Deze plaat heeft een tijd lang op nummer 1 gestaan in mijn top 10, maar heeft nu toch moeten wijken ten faveure van Live at Massey Hall, die de sfeer van eenzaamheid net wat beter weet te pakken dan deze plaat.
Van de vier platen die de heren Crosby, Stills, Nash & Young hebben gemaakt na Déjà Vu en de daarop volgende tour, waarop het live album 4 Way Street is gebaseerd, is dit verreweg de beste van allemaal. Zowel Stills als Nash hebben teveel poespas gebruikt, dezelfde fout maakte Neil Young al 2 jaar eerder bij zijn debuut, en liet zich daardoor deze keer niet verleiden. Vrijwel alles is live opgenomen, met wat overdubs voor de vocalen hier en daar.
De wonderschone harmonie van Tell Me Why die live ten gehore werd gebracht met Crosby & Nash is hier prima in tact gebleven met denk aan Ralph Molina en de toen pas 18-jarige Nils Lofgren, die Neil Young om wat advies vroeg bij het oprichten van zijn band Grim en gelijk mocht meespelen op dit album.
Het volgende nummer, After the Goldrush kon mijn aanvankelijk maar niet bekoren, veel te hoog gezongen, maar inmiddels heb ik het op waarde weten te schatten, de groene boodschap is na al die jaren nog steeds niet belegen en valt niet in clichés. Voor de eerste keer dit album neemt Neil je ook me in zijn belevingswereld: elk couplet begint met een haast sprookjesachtige zin alvorens weer met beide voeten op de grond te belanden. Ondertussen draagt Bill Peterson op zijn flugelhorn ook een steentje bij.
Only Love... is geschreven voor Graham Nash als troost toen het uit ging met Joni Mitchell (als bedankje schreef Nash later het nummer Cowboy Of Dreams). Ook dit nummer werd met Crosby & Nash vaak live gezongen en net als bij Tell me Why is de vertaling naar de studio versie subliem, met Danny Whitten en Stephen Stills op zang. Het zijn dit soort harmonieën (tezamen met de prachtige teksten en melodieën) die dit album zo mooi maken.
Southern Man was ondertussen een legendarisch live nummer geworden, met een minuten lang durende jam tussen Stills en Young, een gitaargevecht welhaast. maar ja, hoe dat te vertalen naar een studio versie? In plaats van de bekende weg in te slaan en er een soort Cowgirl in the Sand of Down by the River van te maken krijgt hij hulp uit onverwachte hoek. Nils Lofgren zit een dag wat te pingelen in de studio als Neil Young binnenloopt en tegen hem zegt: 'dat klinkt goed, dat wordt het piano-stuk in Southern Man' en zo geschiedde het. Wat mij betreft een goede keuze, want als dit nummer een dikke 10 minuten had geduurd, dan was het album uit balans geweest. Overigens stond op de eerste persing van de LP een iets andere versie van dit nummer, de solo in het midden is met een seconde of 10 opgerekt. Bij latere persingen en de remaster is dit achterwege gelaten, en ten goede.
Till the Morning Comes (en zijn broertje Cripple Creek Ferry) zijn de vreemde eend in de bijt op deze plaat, beiden duren ongeveer anderhalve minuut en beiden de afsluiting van een LP kant. Het lijken overgebleven demos, maar je moet je bedenken dat deze plaat gebaseerd is op het script van de nooit gemaakte film met dezelfde titel, en in die context is een nummer zo kort als deze twee zo vreemd nog niet. Achteloos kijk je erover heen, maar er zit wel een bepaalde inventiviteit in de tekst.
Dan het volgende hoogtepunt op de plaat, Oh Lonesome Me, wat ooit een uptempo country liedje was van Don Gibson is nu een dipe treurige contry rock ballad van Neil Young, anders dan bijvoorbeeld de cover van Johnny Cash heeft Neil zich dit nummer eigen gemaakt en in zijn onmiskenbare falset-stem verzucht hij 'I can't get over how she set me free... Oh lonesome me'. Ondertussen snikken Molina en Whitten met hem mee... de opgedane ervaring in Danny & the Memories spreekt boekdelen.
Nu is Neil Young echt op stoom, want Don't Let it Bring You Down is toch echt een nummer dat je, ondanks de titel' behoorlijk droevig stemt. De ijle stem, ondersteund door de piano van Lofgren doet de rest. Wederom blijkt wat voor een groots verteller Young is, met fantastische beeldspraak: 'Blue Moon Sinking From the Weight of the Load as the Buildings Scrape the Sky'.
Had ik al gezegd dat ik kant twee de beste vond? Birds is het volgende bewijs waarom. Wederom een vrij kaal arrangement, enkel Young met zijn piano zoals beproeft bij live concerten, ondersteund door Whitten en Molina op zang. Het nummer verveelt gewoon nooit, elke keer als het couplet voorbij komt is er weer dat warme gelukzalige gevoel van binnen, dat ik mag genieten van zulke schoonheid, vastgelegd in 2:32. De alternatieve versie op de Archives mag er ook best wezen, maar de anderhalve minuut die dat nummer duurt is mij te kort.
Op When You Dance... kan Crazy Horse eindelijk haar kunstje doen, met hulp van Jack Nitzche. Vers terug van een live tournee zijn deze 5 heren inmiddels wel op elkaar ingespeeld en het resultaat is dit luchtige country rock nummer. Het klinkt welhaast te simplistisch om van Young's had te komen, maar juist dat is een teken van zijn kunde, alsof Wellfare Mothers zo diepzinnig is

De originele album versie is overigens een halve minuut korter dan de CD versie, die dan weer de titel verkeerd heeft. Het volume wordt echter gewoon eerder weggedraaid, verder geen verschil.
Ook I Believe in You is weer zo'n wonderschone balade, die je op meerdere manieren kan interpreteren, is het een ode aan de vrouw van wie hij houdt, of stelt hij haar gerust nadat de relatie juist is verbroken? Of twijfelt hij aan zichzelf of hij de liefde van de vrouw wel kan beantwoorden? Mocht het laatste het geval zinn, dan spreekt hier een immens verwarde en eenzame man die bijna vergeten is hoe een vrouw moet liefhebben.
De hoes is net zo mooi als de plaat, mysterieus en per ongeluk tot stand gekomen. Neil Young, Graham Nash en Joel Bernstein waren een dag op pad en juist toen Neil de oude vrouw passeerde legde Bernstein hem (en Graham Nash, die er vanaf is geknipt) vast op de gevoelige plaat (voor op de gevoelige plaat). Bernstein vond het resultaat maar niks, maar Young vond het geweldig. Past helemaal in zijn filosofie, je hebt één kans en daar moet je het mee doen, dat hoor je ook terug in zijn muziek. Niet honderden uren pielen, zoals je bij een schilderij doet, maar met de hele band de studio in en de beste take kiezen. Er was immers nog geen photoshop toen. Enfin, Neil zei tegen Bernstein dat hij de foto zou gebruiken voor zijn nieuwe plaat, en tot de dag dat hij zijn foto op de voorkant van deze plaat zag pronken toen hij een platenzaak binnenliep dacht hij dat Neil een grapje had gemaakt. Inmiddels weten we wel beter.