Afgelopen zaterdag liep ik No Dust Records in Wezep binnen, waar luid
Saints & Sinners van Whitesnake door de winkel schalde. Genieten van die prachtige stem van David Coverdale! Een voorbode van dat blueshardrockende gevoel klinkt op deze Deep Purple, die aftrapt met een openingsakkoord dat wil zeggen: Ritchie Blackmore mag weg zijn, wij zijn nog altijd Deep Purple.
Blackmore blijkt op
Come Taste the Band vervangbaar: Jon Lord en Ian Paice vormen de ruggengraat van de groep, zo blijkt op menig nummer. Daarbij was niet de behoefte om als op
Burn ieder nummer met twee zangers uit te voeren: Coverdale is meestal de krachtige frontman, meer nog dan op voorganger
Stormbringer. Tenzij bassist-zanger Glenn Hughes zijn voorliefde voor soul/funk mag uitventen: dan verandert Deep Purple in een rockende soulrevue.
In 2015 verzuchtte
buizen:
"Kan iemand in hemelsnaam uitleggen wat er 'funk(y)' of zelfs 'soul' is aan dit album? Omdat dat op wikipedia staat?"
Als verlaat antwoord:
Gettin' Tighter begint nog stevig, maar na bijna twee minuten is daar funk en een hoe-hoegilletje, al is dat deel gelukkig vlot voorbij. In
This Time Around is hij opnieuw in de hoofdrol, mede dankzij de toetsengeluiden zitten we hier in soulland. Met de piano en ad-libs á la Stevie Wonder heb ik niks.
Lekker is evenwel het instrumentale vervolg
Owed to 'G' met sterk gitaarspel van Tommy Bolin. Met die anderhalve (nog niet eens) nummers is echter de soul/funk een stuk minder aanwezig dan op de vorige twee platen: hoera!
Want verder domineert blueshardrock, een voorschot op de vroege jaren van Whitesnake, waar ik in Wezep iets van hoorde. Tot mijn verrassing bevalt dit me toch echt een stuk beter dan
Burn, waar zowel Coverdale als Hughes nogal eens de hoogte in gingen, wat gelukkig al minder was op
Stormbringer.
Op de
Anniversary Edtion met op de bonus-cd de remix van Kevin Shirley klinkt dit Purple nog steviger. De blues in de muziek komt vetter de speakers uit. "Nieuwelingen"
Same in L.A. en de
Bolin/Paice Jam zijn prima aanvullingen.
Het verhaal is bekend: de oude fans waren vaak klaar met dit Purple, verkoopcijfers en bezoekersaantallen liepen fors terug, terwijl de cyclus van eindeloos optreden en opnemen zeker bij de veteranen in de groep voor uitputting zorgden. Tot Coverdales ontzetting werd besloten te stoppen: hij en Hughes waren nog maar net begonnen, om over Bolin maar te zwijgen.
Coverdale vond zijn eigen stijl stapsgewijs, te beginnen met soloplaat
Whitesnake (1977). Achteraf gezien is dit
Come Taste the Band een vooruitwijzing naar de eerste jaren van dat Whitesnake, waarbij het genieten is van Bolins spel.
Na in korte tijd driemaal het Purple met Coverdale-Hughes te hebben gehoord, ben ik benieuwd wat ik nu van Whitesnakes
The Purple Album (2015) vind. Tijd voor een herbeluistering. Dat ga ik de komende dagen ontdekken en ondertussen komt de releasedatum 19 juli dichterbij, met een nieuwe Purple inclusief nieuwe gitarist.