Maart 1979. Degenen binnen de punkrevolte die een muzikaal jaar 0 beloofden, vooral te vinden rond de Sex Pistols en hun volgers van het 'Bromley Contigent' (een half uurtje docu daarover staat
hier) bleken niet krachtig genoeg. Punkpioniers als die groep en The Damned vielen uit elkaar of groeiden naar minder rudimentaire muziek.
Met zijn vorige groep Buzzcocks en de eerste van Magazine maakte frontman Howard Devoto's melodieuze punk. Op de tweede maakt dit plaats voor de nodige retro-invloeden uit de eerste helft van de jaren '70. Artrock om precies te zijn. Sommige critici beleefden dit als een stap terug, anderen waren positiever, meldt
Wikipedia.
"Hier zou ik de oorspronkelijke recensie ook wel eens van willen zien trouwens.." noteerde
orbit in november 2008. In de Recensiebijbel van Oor (2023) is alleen die van Magazines debuut opgenomen, geschreven door Bert van de Kamp. Toch recenseerde hij in 1979 dit
Secondhand Daylight in #9 van Oor, vond ik
op internet. Die Oor bezit ik niet, maar een reflectie daarvan is te lezen in Oor's Popencyclopedie, editie 1982. Hierin wordt
Real Life mét deze opvolger als volgt samengevat:
"De 'arty' aanpak doet wat denken aan Roxy Music, er zijn overeenkomsten met het levensgevoel van David Bowie en in de 'instrumentals' wordt de geest van Pink Floyd opgeroepen. Desondanks heeft de band voldoende oorspronkelijkheid om te kunnen blijven boeien. Devoto's zeer persoonlijke en vaak nogal obscure teksten zitten vol illusies en rondspokende obsessies."
Tot najaar 1979 was deze muziek nog net niet bereikbaar voor mij en Oor las ik nog niet. Ben dus geen eerstelijns oog- en oorgetuige. Wel volgde ik via radio de grote lijnen van punk en new wave. Oftewel de hits met als grote namen van 1979 The Police en Blondie. Daarom stel ik met grote zekerheid dat
Secondhand Daylight destijds door menig punk- en wavepurist met afschuw zal zijn ontvangen. De groep neemt namelijk afstand van het korte, energieke punklied en richt zich op langere, gecompliceerdere rock. Dezelfde die toentertijd voor dinosaurusrock werd versleten.
Tegelijkertijd vind ik dit een meesterwerkje. Nog vóór ik de encyclopedie erop nasloeg of de vele berichten hierboven las, kwamen bij mij de eerste twee namen boven door Van de Kamp genoemd. En in afsluiter
Permafrost viel mij de sinistere tekst op, in de encyclopedie benoemd.
De muziek is niet meer hoofdzakelijk geschreven door Devoto, die inmiddels het auteurschap deelde met gitarist John McGeoch, toetsenist Dave Formula en bassist Barry Adamson. De heren doken in hun muzikale invloeden en gaven die een eigen draai. Daarmee hoor ik ook new wave / postpunk, termen in '79 als synoniemen gebruikt in de muziekpers. Er zijn gelijkenissen met The Stranglers, van wie het vierde album
The Raven tweeëneenhalve maand later uitkwam of met Japans derde album
Quiet Life, in november datzelfde jaar verschenen.
Secondhand Daylight. Een verstild begin, flangereffect op de bas en later een sax in
Feed the Enemy, gevolgd door het bijtender
Rhythm of Cruelty waarin een synth een hoofdrol speelt.
Cut out Shapes doet iets soortgelijks op lager tempo waarna
Talk to the Body opnieuw oude en nieuwe rock verenigt. Kant 1 sluit af met
I Wanted Your Heart met Magazine aanvankelijk op z'n vriendelijkst dankzij de pianopartij, later donkerder via synths en een dominante basgitaar.
Het instrumentale
The Thin Air is als trage, verstilde opener van kant 2 niet alleen onlogisch maar ook extra bijzonder, omdat Magazine hier op z'n sterkst teruggrijpt op artrock. Eerder een slotlied, maar fraai – die sax aan het einde maakt het áf.
Back to Nature start eveneens traag, maar dan volgt een grommende baslijn met stuiterende drumlijn van John Doyle en ijle synths. Eveneens uptempo is
Believe that I Understand, waarna het introvert-boze
Permafrost midtempo afsluit met prachtige gitaarlijnen, lijkend op hetgeen Carlos Alomar en Robert Fripp deden bij Bowie op
Low (’77) en
“Heroes” (’78).
Hitsingles wilden er van niet komen, de elpee haalde in mei
#38 in de Britse Albumchart. Lopende 1979 treden McGeoch, Formula én Adams tevens toe tot
Visage, zonder Magazine te verlaten.
Mijn reis door new wave kwam vanaf de
tweede van 999 en vervolgt in 1979 bij het debuut van
The Members, omdat ik single
So Lonely van het debuut van
The Police en non-albumsingle
Life in Tokyo van
Japan al eerder besprak.