deep Purple en de heroprichting van Rainbow. Een herhaling van zetten zoals in 1975, alhoewel ik dat niet bewust had meegemaakt.
Bij Purple werd Joe Satriani de tijdelijke vervanger en Steve Morse de definitieve. Ondertussen was het de vraag wat het nieuwe Rainbow zou brengen. Zeker was dat hij weer gebruik maakte van de oorspronkelijke naam, voluit Ritchie Blackmore's Rainbow.
Zou hij oudgedienden vragen en zo ja: wie? Vooral de positie van zanger maakte nieuwsgierig. Ronnie James Dio was inmiddels overleden en Graham Bonnet leek een onwaarschijnlijke kandidaat. Joe Lynn Turner dan? Mogelijk, zo schatte ik in.
Augustus 1995 was daar dan het achtste studioalbum van Rainbow, dit
Stranger in Us All. Blackmore had een Schot (zanger Doogie White) plus drie onbekende Amerikanen om zich heen verzameld. Vervolgens was daar de tournee, waarbij ik las dat de gitarist gescheiden van het jonge grut reisde.
Daarbij herinner ik me een interview in Aardschok met Blackmore door Robert Haagsma. Bekend met diens reputatie van humeurige buien, had deze een t-shirt van Feyenoord meegenomen als cadeau. De Engelse voetballiefhebber was in zijn nopjes met het cadeau, waarna de gitarist op zijn praatstoel zat. Misschien heeft
Von Helsing dit nummer nog liggen en kan hij eventuele andere smakelijke details opdissen?
Laat ik in de interessesfeer van Blackmore blijven en
Stranger in Us All in een wedstrijdverslag gieten.
Meteen van de aftrap spelen de oude meester en zijn jonge honden fel en vol bezieling. Het uptempo
Wolf to the Moon en het iets langzamere
Cold Hearted Woman zijn van hoog niveau, de nieuwe muzikanten doen het prima en Blackmore draait en wervelt als altijd. Dit is steviger dan de radiovriendelijke koers van het Rainbow van de jaren '80 met Joe Lynn Turner.
Dan echter verkrampt het team: met
Hunting Humans (Insatiable),
Stand and Fight en
Ariel lukt het niet, al blijft het genieten van hetgeen uit de gitaar komt en heeft Doogie White een aangename, rauwe stem. Mindere composities zijn het manco, zo simpel is het. Rainbow sleept zich naar de rust.
Tweede helft. De thee heeft hen goed gedaan,
Too Late for Tears is aangenaam in de stijl van de man-met-de-hoed en hetzelfde geldt voor
Black Masquerade. Net als in de eerste helft echter slaat dan de vermoeidheid toe met het weliswaar aardige
Silence (de melodie ervan lijkt op Purples
You Fool No One uit 1974) en remakes van zowel
Hall of the Mountain King (oorspronkelijk uit 1876 van Edvard Grieg) als
Still I'm Sad (in vocale versie op
On Stage uit 1977).
In blessuretijd is daar het midtempo bonuslied
Emotional Crime. Aardig. Toch valt er meer te genieten van Blackmores gitaarspel dan van diens composities. Een nipte overwinning van dit Rainbow is het eindresultaat, de kennismaking met Doogie White blijkt een aangename.
Dit Rainbow stopte al spoedig: Blackmore was klaar met rock en stapte in 1997 met Candice Night over op renaissance-geïnspireerde muziek. Daarover werd veel gemopperd door zijn oude fans, maar ik kon me wel voorstellen dat de inmiddels vijftig-plusser toe was aan iets anders. Zoals mijn halve vriendenkring rond z'n veertigste een carrièreswitch maakte.
Nu pas ontdek ik dat bassist Greg Smith ooit korte tijd bij de Amerikaanse punkgroep The Plasmatics zat en na Rainbow bij Ted Nugent landde, toetsenist Paul Morris speelde onder meer bij Nena (!) en Joe Lynn Turner en drummer John O'Reilly bij Blue Öyster Cult en Trans-Siberian Orchestra én je kunt
drumlessen van hem krijgen!
Vanaf 2014 werden de geruchten over een reünie van zowel Rainbow als een hernieuwde samenwerking tussen David Coverdale en Ritchie Blackmore sterker. In 2015 bleek dat het Rainbow was geworden en in juni 2016 volgden een schamele drie optredens, resulterend in het in november dat jaar verschenen
Memories in Rock: Live in Germany.