Dit album van het Oost-Berlijnse Silly is grotendeels dezelfde als het album
Silly, dat ik zojuist beschreef.
Het was 1980, de Koude Oorlog bevroor de wereld en zowel het democratische westen en communistische oosten hadden raketten met kernkoppen op elkaar gericht. Silly weet evenwel hun debuut in West-Berlijn uit te brengen bij het label Rocktopus, een dochter van het grote Hansa. De leden mochten daarvoor echter niet naar West-Duitsland (ze konden eens besluiten daar te blijven) en de enige platenmaatschappij van de DDR Amiga biedt alsnog zijn studio aan.
Iets later, in 1981, verschijnt de plaat alsnog in de DDR, nu met andere hoes, de titel
Tanzt Keiner Boogie? én een gewijzigde tracklist.
Van de westerse versie sneuvelen
Mitternacht en
Ich Reiß Ihn Aus. Daarvoor in de plaats komt uptempo poprock in
Irgendwann Stinkt Jeden Mal Was An, het stampende kroeglied
Der letzte Kunde met enkele leden van DDR-groep
City, plus het ingetogen en diep-melancholische
Menschenland, waarbij de overige nummers in andere volgorde in de groef worden geperst.
Qua tracklist hoor ik dan toch liever de westerse editie, al is
Menschenland meer dan fraai gezongen door Tamara Danz. Opvallend voor een geïsoleerd land als de DDR is dat de productie dik in orde is; het moest zich kunnen meten met de westerse muziek, zoals zelfs de West- en Oost-Berlijnse dierentuinen met elkaar concurreerden... In 1983 verscheen de opvolger
Mont Klamott, die ik bij dat jaar hoop te bespreken. In 2006 verscheen deze Silly's als onderdeel van de 7cd-box
Die 7 Original Alben.
Mijn reis door new wave gaat terug naar 1978 omdat ik een Londense groep heb overgeslagen:
Penetration en elpee
Moving Targets.