Ik heb Opeth altijd een erg intrigerende band gevonden. Maar wel één van het kaliber 'moet je zin in hebben'. Je zet niet zomaar Opeth op. A: je moet er voor in de stemming zijn. B: je moet er eens goed voor gaan zitten. C: welk album zet je op? Want ja...er zijn er redelijk wat. En de één is beter dan de ander.
Waar het bij mij uitkomt als ik Opeth opzet, zit 'm vooral in de muzikale eigenschappen van de band. Opeth biedt namelijk een geweldig portie muzikaal vernuft; ze zijn hard, melodieus, progressief, agressief, sensitief, extreem afwisselend. En bij iedere luisterbeurt groeit de muziek. In de meeste gevallen zelfs tot ongekende proporties. Want Opeth is een heel goede band.
En dat geldt dus ook voor één van hun meest veelzijdige en complete albums uit hun discografie, te weten Ghost Reveries, het vervolg op het tweeluik Deliverance/Damnation.
Een verschil met de voorgangers qua geluid zit 'm dit keer vooral in het meer naar voren geschoven keyboard-werk van Per Wiberg, die vanaf dit album officieel toetrad als vijfde bandlid. Zijn sfeervolle toetsenpartijen domineren weliswaar niet het gehele album, maar duidelijk is wel te horen dat Opeth met deze partijen voor meer kleur zorgt op dit album. Persoonlijk vind ik het een goede zet, aangezien keyboards voor een behoorlijk sfeer-versterkend contrast kunnen zorgen. En voor een groot deel draait het bij Opeth toch ook wel om sfeer.
In eerste instantie lijkt het voor een aantal seconden erop, dat Opeth de lijn voortzet, die al op Damnation te horen is. Maar dan knalt "Ghost of Perdition" er zó hard in, dat de vergelijking met Damnation meteen overboord gegooit is.
"Ghost of Perdition" zet meteen de toon voor de rest van het album en is ook meteen zo'n beetje het beste nummer van de plaat. Mikael bedient zich weer als geen ander van zijn alles-vermorzelende grunt-partijen, maar weet zich wederom als geen ander ook goed staande te houden betreffende zijn cleane zangpartijen.
Alleen al deze opener laat horen dat Opeth de kracht en intensiteit van platen als Blackwater Park en Deliverance (die ik erg hoog heb zitten), niet vergeten is; het borduurt voor een groot deel voort op de voorgangers. Kenmerkend zijn natuurlijk het contrast tussen de harde en ingetogen stukken, die onderling, functioneel, voor een groot deel binnen de nummers, worden afgewisseld.
Niet ieder nummer biedt muzikaal geweld. Zo staan er drie rustige stukken op: het al eerder aangegeven, door Porcupine Tree beïnvloede "Atonement" die een wat exotische kant van Opeth laat horen, "Hours of Wealth" (wat overigens de enige track van het album is die altijd een beetje langs me heen gaat) en het prachtige, afsluitende "Isolation Years".
Tussen deze drie rustpunten door, zitten ijzersterke, epische knallers van nummers waar een aantal tot de betere van Opeth gerekend kunnen worden, waarvan vooral het al eerder genoemde "Ghost of Perdition" en het tweeluik "Reverie / Harlequin Forest" tot de hoogtepunten behoren.
Eigenlijk is de enige reden dat ik dit album nét niet het volle pond geef, het feit dat "Hours of Wealth" persoonlijk niet zo heel veel om het lijf heeft en hoe goed bedoeld ook, ik het wat meer experimentele "Atonement" wat misplaatst vind. Daarnaast vind ik "The Grand Conjuration" wat te simplistisch klinken voor Opeth-begrippen, waardoor het aanvoelt alsof deze toch ook niet helemaal thuis hoort op Ghost Reveries.
Máár laat ik één ding duidelijk stellen: dat Ghost Reveries een dijk van een plaat is, is gewoon een feit. Het laat alle facetten horen die Opeth zo goed maakt.
Daarnaast is Ghost Reveries ook nog eens gezegend van een magistrale productie. Eén van de beteren die ik op een Opeth-plaat gehoord heb.
Laat ik tot slot opmerken dat ik het persoonlijk jammer vind dat Opeth met de twee meest recente platen besloten heeft, om de death metal-invloeden uit hun muziek te halen. Of dit definitief is, weet ik niet, maar ik weet wel, dat een groot deel van de spanning en kracht van de kenmerken van Opeth's stijl, daardoor verloren zijn gegaan. Alhoewel ik moet toegeven dat het songmateriaal van het meest recente album Pale Communion me wel weer aanspreekt, terwijl Heritage eerlijkheidshalve wel als een zucht in de wind aan me voorbij is gegaan. Plus het feit dat Damnation uiteraard ook al geen death metal-invloeden herbergt, maar dit was dan ook de tegenhanger van het vlak daarvoor uitgebrachte Deliverance.
Gelukkig was er ten tijde van het weliswaar herkenbare, maar toch ook verrassende Ghost Reveries muzikaal niets aan de hand in het Opeth-kamp.
Ghost Reveries is dan ook simpelweg gezien gewoon een essentieel hoofdstuk uit het Opeth-verhaal.