Weer op reis door Status Quo's discografie, wilde ik van
Back to Back naar
In the Army Now springen, maar was
Live at the N.E.C. even vergeten. Geen wonder. In 1984 was ik klaar met Quo en naar deze liveplaat wílde ik niet eens luisteren. Zelfs
Live! (1977) draaide ik zelden meer, omdat veel zwaardere heavy bands mijn oren domineerden. Ik was vermoedelijk niet de enige die er zo over dacht: in de album top 50 stond de elpee slechts één week genoteerd, mei 1984 #43.
Tot ik bij een jongere neef op bezoek was. Hij was tot mijn verbazing Quofan geworden en draaide deze plaat op zijn kamer. Ja, de drums klonken vervelend schel en de toetsenpartijen die hier en daar aan de oorspronkelijke arrangementen waren toegevoegd, vond ik niks. Maar ik zag hoe enthousiast die neef was en als oudere tiener herkende ik in deze beginnende tiener mijzelf van een paar jaar eerder. En dat was verrassend leuk om te zien.
Ik besefte ook dat eerder mijn jongere broer fan was geworden met albums van Quo waarmee ik niet zoveel had. Vervolgens werd Status Quo voor hem een springplank naar andere scheurende gitaren, met name Def Leppard, Dio en Queensrÿche. Misschien zou hetzelfde met die neef gebeuren, realiseerde ik me.
Nog zo'n verhaal: afgelopen zaterdag was een vriend van me op bezoek. Bij hem begon de liefde voor scheurende gitaren met non-albumsingle
The Wanderer (#6 in de Nationale Hitparade van december 1984), wat ik indertijd een slap liedje vond. Nog altijd. Tegenwoordig houdt hij van onder meer metal als die van Gojira en vorige week zag hij Pantera op Graspop, om weer enthousiast te zijn. Dat begon dus ooit met Quo. Zo realiseerde ik me dat Quo het 'm weer had geflikt: scheurende gitaren voor beginners, een opstapje naar andere groepen met een serieuzere status dan die "simpele" boogierock.
Vanavond speelde ik
Live at the N.E.C. voor het eerst in meer dan tien jaar af en hij viel me alleszins mee. Het begin van het concert is zelfs een soort van spannend met die lange toetsentonen, waarna de gitaren van Francis Rossi en Rick Parfitt het langzaam maar zeker overnemen. Als drummer Pete Kircher en bassist Alan Lancaster bijvallen voel ik tóch weer de opwinding van toen. Zelfs het drumgeluid stoort me niet zo.
Dank
gaucho voor je mooie bijdrage
bij Back to Back, leuk om wat meer te leren over de carrière van Kircher. Ik had hier geen flauw idee van. Alhoewel ik op
Live at the N.E.C. de kenmerkende drumpatronen van zijn voorganger mis, is hij een degelijke opvolger.
Op de binnenhoes zag ik de groep met prince Charles, waarop men kennelijk heel trots was. In 2017 verscheen het album als 3LP met bonussen, waarbij het nummer dat ik op
Live! smartelijk miste, te weten
Down Down. Best lekker, al zou ik die piano erbij vroeger verfoeid hebben. Desondanks een knallend klassiekertje.
Achteraf gezien had ik wel meer post-
Live!-materiaal op deze liveplaat willen horen, materiaal van
Rockin' All over the World tot en met
Back to Back. Nu ontkom ik niet aan de vergelijking met de illustere voorganger. Desondanks is dit gewoon een heel aardig plaatje en als ik 'm ooit tweedehands tegenkom, zal ik 'm meenemen. Later dit jaar hoop ik de neef te spreken, zal hem eens vragen hoe het hem nadien in het land van de scheurende gitaren is vergaan.