Een onderschatte plaat in het oeuvre van Radiohead.
Hoewel de lengte van de plaat bijna doet vermoeden dat we hier met een EP te maken, zie ik het juist liever als een album waarbij heel selectief is omgegaan met de selectie van de nummers; er staat geen track teveel op, het verveelt geen moment.
De elektronische signatuur die we inmiddels van de band kennen, wordt op deze plaat doeltreffend ingezet. Verwacht geen elektrobombastiek a la
Idotique, maar ingetogen nummers. Opener
Bloom hakt er misschien nog het meeste in. De ritmesectie, die live door twee personen moet worden uitgevoerd, draagt het nummer.
Via stuk voor stuk sterke tracks wordt daarna langzaam opgebouwd naar de climax,
Lotus Flowers. Een prachtig complexe track die bovenal
buitengewoon goed dansbaar is.
Via twee prachtige ballads waar Thom Yorke zijn falsettostem schitterend begeleid door de piano wordt toegewerkt naar de tweede climax van het album. Ja, de gitaar is spaarzaam. De liefhebbers van Johnny Greenwood zijn gitaarklanken moeten geduldig wachten. In het laatste nummer komt de gitaar pas echt prominent aan bod. De tweede climax
Separator wordt op treffende wijze kracht bijgezet door een heerlijk laidback gitaargeluid. Spaarzaam, maar o zo doeltreffende. Tom York zijn 'Wake me up!' komt nog wanhopiger over. Schitterend.
Mensen hadden er wat anders van verwacht. Een
In Rainbows deel II wellicht. Een terugkeer naar de dampende techno op
Hail To The Thief. Maar Radiohead blijft Radiohead. Ze doen waar ze zin in hebben.
Finally I'm free of all this weight I've been carrying. Zo is het Thom.
4,5*