Jan Swerts is een Belgisch klassiek geschoold pianist, net als Jef Neve dus. ‘Weg’ is zijn debuutplaat, en wat voor één. De titel is al meteen dubbelzinnig. Hij staat ten eerste voor de weg die hij in zijn leven al heeft afgelegd, en daarover gaan zijn soms raadselachtige, maar fraaie teksten ook. Ten tweede staat de titel voor het feit dat alles waarover hij het heeft, in het verleden ligt; het is met andere woorden weg, enkel nog bestaande in zijn herinneringen. Ten derde staat de titel voor de plaatsen waaraan zijn herinneringen refereren; elke songtitel is namelijk een straatnaam en straatnummer (en de laatste heet gewoon ‘Het Holle Weg’, die heeft geen nummer dus).
Deze plaat heeft mijn eindejaarslijstje niet gehaald. De reden daarvoor is simpel; ik heb deze plaat pas op 31 december gekocht, zonder er ook maar een noot van te hebben gehoord. Wel had ik er reeds enkele kritieken over gelezen (overheersend positief, trouwens), en op basis van die kritieken kon ik opmaken dat dit wel iets voor mij zou zijn. ik kocht de plaat dus, en toen ik thuis was, zette ik ‘m op. En ik wist meteen dat het een erg goede keuze van mij was geweest.
Het CD-boekje bevat geen teksten, enkel zwart-witte schetsen van de plaatsen waarnaar de songtitels refereren. Een mooi idee vind ik dat, al is het jammer dat de lyrics er niet instaan. Maar goed, je kan niet alles hebben..
De muziek zelf dan maar. Het album opent met ‘Driekruisenstraat 107’, dat aanvangt met een accordeon, als ik me niet vergis. Na deze korte intro komt het centrale element bovendrijven; de wonderschone klanken die Swerts uit zijn piano weet te halen. Het melancholische pianospel doet in samenwerking met de fragiele zang van Swerts en de belletjes (waarvan ik niet weet welk instrument wordt gebruikt, weet iemand het?) mij een beetje denken aan de IJslandse band Sigur Rós. De muziek roept eenzelfde soort droefheid op, intense tristesse, een vervlogen tijd. De song is zo’n 8 minuten lang, maar blijft je in de greep houden; eigenlijk blijft het album je 70 minuten lang in de greep houden. Het minimalistische pianospel, aangevuld met zang en occasioneel strijkers en blazers. Allemaal in dienst van het geheel, van het kerngevoel: droefenis.
‘Singelstraat 11’ is niet anders. Mooi pianospel, strijkers, het is winter in mijn hart. In de kritieken die ik al over deze plaat heb gelezen wordt de man vergeleken met Max Richter, Jóhann Jóhannsson en Wim Mertens. Ik krijg in elk geval veel zin om die artiesten te gaan ontdekken, want wat Jan Swerts doet, vind ik klasse. Ik kan dus wel niet zeggen of die vergelijkingen terecht zijn, daar ik van vernoemde artiesten weinig tot niets ken.
De IJslander Ólafur Arnalds ken ik wel, van zijn laatste nieuwe. Wat deze twee artiesten gemeen hebben, is de piano. Verder houdt de vergelijking voor mij op; Arnalds gebruikt geen zang, en het gevoel dat Arnalds opwekt is toch nog wat anders.
‘Driekruisenstraat 111’ is een hemelsmooi nummer. Het nummer straalt een kinderlijke onschuld uit, het schetst voor mij een romantisch beeld van deze verloren lopende samenleving. Voor het eerst val mij ook op hoe repetitief het pianospel van Swerts eigenlijk is, en dat er toch genoeg variatie inzit om te blijven boeien. Na dit nummer komt de echte parel van de plaat, een heus meesterwerkje; ‘Bayostraat 42/44’. Op de website van Swerts tref ik een citaat van Joni Mitchell aan, in grote letters: “There’s comfort in melancholy”. Dat citaat drukt wat mij betreft perfect uit welke sfeer deze plaat uitademt. Het nummer doet me reminisceren over mijn eigen korte verleden, het doet me krampachtig zoeken naar mooie herinneringen, en het helpt me uiteindelijk ook om die mooie herinneringen te vinden. Het nummer is volledig instrumentaal, en dat is toch wel speciaal, want buiten de korte afsluiter ‘Het Holle Weg’ komt in alle andere nummers zang voor. De muziek van Jan Swerts is erg filmisch ook; dit nummer zou bijvoorbeeld niet misstaan in een pakweg een film over een Russische man of vrouw die vele jaren na de Tweede Wereldoorlog zijn moeder terugvindt, nadat hij of zij al lang de hoop had opgegeven om die terug te vinden. Ik kan me voorstellen dat de herinneringen je dan om de oren vliegen, en deze 10 minuten durende brok pure schoonheid zou daar erg goed bij passen. Na 7 minuten 30 valt de piano stilletjes weg, en komen de blazers opzetten. Ook dat stuk is overdonderend mooi en uiterst gevoelig. Tranen verdringen zich om uit mijn ooghoeken te mogen dwarrelen. Mocht iemand me vragen: “welk deel vind je het mooist aan die song: het pianogedeelte, of het blazersgedeelte?” Ik zou antwoorden: “het hele nummer.”
Na zo’n prachtig nummer is het logisch dat de volgende song wat minder indrukwekkend is. Maar ook ‘Aalsterweg 10’ is een erg mooi nummer, Swerts weet ze wel te componeren, zeg! Meer weet ik er eigenlijk niet over te zeggen, behalve dat het blijft begeesteren. En dat het motiefje van ‘Lokenstraat 1’ al eens even voorbijkomt. En dat de cello het nummer echt een meerwaarde geeft. Eigenlijk had ik er dus nog best wat over te zeggen. ‘Alkenstraat 9’ doet me ook weer aan de bekende IJslandse band denken, net als het openingsnummer. Ook dit nummer is weer erg mooi, en past ook mooi in het geheel. Maar ik heb ergens gelezen dat Swerts 5 jaar aan deze plaat heeft gewerkt, dus dan mag dat wel.
‘Lokenstraat 1’ zet in, en blijkt een vertederende wals te zijn van ruim 21 minuten lang. Je zou kunnen zeggen dat dit misschien een beetje teveel van het goede is, doch wees er maar zeker van dat deze artiest exact weet waar hij mee bezig is. De zang van Swerts zet zich treffend vast in het schuchtere pianospel (doet me een beetje aan Satie denken). Het is een erg repetitief nummer, en het vergt daarom wel wat inspanning en goede wil van de luisteraar. Maar als je dat er, zoals ik, voor over hebt, ontvouwt zich een pracht van een nummer. Het is allemaal erg weemoedig, en de blazers brengen daar niet veel verandering in; ze dragen net bij tot die sfeer van algehele verlorenheid. Want dat ademt dit nummer toch wel uit, vind ik. Ik weet niet waar het over gaat, maar het zou zomaar eens over het verlies van een dierbare kunnen gaan. Het enige minpuntje van deze hele plaat is misschien dat ik, als we een kwartier ver zijn in dit nummer, wel zin krijg in iets anders. mijn aandacht verslapt een heel klein beetje, maar gelukkig treden de blazers dan iets meer op de voorgrond, wat mijn aandacht weer verscherpt. Het lijkt alsof Swerts daar bewust heeft op ingespeeld, grote klasse noem ik dat! Want na dat intermezzootje komt de piano weer terug op de voorgrond, en is m’n aandacht ineens weer voor 100 % aanwezig.
‘Het Holle Weg’ sluit deze plaat gepast af. Het meest minimalistische stukje muziek bewaart Swerts voor het laatst. Het lijkt een niemendalletje, maar het is toch ook vooral een prachtig stukje retrospectieve muziek. Jan Swerts lijkt om te kijken, en tegelijk ook vooruit. En zo eindigt deze plaat; in stille schoonheid. Jan Swerts kan ik op de valreep toch nog één van de ontdekkingen van 2010 noemen, al heb ik dit stukje pas in 2011 geschreven. Het is naar mijn mening één van de beste platen van 2010.
4,5 sterren