Voordat ik in België ging wonen, zo'n twee jaar terug, droeg ik een PME Legend-winterjas. Zo'n beetje m'n complete studentenperiode droeg ik die jas, of ik nou het uitgaansleven betrad of naar school ging: ik trok 'm aan. In die tijd dronk ik alleen maar (speciaal)bier en zo af en toe een (te) zoete cocktail, vaak gepaard met kettingroken en gokspelen. De kroeg was mijn leven, vroeg naar de kloten, laat naar huis.
Mijn laatste opleiding begon ik ook vrij serieus. Echter kwam dat omtrent het tweede jaar op een vrij laag pitje te staan, met name omdat het té makkelijk voor mij was. Ik sukkelde in slaap en ging ik opdrachten niet meer afmaken, besloot onderweg naar school toch niet lessen te attenderen. Desondanks waren er amper consequenties en begon ik aan de laatste helft van het jaar.
Daar begon echter de eerste wake-up call. Ik was vrij laks en lui geweest qua aanvragen van mijn stage-periode, dus de streep door een gewenste stage in het Verenigd Koninkrijk kon gezet worden. Ook werd ik gescheiden van een klasgenoot en zeer goede vriend, waardoor ik een jaar niet bij m'n maat in de banken zat. Eerste halfjaar alleen, ook weer vrij ongemotiveerd en veel voor de tap te vinden en zo ging het tweede studiejaar ook weer uit als een nachtkaars.
Het derde en laatste schooljaar mocht ik dan toch beginnen met een nieuwe stage, waar de nieuwe ik ook ontwikkeld zou worden. De interesse in mijn studie was matig, dus zocht ik het in de muziek. Ik liep stage bij een havenhotel in Antwerpen, vijf maanden lang, wonende in een oud klooster. Niet heel veel sociale connecties, niet heel erg, want genoeg tijd om mijn muziek- en filmkennis te trainen. Vooral hip-hop kwam vaak langs: Liquid Swords, Enter The Wu-Tang en vooral The Infamous waren populair. Ik zie mijzelf nog lopen door de stromende regen, vergezeld door de gure klanken van Mobb Deep.
Beetje bij beetje werd ik serieuzer in school, stage werd zeer succesvol afgerond, maar dan waren er nog niet. Bepaalde verslagen - die andere klasgenoten al dik een jaar klaar hadden - stonden open, die wél verplicht waren. Ook het eindproject was nog een flinke kluif. Uiteindelijk werd ik herenigd met m'n goede vriend, die mij er echt letterlijk doorheen gesleept heeft en ervoor zorgde dat ik m'n diploma haalde, voordat het van kwaad naar erger werd.
Nu, twee jaar later, draag ik een (te) dure Hugo Boss-jas en werk ik in een van de mooiste boutiquehotels van Amsterdam. Mijn carrière heb ik in eigen hand en ben ik gemotiveerder dan ooit, ondanks het feit dat mijn werk organisatorisch een complete chaos is. Ik ben hondstrouw, omdat ik veel potentie in de zaak zie en het moment dat ik alles naar eigen hand kan draaien steeds dichterbij komt.
Na dik een jaar trok ik mijn PME Legend-jas weer eens aan, mijn Boss-jas heeft geen capuchon, om via de stromende regen naar de dichtstbijzijnde Appie te lopen. De geur in de winterjas was nog een en al ongein en onheil, maar deed mij ook realiseren hoe groot mijn persoonlijke ontwikkeling eigenlijk is geweest. Bij vlagen ben ik altijd nog vrij onserieus, als het er echter op aan komt staat d'r niets mijn passie en einddoelen in de weg.
Dat is nogal een ontwikkeling, hè? Ik vertel je dit: over The Infamous ben ik nog altijd even lyrisch, na het regentochtje van vanmiddag besefte ik dat maar al te goed. Sommige platen neem je voor altijd mee in je leven, voor deze klassieker geldt dat zeker. Ken 'm al bijna drie jaar en hij heeft nog niets aan kracht ingeboet.