Op reis door de new wave van 1980 kom ik van de donkere postpunk van
De Brassers bij zonnige ska.
In Nederland scoorde Bad Manners slechts één hit (in 1981 met
Can Can), in Engeland was het andere koek. De eerste was
Lip up Fatty, dat op 8 juni 1980 de Britse lijst betrad om het vanaf begin augustus drie weken uit te houden op
#15 en het veertien weken in de verkooplijst uithield.
Het is te vinden op
Ska 'n' B, een titel die de lading dekt: enerzijds ska zoals op de single of het semi-instrumentale
King Ska-Fa, maar op covers
Caledonia,
Magnificent 7 en
Wooly Bully keren we terug naar de jaren van big band en rhythm & blues. Het leidt tot een vrolijk en dansbaar album, waarbij op
Inner London Violence een maatschappelijk betrokken tekst klinkt.
Slotlied
Scruffy the Huffy Chuffy Tug Boat begint met een sample uit een sketch van Monty Pyton, gevolgd door nostalgische vaudeville, sterk lijkend op hetgeen Ian Dury in 1975 deed op zijn debuut met
Kilburn & the High Roads.
Meer hitsingles van het album: eind april werd met openingstrack
Ne-Ne Na-Na Na-Na Nu-Nu #28 gehaald en
Special Brew haalde in november nog eens
#3. In april 1980 haalde
Ska 'n' B #34 in de Britse albumlijst, in 2011 verscheen een
cd-editie met vele bonussen .
Anders dan menig ander skagroep zat de Noord-Londense groep niet bij 2 Tone maar bij Magnet, al waren hun allereerste opnamen wél bij dat befaamde label. Bij dat 2 Tone zat verder een groep die in hun actieve bestaan slechts twee singles uitbracht. De eerste haalde in maart 1980 de Britse hitlijst en is in liveversie te vinden op een befaamde verzamelaar van dat label, waarop ook Bad Manners staan. Op naar
Dance Craze en de dames van The Bodysnatchers.