Op het debuut van de negenkoppige rapcrew THC, Artikel 140 (2005), was hij al één van de meest opvallende verschijningen. RBDJAN kon met zijn raps het straatleven uiterst levendig beschrijven en combineerde dat met een bepaalde nonchalance en een charmant Amsterdams accent. Het is dan ook niet raar dat de aankondiging van zijn solodebuut De Onderbaas positief werd ontvangen. Maar zoals met veel andere projecten werd er met de releasedatum flink geschoven. Zes jaar na de eerste aankondiging ligt het schijfje nu eindelijk in de schappen.
Al vanaf de eerste seconde wordt de luisteraar gerustgesteld: dit is het vertrouwde geluid van RBDJAN waar de meeste mensen zo naar hebben gesnakt. Op De Onderbaas laat hij zich tevens van meerdere kanten horen: of hij nou dreigend is, rustig een vrouw toespreekt of zoals vroeger illegale praktijken beschrijft, de Amsterdammer weet het elke keer weer buitengewoon beeldend te doen. Zijn flow is ouderwets ongedwongen. RBDJAN beschikt over de kwaliteit om zijn woorden vloeiend aan elkaar te rijgen en om zonder echt moeite te doen zijn raps perfect op de beats te projecteren.
Wat ook tekenend is voor RBDJAN is de onvoorwaardelijke liefde voor zijn stad. De Onderbaas schreeuwt dan ook aan alle kanten ‘Amsterdam’ uit. Dat komt natuurlijk door de vele verwijzingen in de nummers, de duidelijke tongval van RB en gastartiesten Flex en Rocks, maar er is ook een hele track aan de hoofdstad gewijd. Hou van Amsterdam is een prachtige samensmelting tussen een Amsterdamse smartlap enerzijds - met een refrein van volkszanger Mick Harren - en een rapnummer anderzijds waarbij Lange Frans en RBDJAN gepassioneerd hun liefde voor hun stad uiten.
Toch zijn niet alle mensen die meewerken aan dit album in hun beste doen. Kempi klinkt wat futloos op Overal Om Me Heen en de raps van de andere gast op de track, Gers Pardoel, zijn niet doeltreffend. Zangeres en femcee Aisha werkt mee aan Zonder Jou, maar slaat met haar hakkelige raps en valse stemklank helaas bij beide disciplines de plank flink mis. Toch halen deze minpunten het album niet al te zwaar naar beneden. De reden hiervoor is dat deze bijdragen beperkt zijn en voornamelijk RBDJAN - die wel continu in goede vorm is - de aandacht blijft opeisen.
Een andere hoofdrolspeler is Soulsearchin’. Het collectief neemt al het productiewerk van De Onderbaas op zich. De beats zijn pakkend zonder de vocalen te overschaduwen. De muziek lijkt vooral in dienst te zijn van de raps en weet accuraat het verhaal dat wordt verteld van extra kleur te voorzien. Slaap Kindje Slaap wordt onheilspellend gemaakt door een benauwende keyboardmelodie, De Troon klinkt machtig door de snoeiharde drums en bij Zij Wil wordt met de gitaar een intiem sfeertje neergezet. De producties zijn zorgvuldig opgebouwd uit veel lagen en dragen door hun akoestische klank veel warmte uit.
Vooral voor degenen die de afgelopen zes jaar braaf op het debuut van RBDJAN hebben gewacht is er een interessant album uitgekomen. Op De Onderbaas bewijst hij nogmaals een ware verhalenverteller te zijn en door de beats van Soulsearchin’ worden de raps heel filmisch gepresenteerd. Het mooie van het geheel is dat de chemie tussen de twee partijen duidelijk aanwezig is - en ongedwongen aanvoelt - wat het geluid van het album alleen maar ten goede komt. Een paar gastartiesten weten hun niveau niet te halen, maar omdat RB zijn hoofdrol niet afstaat is dit geen kwalijke zaak. Met De Onderbaas wordt al vroeg in het jaar de lat hoog gelegd voor de rest. Nu is het afwachten hoe de concurrentie hiermee zal omgaan.
Bron:
Hiphopleeft