Inhaalslag. Afgelopen november in Neerlands meest noordelijke platenzaak gekocht (Simply-Listening in het Groningse Ulrum - paradijsje!) deze
Viva! Roxy Music - The Live Roxy Music Album.
In het najaar van 1976 ging ik actief naar de radio luisteren (Hilversum 3 en later andere zenders erbij) en dus was ik net te laat om deze van Roxy Music bewust mee te maken; hij verscheen in juli dat jaar. Toen
Virginia Plain in 1977 een hit werd, vond ik dat een geweldig nummer (opgenomen met cassette van de radio, zoals vele tieners dat destijds deden). Had ik deze plaat gekend, dan was ik omver geblazen.
Opgenomen in 1973, '74 en '75 is dit een sterke dwarsdoorsnede van de beginjaren van Roxy Music, een eigenwijze rockgroep. Verpakt in een klaphoes met daarop enkele tv-/videofoto's, aan de gestreepte weergave te zien.
Ik ontdek ook dat er nog altijd enige geheimzinnigheid rond dit album hangt. Dit wat betreft de baspartijen: wie speelt wat? De achterzijde van de hoes vermeldt naast John Wetton ook zijn voorgangers John Gustafson (ik ken hem van onder meer Roger Glovers
The Butterfly Ball and the Grasshopper's Feast en de Ian Gillan Band, alsmede Sal Maida (hierna bij powerpopgroep
Milk 'n' Cookies). En dan staat vermeld de naam van de latere bassist-van-Foreigner Rick Wills, die overdubs zou hebben verzorgd.
Out of the Blue is fel en dreigend; je vraagt je af waarom het nummer nooit is gecoverd door een (doom) metalband. Met onder meer een pakkende vioolsolo van Eddie Jobson, die ik ken van later werk bij Jethro Tull.
Pyjamarama is eveneens volop stevig, het gitaarwerk van Phil Manzanera is wederom heavy. Met The
Bogus Man doet funk zijn intrede, drummer Paul Thompson mept strak door, John Wettons bas gromt licht en de sax van Andrew Mackay weent. En steeds die aparte zanglijnen van Bryan Ferry, zo afwijkend van het croonen dat hij in latere jaren ging doen.
De toetsenpartij van Jobson in
Chance Meeting is met het vocale deel onheilspellend, waarbij de hobo van Mackay verrassend goed past. Ik herken de sfeer zoals ik die bij bijvoorbeeld Siouxsie and the Banshees tegenkom; het kan niet anders dan dat de muzikanten van haar scene en generatie sterk beïnvloed zijn geweest door Roxy Music. Het gaat over in het pompende
Both Ends Burning met zijn dalende akkoordenreeks en klaterende sax, waar de partijen van achtergrondkoor The Sirens een extra laag vernis brengen.
Met het ruim tien minuten durende
If There Is Something heb ik ondanks de diverse delen in het nummer minder, maar de statistieken bij
Viva! leren mij dat ik een uitzondering ben: het is de grootste favoriet hier. Voor het eveneens uitgerekte
In Every Dream Home a Heartache geldt hetzelfde, de één na grootste favoriet van de plaat volgens de MuMens. Maar ik ben nu eenmaal van de generatie punk, wave en metal: uptempo muziek heeft vaak mijn voorkeur. Geef mij op kant 2 maar
Do the Strand.
Vol en vet geproduceerd door Chris Thomas, verbaas ook ik me erover dat er tot de dag van vandaag niet een uitgebreidere versie van
Viva! Roxy Music is verschenen. Op deze wijze blijft het echter wél relatief kort maar krachtig. Een stevig, luid en gevarieerd monument van een hecht spelende groep.