De
Arthur-Recensies deel 25:
Ook zonder dat je Vic’s tragische achtergrondverhaal kent (rolstoelpatiënt die singersongwriter wil worden, het had zo een verhaallijn uit een middelmatige soapserie kunnen zijn) valt het al heel snel op dat hij met dit debuutalbum niet zomaar een folkplaatje gemaakt heeft. Het kale en ongepolijste geluid en de droge, gebroken stem van Chesnutt springen er meteen uit, en geven het geheel een spookachtig sfeertje mee. In de traditie van R.E.M.’s Fables Of The Reconstruction en vooral Bruce Springsteen’s Nebraska schildert songsmid Vic tien portretten van de dromen, teleurstellingen, hoop en wanhoop van tien verschillende mensen, diepgeworteld in de mystieke kant van het zuiden van de VS. Geen wonder dat de helft van de titels op deze plaat de naam van hun hoofdpersonage dragen.
Vic beschrijft het allemaal heel dromerig, spookachtig en los van de werkelijkheid. Hij vertelt ons over zijn droom waarin hij een avond danste en flirtte met Isadora Duncan, hij vertelt ons het verhaal van een oude, eenzame, op de dood wachtende man die besluit naar Bakersfield te gaan, en over het lichaam van een doodgevroren jonge vrouw in de smeltende sneeuw. In elke nummer op dit album zit wel een macaber element, wat het sfeertje heel vreemd en intrigerend maakt, als het muzikale equivalent van een goede Stephen King. Je verwacht constant dat er een lijk uit de kast valt, of een bloeddorstige spookclown. Maar tot zo’n uitbarsting komt het natuurlijk nooit, want boven alles is deze plaat heel subtiel. Alleen al door de luisteraar de indruk te geven dat er ieder moment wel iets nachtmerrieachtig kan gebeuren, wint het album nog extra aan kracht.
Echt een heel speciaal werkstukje, dit.