Zanger Ian Gillan keert terug op het nest, maar de verhouding met gitarist Ritchie Blackmore is nog altijd gespannen. Het was in 1992 - 1993 voor niemand in de groep een prettige (werk)sfeer en wellicht dat
The Battle Rages On daarom voor de normen van Deep Purple vrij standaard klinkt. Toch ben ik niet zo negatief als anderen, ondanks de terechte opmerkingen van
B.Robertson in
dit bericht over Blackmore die maar liefst drie eigen, oude riffs recyclet.
Er valt namelijk op dat de oneven tracks prima tot sterk zijn: het midtempo titelnummer (geleende riff #1),
Anya met zijn akoestische intro en vervolgens vlot (geleende riff #2), het uptempo
Time to Kill met een tekst die geïnspireerd lijkt door
Turn Turn Turn van The Byrds en daarmee het boek Prediker, het snelle
A Twist in the Tale (geleende riff #3) en het midtempo
Solitaire, dat groeit bij vaker draaien. Met de bluesshuffle van
Ramshackle Man kan ik ook goed uit de voeten. Het is wel altijd even wennen aan de holle drumsound in de productie van Glover en Thom Panunzio, zo typisch voor de jaren '90.
Hierboven noteerde iemand dat de inzet van Blackmore wordt gemist, maar kijk eens naar de schrijfcredits: zijn naam staat - met die van Glover en Gillan - bij ieder nummer vermeld en zijn gitaarsolo's zijn om te zoenen, ook in de mindere composities: een timing die blijft verrassen, dansend om de tel.
Nee, opvallend is dat Jon Lord zo weinig meeschreef: slechts bij
The Battle Rages On,
Anya en het mindere
Nasty Piece of Work was hij betrokken. Dit Deep Purple was altijd op zijn sterkst als hij en Blackmore samen de muziek schreven, elkaar in balans houdend, de compositorische zuilen van de groep vormend.
Bovendien is zijn spel, inclusief solo's, vrij bescheiden. Alsof ik naar het Rainbow van 1979 - 1983 luister. Ik mis Jon Lord: hij staat er wel, maar het lijkt alsof zijn hoofd er minder bij is.
Het verhaal moge bekend zijn: na het optreden in Helsinki verlaat Blackmore de groep. Zeker achteraf een opluchting voor de achterblijvers. Ondanks het feit dat hij en Gillan wel gemoedelijk
in korte broek konden repeteren...
Joe Satriani wordt ingevlogen als vervanger voor de rest van de tournee, vervolgens komt Steve Morse aan boord.
Op
The Battle Rages On klinkt weliswaar slijtage en ontbreekt de verrassing, maar desondanks valt er het nodige te genieten. Een keurige, zij het wat saaie 7.
Als uitsmijter: beelden van Blackmores laatste show bij Purple werden getoond bij het Finse
ontbijtjournaal, dat ook Gillan interviewde.