Elk jaar worden er ongelooflijk veel albums uitgegeven. Het lukt je dan ook nooit om alles te checken wat er uit komt. Maar gelukkig heb je altijd wel bekenden die zo nu en dan onverwachte tips hebben. Zo ook met de recensie van vandaag: Trombone Shorty met zijn album Backatown.
Trombone Shorty is, als Troy Andrews, geboren in 1986 in New Orleans. Dé Amerikaanse stad van de muziek. Hij speelt zowel trombone als trompet.
Welke kant dit album genrematig op gaat is al duidelijk in de opener “Hurricane Season”. We hebben hier te maken met groovy, funky jazz met het betere koperwerk. Als een orkaan knalt Trombone Shorty je het album in. Een titel heeft nooit beter bij een nummer gepast.
“On Your Way Down” is het tweede nummer en New Orleans genie en grootheid Allen Toussaint komt een wijsje meedoen. En mede door zijn vocale toevoeging beschouw ik dit al één van de betere nummers van het album. Een feestje om naar te luisteren.
“Quiet as Kept” is funky jazz pur sang. De groove doet het hem. Je kan onmogelijk stil zitten op dit nummer. Mooie gitaarpartijen om het een rocky flavour mee te geven. Lekker nummer.
De tweede gastartiest is the vinden op “Something Beautiful”. Dit keer is het aan Lenny Kravitz om iets toe te voegen aan de muziek van Trombone Shory. En iets toevoegen doet hij zeker. Het is een goede, laidback soul-achtige song geworden.
“Backatown” is natuurlijk de titeltrack. Dit nummer biedt meteen weer wat verrassing. De electronic komt namelijk wat meer om de hoek kijken, net als de swing. Het feestje komt weer om de hoek te kijken. Echt een lekker nummer.
“Right to Complain” kent dan weer een rock uiterlijk. Hiermee houdt Trombone Shorty de variatie erg hoog op dit album. De drums zijn altijd strak. Knik met je hoofd mee op de drums en laat je gaan zou ik zeggen. Trombone Shorty zingt nu ook zelf een wijsje.
“Neph” is weer een stuk subtieler. In dit nummer zijn weer latininvloeden te horen.
“Suburbia” is erg opzwepend. De intro doet je verwachtingen inkomen die helemaal ingelost worden. Spring mee en dans je zelf in het zweet. Ga los op “Suburbia”. Gegarandeerd dat het lukt!
“In the 6th” heeft weer wat meer hiphopinvloeden. Dat is vooral te merken in het drumschema. De turntables worden daarnaast ook uit de kast gehaald. Trombone Shorty laat weer een andere kant zien. En daarin gaat hij verder met “One Night Only (The March)”. Dit nummer doet namelijk weer meer aan als R&B. Wat in ieder geval nooit ontbreekt is de groove. Ook nu zingt Trombone Shorty mee.
“Where Y’At” gooit de rockende funk er weer in. Zodoende wordt het elk nummer een verrassing wat je voorgeschoteld krijgt. Hiermee houdt Trombone Shorty goed de aandacht vast.
“Fallin’” gooit dan ook het tempo weer drastisch omlaag. De mooie en rustige stem van Trombone Shorty klinkt goed bij dit R&B-achtige nummer. Dit is een goed nummer voor de stelletjes.
De gitaarriffen zijn niet van de lucht op “The Cure”. Misschien een fan van de gelijknamige band? Eigenlijk vindt ik dit het minste nummer van de plaat. De nadruk moet mijn inziens meer liggen op het koperwerk, maar dat mist ik hier toch wat.
“928 Horn Jam” is alweer de afsluiter en gewoon een korte jam van 55 seconden. Hierin laat Trombone Shorty nog eenmaal horen wat hij allemaal en sluit daarmee het album in stijl af.
Trombone Shorty is dus een nieuwe naam. Een jonge knaap die funk, jazz, blues, R&B, soul en rock in een grote blender stopt en dit allemaal lekker door elkaar husselt. Stilzitten is er sowieso niet bij als je naar dit album luistert.