Een jeugdliefde!
Dog of Two Head heeft wat mij betreft de beste albumcover van de groep ooit. Wederom geproduceerd door John Schroeder, die net als op de vorige Quo de boel niet dichtsmeert met gitaarmuren, maar wél de band stevig laat knallen.
Het is alweer Quo’s vierde elpee, de tweede waarop ze in boogiemodus stonden, de eerste zonder toetsenist Roy Lynes en dus als kwartet en de laatste voor het label Pye, bovendien de laatste met sixtiesinvloeden.
Die laatste klinken in
Umleitung met de zin
"I just need your love",
Something’s Going on in my Head in de brug met het
"Ahaaahaaa” deel en het refrein van
Someone’s Learning. Het zijn de melodielijnen en het wolkje echo die de jaren ’60 doen echoën.
Wat ook opvalt: de band kreeg steeds sterkere banden met Duitsland (Parfitt vond er zelfs een echtgenote) en dat zie je terug in de songtitels
Umleitung (hoe vaak zal een tourend bandje dát bord niet onderweg zijn tegengekomen) en
Gerdundula, vernoemd naar de fans Gerd en Ula.
Daarbij is dit de plaat met de langste gitaarsolo’s die de band op vinyl zette. Her en der soleert Rossi vrolijk dansend, frank en vrij. Hij is geen snarenracer, maar in bijvoorbeeld (daar is ie weer!) het bijna monotoon voortdenderende
Umleitung neemt hij lange en speelse solo’s voor zijn rekening, die ik na een dikke veertig jaar nog steeds niet zat ben.
Er wordt stevig gerockt. Behalve in de opener ook in
Something’s Going on,
Mean Girl (twee jaar later na het succes van elpee
Piledriver hun comebackhit in Nederland en voorzien van een
iconische hoesfoto),
Railroad met zijn verdeling in twee delen (in het tweede op mondharmonica Bob Young), en afsluiter
Someone’s Learning.
Het album kent twee lichtere liedjes:
Gerdundula is folkachtig; hoe fijn dat de band dit juweeltje in latere jaren weer tijdens concerten ging spelen. Absoluut buitenbeentje is
Nanana, een cabaretsk liedje waarin enkele nadelen van het muzikantenbestaan worden opgesomd, ondersteund door een simplistisch maar effectief plinkplonk gitaar- en pianothema.
Er klinkt meer piano op dit album: kennelijk liet het vertrek van Lynes toch een gaatje achter. Parfitt en de Amerikaan Rick Forster worden op de hoes als pianisten genoemd.
Enige minpunt is hetgeen Schroeder deed met
Nanana, dat met zijn gortdroge tekst weliswaar een leuk nummer is, maar dat hij het twee keer in korte versie laat verschijnen is overbodig. Wél past het in een tijdperk waarin geëxperimenteerd werd met albummuziek.
Toen ik deze plaat voor het eerst in het geheel hoorde, kende ik inmiddels alle nummers van diverse verzamelaars, zoals
deze, door Pye uitgebracht nadat de band definitief was doorgebroken bij de volgende platenbaas Vertigo. Bij beluistering van het oorspronkelijke album viel op hoe fris en geïnspireerd de band hier is, net als op de voorganger.
Alleen al om de albumcover het aanschaffen waard qua vinyl. Op de special edition-cd en streaming staan enkele leuke extraatjes, zoals non-albumsingle
Tune to the Music die lekker snel is, plus de B-kant
Good Thinking, een zeldzaam instrumentaaltje van de band, een relaxt bluesliedje.